Aansluiting Op Het Net; Lassen: Beschrijving Van De Procedure - Kennedy EMW220 Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 4
het klemmenbord verandering spanning zodanig voorinstellen dat
er een overeenstemming is tussen de verbinding aangeduid op de
desbetreffende kentekenplaat en de beschikbare spanning van
het net.
Het paneel zorgvuldig terug monteren en hierbij gebruik maken
van de desbetreffende schroeven.
Opgelet! De lasmachine wordt in de fabriek vooringesteld op
de hoogste beschikbare spanning van de gamma, voorbeeld:
U 400V Ü
In de fabriek vooringestelde spanning.
1

AANSLUITING OP HET NET

-
Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet
men verifiëren of de gegevens van de kentekenplaat
overeenstemmen met de spanning en de frequentie van het net
die beschikbaar zijn op de plaats van installatie.
-
De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een
voedingssysteem met een neutraalgeleider verbonden met de
aarde.
-
Teneinde te voldoen aan de vereisten van de Norm EN 61000-3-
11 (Flicker) raadt men aan de lasmachine te verbinden met de
punten van interface van het voedingsnet die een impedantie
hebben kleiner dan Zmax =0,1 ohm.
-
De lasmachine valt onder de vereisten van de norm IEC/EN
61000-3-12.
OPGELET!
Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt het door
de fabrikant voorzien veiligheidssysteem inefficiënt (klasse I)
met daaruit volgende zware risico's voor de personen (vb.
elektroshock) en voor de dingen (vb. brand).
VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN
UITVOERT, MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE
UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET
VOEDINGSNET.
De Tabel 1 (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels
2
(in mm ) op basis van de maximum stroom verdeeld door de
lasmachine.
Verbinding met de gasfles (indien gebruikt)
- Gasfles laadbaar op het steunvlak fles van de lasmachine: max 20
kg.
- De drukreductor(*) vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij
de speciale reductie tussenplaatsen die als accessoire wordt
geleverd, wanneer gas Argon of een mengsel Argon/CO wordt
gebruikt.
- De ingangsbuis van het gas verbinden met de reductor en het
strookje in dotatie vastzetten.
- De beslagring voor de regeling van de drukreductor loszetten
voordat de klep van de gasfles geopend wordt.
(*) Toebehoren gescheiden te kopen indien niet samen met het
product geleverd.
Verbinding retourkabel van de lasstroom
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen
bank waarop het steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in
uitvoering.
Verbinding toorts (alleen voor de versies met aansluiting EURO)
De toorts in de desbetreffende connector steken en hierbij met de
hand de beslagring van blokkering tot op het einde toe vastdraaien.
Deze voorinstellen voor de eerste lading van de draad, en hierbij de
sproeier en het contactbuisje demonteren om het buitenkomen ervan
te vergemakkelijken.
Verandering polariteit
(alleen voor de versies GAS-NO GAS)
- De ruimte haspel openen.
- MIG/MAG lassen (gas):
- De kabel van
de toorts afkomstig van de draadtrekker
verbinden met de rode klem (+).
- De retourkabel tang verbinden met de zwarte klem (-).
- FLUX -lassen (geen gas):
- De kabel van de toorts afkomstig van de draadtrekker verbinden
met de zwarte klem(-).
- De retourkabel tang verbinden met de rode klem (+).
- De ruimte haspel sluiten.
Aanbevelingen:
- De connectors van de laskabels tot op het einde toe draaien in de
snapmofverbindingen (indien aanwezig), om een perfect elektrisch
contact te garanderen; zoniet zullen er zich verhittingen van de
connectors zelf voordoen met een bijhorende snelle slijtage en
verlies van efficiëntie.
- De kortst mogelijke laskabels gebruiken.
- Vermijden metalen structuren te gebruiken die geen deel uitmaken
van het stuk in bewerking, ter vervanging van de retourkabel van de
lasstroom; dit kan gevaarlijk zijn voor de veiligheid en
onbevredigende resultaten geven voor het lassen.
Fig. F
Fig. G
LADING DRAADSPOEL (FIG. H)
OPGELET!
LAADOPERATIES VAN DE DRAAD, MOET MEN CONTROLEREN
OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD
IS VAN HET VOEDINGSNET.
VERIFIËREN OF DE ROLLEN DRAADTREKKER, HET OMHULSEL
DRAADGELEIDER EN HET CONTACTBUISJE VAN DE TOORTS
OVEREENSTEMMEN MET DE DIAMETER EN DE AARD VAN DE
DRAAD DIE MEN WENST TE GEBRUIKEN EN OF ZE CORRECT
GEMONTEERD ZIJN. TIJDENS DE FASEN VAN INVOER VAN DE
DRAAD GEEN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN DRAGEN.
-
De ruimte haspel openen.
-
De draadspoel op de haspel plaatsen, en hierbij het uiteinde van
de draad naar boven houden, controleren of de aandrijfpin van de
haspel op correcte wijze in het voorzien gat behuisd is (1a).
-
De contrarol/rollen van druk vrijmaken en verwijderen van de
onderste rol/rollen (2a).
-
Verifiëren of de rol/rollen van tractie geschikt is/zijn voor de
gebruikte draad (2b).
-
Het uiteinde van de draad vrijmaken, het vervormd uiteinde recht
en zonder bramen afknippen, de spoel draaien tegen de wijzers
van de klok en het uiteinde van de draad in de draadgeleider van
de ingang steken en 50-100mm in de draadgeleider van de
aansluiting toorts (2c) duwen.
-
De contrarol/rollen terugplaatsen en de druk ervan regelen op een
gemiddelde waarde; verifiëren of de draad correct geplaatst is in
de uitholling van de onderste rol (3).
-
De haspel lichtjes afremmen door in te grijpen op de
desbetreffende stelschroef geplaatst in het midden van de haspel
zelf (1b) .
-
De sproeier en het contactbuisje wegnemen (4a) .
-
De stekker in het stopcontact steken, de lasmachine
aanschakelen, de drukknop toorts of de drukknop voorwaartse
beweging draad op het bedieningspaneel (indien aanwezig)
indrukken en wachten tot het uiteinde van de draad, nadat hij
heel het omhulsel van de draadgeleider doorlopen heeft 10-
15cm uit het voorste gedelete van de toorts steekt, de drukknop
loslaten.
OPGELET! Tijdens deze operaties is de draad onder
elektrische spanning onderworpen aan mechanische
i n s p a n n i n g e n ;
voorzorgsmaatregelen treft, kan dit leiden tot gevaar voor
elektroshock, kwetsingen en ontstaan van elektrische bogen.
2
-
Het mondstuk van de toorts niet tegen lichaamsdelen richten.
-
De toorts niet naar de gasfles brengen.
-
Het contactbuisje en de sproeier terug op de toorts monteren (4b).
-
Verifiëren of de voorwaartse beweging van de draad regelmatig
verloopt; de druk van de rollen en de afremming van de haspel
ijken op de mogelijke minimum waarden en hierbij verifiëren of de
draad niet glijdt in de uitholling en of op het ogenblik van de
stilstand van de tractie de draadwikkelingen niet los geraken
wegens een excessieve inertie van de spoel.
-
Het uiteinde van de uit de sproeier komende draad op 10-15mm
afknippen.
-
De ruimte haspel sluiten.

6. LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE

-
De retourkabel aan het te lassen stuk bevestigen.
-
De polariteit verifiëren (FLUX).
-
Als de massieve draad wordt gebruikt, dient tevens de
toevoer van het beschermingsgas met behulp van de drukregelaar
te worden geopend en afgesteld (5/7 l/min.).
LET OP! Vergeet niet het beschermingsgas af te sluiten na
beëindiging van de werkzaamheden.
-
Het lasapparaat aanzetten en de lasstroom met de schakelaars of
de draaicommutator (indien aanwezig) instellen.
-
Om het lassen te starten de drukknop toorts indrukken .
-
Om de parameters van het lassen te regelen, (indien voorzien) de
snelheid van de draad instellen met de desbetreffende knop tot
men een regelmatig lassen bekomt. (Fig.B-3).
WERKING PUNTLASSEN (indien voorzien)
-
Om de tijd van het lassen te wijzigen, ingrijpen op de regelknop
(Fig.B-5).
7. ONDERHOUD
OPGELET! VOORDAT MEN DE ONDERHOUDSOPERATIES
UITVOERT, MOET MEN VERIFIËREN OF DE LASMACHINE
UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET
VOEDINGSNET.
GEWOON ONDERHOUD:
DE OPERATIES VAN GEWOON ONDERHOUD KUNNEN
UITGEVOERD WORDEN DOOR DE OPERATOR.
- 24 -
VOORDAT
MEN
BEGINT
i n d i e n m e n n i e t d e g e s c h i k t e
Fig. I
Fig. L
MET
DE

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Ken-880-1980k

Table of Contents