RMDT10.5(X)T
5.4
Ontluchting van de oven via een dakkanaal
A
LET OP!
• Gebruik een Truma dakkanaal AK 3 en Truma dakkanaalbuizen.
Deze zijn voor de toepassing gekeurd en toegestaan.
• In de omgeving van het dakkanaal en de dakkanaalbuizen mogen
zich geen materialen bevinden die niet voor temperaturen boven
120 °C geschikt zijn.
• Plaats de afvoer continu stijgend. De installatiehoogte van de dakka-
naalbuis tussen de bovenkant van de oven en de afvoergasuitlaat aan
het dakkanaal moet minstens 200 mm bedragen. Maximaal is
1500 mm mogelijk.
• Houd tot omliggende muren en bouwdelen een afstand van min-
stens 50 mm in acht.
Ga als volgt te werk (afb. a, pagina 11 tot afb. b, pagina 11):
1. Snijd een uitsteeksel van het voorgestanste gat met een mes (A) door.
2. Buig de metalen plaat omhoog en snijd het tweede uitsteeksel door om de
metalen plaat (B) compleet te verwijderen.
3. Verwijder de drie schroeven op de beschermingskap op de uitlaat van de gasaf-
voer.
4. Verwijder de beschermkap.
5. Schroef de dakschoorsteen (1) in de uitsnijding vast.
6. Schuif de flexibele schoorsteenbuis (2) naar boven in de dakschoorsteen.
7. Steek het onderste einde van de schoorsteenbuis (4) op de monding van de
afvoergasuitlaat (5).
8. Bevestig de schoorsteenbuis met de schroeven die bij de dakschoorsteen mee-
geleverd werden (3). Gebruik eventueel een wormdraadklem.
9. Monteer boven de oven een afneembare afdekking (afb. 2 5, pagina 5).
5.5
Ontlucht de oven naar binnen (oven zonder
dakkanaal)
Als u de ventilatie en afvoer binnenin het voertuig plant, mag de verseluchttoevoer
niet gehinderd worden. Maak ventilatieopeningen die de toevoer van verse lucht
mogelijk maken (veiligheidsventilatie conform EN 721). Een combinatie van dak- en
wandafvoeropeningen is mogelijk.
NL
Koelkast-ovencombinatie monteren
81