Periodieke Controles - Mitsubishi Electric PFD-P250VM-A Operation Manual

Indoor unit
Hide thumbs Also See for PFD-P250VM-A:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 4

15. Periodieke controles

Tabel 1 Onderhoud en controles
Unit Onderdelen
Controlefrequentie
Ventilator-
motor
Lager
6 maanden
Ventilator-
riem
Luchtfilter
3 maanden
Afvoervat
6 maanden
Afvoerslang
Lineaire
expansie-
klep
1 jaar
Warmte-
wisselaar
Vlotter-
6 maanden
schakelaar
Weergave-
1 jaar
lampje
Compressor
6 maanden
Ventilator-
motor
Lineaire
expansieklep
Warmte-
wisselaar
Druk-
1 jaar
schakelaar
Koel-
ventilator
voor
omzetter
s s s s s De unit verplaatsen of verwijderen
• Specialistische vakkennis is nodig voor het verplaatsen van de unit. Neem contact op met de dealer of een deskundige die door de fabrikant is aanbevolen.
• De koelvloeistof moet worden verwijderd voordat de unit kan worden verschroot. Neem contact op met de dealer of een consultant die door de fabrikant is aanbevolen.
56
Controles
• Controleer op bedrijfslawaai.
• Meet isolatieweerstand.
• Controleer op bedrijfslawaai.
• Controleer riemspanning.
• Controleer (visueel) op slijtage en be-
schadiging.
• Controleer op bedrijfslawaai.
• Controleer (visueel) op verontreiniging
en beschadiging.
• Reinig
• Controleer op verontreiniging en verstop-
ping van afvoer.
• Controleer op loszittende montageschroeven.
• Controleer op slijtage.
• Controleer waterslot van slang (spuit
water in slang).
• Controleer op verontreiniging en verstop-
ping van afvoer.
• Controleer op slijtage.
• Controleer werking met behulp van
bedieningsgegevens.
• Controleer op verstopping, verontreini-
ging en beschadiging.
• Controleer uiterlijk.
• Controleer op vasthechting van vreemde
stoffen.
• Controleer werking van lampje.
• Controleer op bedrijfslawaai.
• Meet isolatieweerstand.
• Controleer (visueel) op loszittende aansluitklemmen.
• Controleer op bedrijfslawaai.
• Meet isolatieweerstand.
• Controleer werking met behulp van
bedieningsgegevens.
• Controleer op verstopping, verontreini-
ging en beschadiging.
• Controleer op gebroken bedrading, slij-
tage en niet-aangesloten connectoren.
• Meet isolatieweerstand.
• Controleer op bedrijfslawaai.
• Meet isolatieweerstand.
• Controleer foutengeschiedenis.
Evaluatiecriteria
• Geen abnormaal lawaai.
• Isolatieweerstand 1 MΩ of meer.
• Geen abnormaal lawaai.
• Doorbuigingsbelasting 3 - 4 kg per riem.
Optimale doorbuiging van 5 mm.
• Maximale uitrekking in riemomtrek van
2% in vergelijking met oorspronkelijke
omtrek.
• Geen slijtage of beschadiging.
• Geen abnormaal lawaai.
• Geen verontreiniging of beschadiging.
• Geen verontreiniging of verstopping.
• Geen loszittende schroeven.
• Geen ernstige slijtage.
• Geen verontreiniging of verstopping.
• Geen ernstige slijtage.
• Toepasselijke temperatuurverandering
in verhouding tot wijziging in regel-
opening.
• Geen verstopping, verontreiniging of
beschadiging.
• Geen slijtage of gebroken bedrading.
• Geen vreemde stoffen.
• Brandt bij uitvoer AAN.
• Geen abnormaal lawaai.
• Isolatieweerstand 1 MΩ of meer.
• Geen loszittende aansluitklemmen.
• Geen abnormaal lawaai.
• Isolatieweerstand 1 MΩ of meer.
• Toepasselijke temperatuurverandering
in verhouding tot wijziging in regel-
opening.
• Geen verstopping, verontreiniging of
beschadiging.
• Geen gebroken bedrading, slijtage of
niet-aangesloten connectoren.
• Isolatieweerstand 1 MΩ of meer.
• Geen abnormaal lawaai.
• Isolatieweerstand 1 MΩ of meer.
• Geen warmtegeleiderbeveiliging (4230,
4330) in foutengeschiedenis.
Onderhoud
Vervangen wanneer isolatie is versleten.
Vervangen wanneer abnormaal lawaai
hoorbaar is ondanks bijvullen van olie.
Jaarlijks olie bijvullen.
Spanning afstellen.
Vervangen wanneer uitrekking van riem
2% of meer is of wanneer riem 8.000 uur
of langer is gebruikt.
Vervangen wanneer riem is versleten of
beschadigd.
Reinigen
Vervangen wanneer filter ernstig is veront-
reinigd of beschadigd.
Reinigen bij verontreiniging of verstopping.
Schroeven aandraaien.
Vervangen bij ernstige slijtage.
Reinigen bij verontreiniging of verstopping.
Vervangen bij ernstige slijtage.
Vervangen wanneer de klep zelf de oor-
zaak is van de problemen bij gebruik.
Reinigen
Vervangen wanneer bedrading is gebro-
ken of bij ernstige slijtage.
Reinigen wanneer vreemde stoffen zich hebben vastgehecht.
Lamp vervangen wanneer deze niet brandt
bij uitvoer AAN.
Vervangen wanneer isolatie is versleten
terwijl koelvloeistof circuleerde.
Loszittende aansluitklemmen vastzetten.
Vervangen wanneer isolatie is versleten.
Vervangen wanneer de klep zelf de oor-
zaak is van de problemen bij gebruik.
Reinigen
Vervangen wanneer bedrading is gebroken,
na kortsluiting, wanneer bedrading ernstig is
versleten of wanneer isolatie is versleten.
Vervangen bij abnormaal lawaai, wanneer
isolatie is versleten of een fout is opgetre-
den.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Pfd-p500vm-a

Table of Contents