Gasaansluiting - Carbest 70178 User Instruction

Gas cooker / cooker-sink combination
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 16
NL
CARBEST gasfornuis l 70178-70181 / 70183 /70557-70559 / 70561-70563 / 70567-70569
Het toestel moet met siliconen of gelijkwaardig aan het toestel worden bevestigd.
Als u het toestel vlak met het toestel wilt installeren, moet u het gat dat in het toestel is gemaakt uitfrezen (1
cm breed, 1 cm diep).
Om het toestel te bevestigen brengt u een strook silicone aan langs de onderkant van het glas Steek het toe-
stel in het gat van het toestel en druk het zachtjes aan tot de silicone hard wordt (minstens 3 uur).
Het toestel is nu aan het toestel bevestigd. Voor eventuele onderhoudswerkzaamheden waarbij het apparaat
van het apparaat moet worden gedemonteerd, moet de silicone met een cutter worden afgesneden. Alvo-
rens het apparaat opnieuw te bevestigen, moet u de silicone van het glas van het apparaat en van het gat in
het apparaat verwijderen.

5. Gasaansluiting

Voordat u de gastoevoer aansluit, dient u zich ervan te vergewissen dat de plaatselijke distributievoorwaar-
den (gassoort en -druk) en de afstelling van het toestel met elkaar in overeenstemming zijn. De afstellings-
voorwaarden van het toestel zijn aangegeven op het gegevensplaatje aan de onderzijde.
De ingang van het toestel bestaat uit een gasklep met het uiteinde naar de zijkant, om de installatie te ver-
eenvoudigen.
Het uiteinde is cilindervormig, 8 mm diameter, zonder schroefdraad, voor ten minste 30 mm. Indien de gel-
dende installatienormen dit toestaan, kan de aansluiting op de gasleiding geschieden door middel van een
flexi-pijp met een gasdichte persfitting (compleet met ogive).
In het specifieke geval van een inbouwinstallatie verbiedt UNI 7131 een rechtstreekse aansluiting van het
toestel op de gasfles via een flexi-pijp. Daarom moet het toestel worden aangesloten op een vast systeem
(UNI 7129), dat met de gasfles en het toestel wordt verbonden door flexibuizen (UNI 7140) met een rubbe-
ren inzetstuk en relatieve klemmen (UNI 7141). De flexi-pipe mag maximaal 1,5 m lang zijn, zonder tussen-
verbindingen, en mag niet door twee verschillende ruimten lopen. De verbindingen mogen er niet toe leiden
dat de buis verdraaid, gebogen of geplet wordt en de buis mag niet in contact komen met scherpe voorwer-
pen of randen en mag een temperatuur van 50°C niet overschrijden. De flexi-pipe en de desbetreffende rub-
beren inlage moeten inspecteerbaar zijn.
De op de gasfles gemonteerde regelaar moet voldoen aan EN 12864.
Om de flexi-pijp van het toestel geschikt te maken voor aansluiting, moet aan de kant van het toestel een
rubberen insteeksteun conform UNI 7141 met bijbehorende klemmen worden gebruikt. Het is noodzakelijk
hiervoor een adapter te gebruiken (indien niet meegeleverd met het toestel, vraag er een aan de Technische
Assistentie). Deze adapter wordt via een gasdichte persverbinding verbonden met het gladde uiteinde van
het toestel en via een schroefdraadverbinding (conform ISO 7-1 indien de rubber inzetstukhouder niet met
het toestel wordt meegeleverd) met de rubber inzetstukhouder. Let op de markering van de schroefdraad op
de adapter: controleer of deze compatibel is met die van de rubber inzetstukhouder.
LET OP: Controleer na voltooiing van de installatie de afdichting van de aansluiting volgens de
door de geldende wetgeving aangegeven methoden. Gebruik nooit een open vlam.
Controle van de goede werking van de branders
Controleer na de installatie van het apparaat of alle branders goed werken.
Controleer de ontsteking, conform de gebruiksaanwijzing, de stabiliteit van de vlam, het behoud van de vlam
bij het draaien van de knop van maximum naar minimum. De vlam mag niet oplaaien of uitgaan.
81

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents