EINHELL GC-HC 90/2046 T Operating Instructions Manual page 107

1. Afbeelding 12: Schuif de haak (pos. 5a) van
de bevestiging van de schouderriem in de
draagriemhouder (pos. 17).
2. Afbeelding 13: Leg de schouderriem (pos. 5)
over de schouder en stel de lengte zo in, dat
de riemhouder zich op heuphoogte bevindt.
3. Opgelet!
Afbeelding 14: De schouderriem is uitgerust
met een snelontgrendeling. Druk de haken
samen indien het noodzakelijk is om het ap-
paraat snel weg te leggen (pos. 5a) en trek
de schouderriem (pos. 5) uit de draagriem-
houder.
6.2 Verstelling van de handgreep (afbeelding
15)
Opgelet: Trek de netstekker uit de contactdoos
voordat u de handgreep verstelt.
Schuif aan het draai-element (pos. 8) de ont-
grendeling (pos. 18) naar voor en draai de hand-
greep (pos. 4) in de gewenste positie (-90°/-45°/
0°/45°/90°).
Let erop dat de ontgrendeling goed vastklikt.
6.3 Aansluiting aan de stroomtoevoer
• Sluit de netkabel aan op een geschikte ver-
lengkabel. Controleer of de verlengkabel is
ontworpen voor het vermogen van de ketting-
zaag.
• Beveilig de verlengkabel (pos. A) zoals ge-
toond in afbeelding 16 tegen trekkrachten en
onopzettelijk uittrekken.
• Sluit de verlengkabel aan op een zoals voor-
geschreven geïnstalleerde contactdoos met
aardingscontact. Wij bevelen het gebruik van
signalerend gekleurde kabels (rood of geel)
aan. Dat verlaagt het gevaar van een onop-
zettelijke beschadiging door de kettingzaag.
6.4 In-/Uitschakelen (afbeelding 15)
a) Inschakelen
- Houd de kettingzaag met één hand vast aan
de handgreep (pos. 4) en met de tweede
hand aan het greepvlak (afbeelding 1, pos. 2).
- Schuif de inschakelblokkering (pos. 3) naar
voor en druk op de Aan/Uit-schakelaar
(pos. 7). Laat de inschakelblokkering (afbeel-
ding 8, pos. 3) weer los.
b) Uitschakelen
- Laat de Aan/Uit-schakelaar (pos. 7) los.
- Trek altijd de netstekker uit, wanneer u het
werk onderbreekt.
Anl_GC_HC_90-2046_T_SPK13.indb 107
NL
7. Werken met de kettingzaag
Voorbereiding
Controleer vóór elk gebruik en bij eventuele
beschadiging de volgende punten om veilig te
kunnen werken:
Toestand van de kettingzaag
Onderzoek de kettingzaag vóór het begin van
de werkzaamheden op beschadigingen aan de
behuizing, de netkabel, de zaagketting en aan het
zwaard. Neem nooit een duidelijk beschadigd ap-
paraat in bedrijf. - Gevaar van ongevallen!
Gevaar! De bescherminrichtingen mogen niet
worden verwijderd of gemodifi ceerd. - Gevaar
van ongevallen! Gebruik de zaag niet als de
bescherminrichtingen niet foutloos functioneren.
Probeer geen veiligheidsrelevante beschermin-
richtingen zelf te repareren, maar wend u zich
tot onze service of een daarvoor gekwalifi ceerde
werkplaats.
Gebruik alleen door de fabrikant toegelaten toe-
behoren en onderdelen. Anders bestaat het ge-
vaar van ongevallen of schade aan het apparaat.
Olietank
Vulstand van de olietank. Controleer ook tijdens
het werk of er altijd voldoende olie in de tank zit.
Zet de zaag nooit in wanneer er geen olie voor-
handen of het oliepeil onder de min-markering
gedaald is, om te vermijden dat de kettingzaag
beschadigd raakt. Een vulling volstaat in de regel
voor 10 minuten, afhankelijk van de pauzes en de
belasting.
Zaagketting
Spanning van de zaagketting, toestand van de
snijkanten. Hoe scherper de zaagketting, des te
gemakkelijker en meer gecontroleerd de ketting-
zaag kan worden gehanteerd. Hetzelfde geldt
voor de kettingspanning. Controleer ook tijdens
het werk minstens om de 10 minuten de ketting-
spanning, om uw veiligheid te verhogen! Met
name nieuwe zaagkettingen neigen tot verhoogde
uitrekking.
Bij ingeschakeld apparaat de zaagketting niet
aanraken. Als de zaagketting door een voorwerp
wordt geblokkeerd, schakel het apparaat dan
meteen uit – verwijder daarna het voorwerp - Ver-
wondingsgevaar!
- 107 -
09.11.2022 15:09:27