OBI BLG-12/6 Manual page 67

Niet aan regen blootstellen.
Koppel de stroomtoevoer los voordat u ver-
bindingen met de accu maakt of losmaakt.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Draag bij werkzaamheden met het appa-
raat een veiligheidsbril.
Omgang met de oplaadsnoeren
• Oplaadsnoeren mogen niet worden verlengd.
• Oplaadsnoeren mogen niet over scherpe kanten
worden geplaatst.
• Oplaadsnoeren niet vastklemmen.
• Oplaadsnoeren niet knikken.
• Nooit aan het oplaadsnoer trekken.
• Het oplaadsnoer zo plaatsen dat hierover niet kan
worden gestruikeld en schade aan het snoer kan
worden uitgesloten.
Zekering vervangen
Het apparaat is beveiligd met een vlaksteekzekering.
Deze springt aan bij kortsluiting of te hoge spanning
en moet daarna worden vervangen.
LET OP! Schade aan het apparaat! Bouw
geen sterke zekering in. De elektronica kan
beschadigd raken.
1. Trek de defecte vlaksteekzekering eruit.
2. Steek een nieuwe vlaksteekzekering van de
zelfde grootte op de daarvoor voorziene plaats
(zie technische informatie).
Voor het opladen
– Bij het verwijderen van de accu uit het voertuig,
moet altijd als eerste de geaarde klem worden
afgeklemd. Alle verbruikers van het voertuig
(radio, sigarettenaansteker of dergelijke) uitscha-
kelen om vonkvorming te vermijden.
– Contactpunten van de accu voor elk gebruik reini-
gen.
– De veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant
aandachtig doorlezen.
– De aangegeven oplaadstromen van de accu-
fabrikant in acht nemen.
Overzicht van het apparaat
Aanwijzing: Hoe uw apparaat er daadwer-
kelijk uitziet, kan van de afbeeldingen afwij-
ken.
► Overzicht – p. 3
1. Behuizing
2. Draaggreep
3. In- en uitschakelaar
4. Laadsnoer [−] met accuklem (zwart)
5. Laadsnoer [+] met accuklem (rood)
6. Netsnoer met stekker
7. Vlaksteekzekering
8. Oplaadstatus in display
Leveringsomvang
• Accu-oplader
• Gebruikshandleiding
Aanwijzing: Als het apparaat is bescha-
digd, dient u zich te wenden tot de verkoper.
Bediening
Algemene instructie betreffende de bediening
GEVAAR! Explosiegevaar! Vermijd een
knalgasexplosie door goede ventilatie.
Gebruik het apparaat uitsluitend in de bui-
tenlucht.
Vermijd roken en vonkvorming. Overbrug
nooit de positieve en negatieve aansluitin-
gen met een metalen voorwerp!
Aanwijzing: Laad geen bevroren accu's op!
Koude accu's (temperaturen nauwelijks
boven het vriespunt) kunnen geen hoge
laadstromen opnemen, bijgevolg is de aan-
vankelijke laadstroom erg laag. De laad-
stroom wordt opnieuw verhoogd wanneer
de temperatuur van de accu stijgt.
• Kan de accu niet worden geladen, controleert u of
het oplaadapparaat juist is aangesloten. Contro-
leer of er geen zwavelafzetting op de contacten
van de accu bevinden.
• De accu kan ook niet worden geladen als de uit-
gangsspanning van de accu te laag is (volledige
ontlading). In dat geval moet de accu worden ver-
vangen.
Voor het starten controleren!
GEVAAR! Risico op letsel! Het apparaat
mag uitsluitend in gebruik worden genomen
als er geen defecten gevonden zijn. Als een
onderdeel defect is, moet dit beslist vóór het
volgende gebruik worden vervangen.
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
– Controleer de isolatie van de snoeren.
– Controleer of er geen zichtbare defecten zijn. Als
het netsnoer of stekker beschadigd zijn, moet het
apparaat direct worden uitgeschakeld.
– Zorg ervoor dat de accupolen zuiver zijn.
– Onderhoudsvrije accu's niet openen!
Accuzuur-peil controleren
LET OP! Schade aan het apparaat!
Gebruik nooit leidingwater om het accu te
vullen.
Neem de instructies van de accu-fabrikant in acht.
Vul als de accu hiervoor geschikt is, eventueel bij met
gedestilleerd water in de desbetreffende cellen van
de accu, totdat deze het door de accu-fabrikant aan-
gegeven accuzuur-peil heeft bereikt. De cellen
mogen niet overlopen.
Laden van de accu
GEVAAR! Risico op letsel! Alle verbrui-
kers in het voertuig zoals de ontsteking van
het startende voertuig uitschakelen.
NL
67