EINHELL GC-HC 90/2046 T Operating Instructions Manual page 106

5.2 Zwaard en zaagketting monteren (afbeel-
ding 5-7)
1. Verwijder met het multifunctionele ge-
reedschap SW13/4mm (pos. 22) de beves-
tigingsschroef voor de afdekking van het
kettingwiel (pos. 20).
2. Neem de afdekking van het kettingwiel eraf.
3. Leg de zaagketting (pos. 13) in de omlopende
groef van het zwaard (pos. 12).
4. Leg zwaard (pos. 12) en zaagketting (pos. 13)
in de adapter van de hoogsnoeier. Leid daar-
bij de zaagketting om het rondsel (pos. 1a)
heen en hang het zwaard in in de spanbouten
(pos. 1b).
5. Monteer de afdekking van het kettingwiel en
draai de bevestigingsschroef handvast aan.
Aanwijzing: Draai de bevestigingsschroef pas na
het instellen van de kettingspanning (zie punt 5.3)
defi nitief vast.
5.3 Zaagketting spannen (afbeelding 8-10)
1. Draai de bevestigingsschroef voor de afdek-
king van het kettingwiel iets los (multifunctio-
neel gereedschap SW13/4mm gebruiken).
2. Stel met het multifunctioneel gereedschap
SW13/4mm (pos. 22) via de spanschroef
(pos. 1c) de spanning van de zaagketting in.
Naar rechts draaien verhoogt de kettingspan-
ning, naar links draaien verlaagt deze. De
zaagketting is juist gespannen, wanneer hij
in het midden van het zwaard ca. 2 mm kan
worden opgetild.
3. Draai de bevestigingsschroef (pos. 1d)
voor de afdekking van het kettingwiel (pos.
20) vast (multifunctioneel gereedschap
SW13/4mm gebruiken).
Gevaar! Alle kettingschakels moeten zoals voor-
geschreven in de geleidegroef van het zwaard
liggen.
Aanwijzingen om de ketting te spannen
De zaagketting moet juist zijn gespannen om
een veilig bedrijf te garanderen. U herkent de
optimale spanning, wanneer de zaagketting in
het midden van het zwaard ca. 2 mm kan worden
opgetild (afbeelding 9). Aangezien de ketting
zich door het zagen verhit en daardoor de lengte
ervan verandert, moet u minstens om de 10 min
de kettingspanning controleren en deze indien
nodig regelen. Dat geldt met name voor nieuwe
zaagkettingen. Ontspan na afgesloten werk de
zaagketting, omdat deze tijdens het afkoelen kor-
ter wordt. Zo verhindert u dat de ketting schade
oploopt.
Anl_GC_HC_90-2046_T_SPK13.indb 106
NL
5.4 Smering van de zaagketting
Waarschuwing! Vóór controles en afstelwerk-
zaamheden altijd de netstekker uit het stop-
contact trekken. Draag om verwondingen te
vermijden altijd werkhandschoenen wanneer u
werkzaamheden uitvoert aan de kettingzaag.
Aanwijzing! Zet de ketting nooit in zonder zaag-
kettingolie! De inzet van de kettingzaag zonder
kettingolie of bij een oliepeil onder het zicht-
venster kan beschadiging van de kettingzaag tot
gevolg hebben!
Aanwijzing! Houd rekening met temperatuurver-
houdingen: verschillende omgevingstemperatu-
ren vereisen smeermiddelen met een zeer uiteen-
lopende viscositeit. Bij lage temperaturen heeft u
dunvloeibare olies nodig (lage viscositeit) om een
toereikende smeerfi lm te genereren. Wanneer u
nu diezelfde olie in de zomer gebruikt, dan zou
deze alleen al door de hogere temperaturen ver-
der vloeibaar worden. Daardoor kan de smeerfi lm
afscheuren, de ketting zou oververhit raken en
kan schade oplopen. Bovendien verbrandt de
smeerolie, hetgeen leidt tot een onnodige uitstoot
van schadelijke stoff en.
5.4.1 Olietank vullen (afbeelding 11):
Waarschuwing! Tank alleen in de openlucht
en rook niet tijdens het vullen.
•
Zet de kettingzaag op een vlakke ondergrond.
•
Omgeving rond de dop van de olietank (pos.
19) reinigen en deze vervolgens openen.
•
Tank (pos. 19a) vullen met zaagkettingolie.
Let er daarbij op dat er geen vuil in de tank
belandt, opdat de olieverstuiver niet verstopt
raakt.
•
Dop van de olietank (pos. 19) sluiten.
6. Bedrijf
Gelieve de wettelijke bepalingen inzake de veror-
dening voor de bestrijding van lawaaioverlast na
te leven, die plaatselijk kunnen verschillen.
6.1 Schouderriem omdoen
Waarschuwing! Draag bij het werk altijd een
schouderriem. Schakel het apparaat altijd uit,
voordat u de schouderriem losmaakt. Er bestaat
verwondingsgevaar.
- 106 -
09.11.2022 15:09:27