Advertisement
INBEDRIJFSTELLING
?
O P M E R K I N G
Voer stroomdraden L1 en N (voor 1~ 230V 50Hz) in de gele ring, maak
deze met 3 draaien vast en vestig de draden met een kabelbinder
(accessoire). Zoals aangetoond op de afbeelding, voer de draden niet
vanuit verschillende kanten in de ring.
Voer de aarde draad in de groene ring, maak deze met 4 draaien vast en
vestig de draad met een kabelbinder.
11.4.2 Voor RAS-(8-12)FSXNME
12 INBEDRIJFSTELLING
12.1 VOORAFGAANDE CONTROLES
Wanneer de installatie is voltooid, laat u het systeem
proefdraaien volgens de installatie- en bedieningshandleiding
van de afstandsbediening PC-ARFP1E en overhandigt u
het systeem aan de klant. Laat de binnenunits een na een
proefdraaien. Proefdraaien is ook mogelijk vanaf de buitenunit.
!
L E T O P
•
Controleer of de koelmiddelleidingen en de communicatiekabels
tussen de buitenunit en de binnenunits zijn aangesloten op hetzelfde
koelmiddelcircuit. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot storingen of
zelfs ernstige ongevallen.
•
Zorg ervoor dat de hoofdvoeding minstens 12 uur op voorhand wordt
ingeschakeld, om de olie van de compressor op te warmen met
behulp van de verwarmingselementen.
193
PMML0511 rev.3 - 12/2020
Elektrische box
Schroef (M3,5)
Detail van
aansluitklemplaat
voor voedingsbrond
en besturingscircuit.
3N~ 400V 50 Hz
1
2
Besturingsbedrading
Schroef (M5)
Aardeklem
R
S
MP
T
3
N
Aardleider
Voedingskabel
Kabelklem (voor voedingskabel en
besturingscircuitkabel)
•
Controleer of alle elektrische componenten in de installatie
(aardelekschakelaars, circuitonderbrekers, kabels, verbindingen,
klemmen
en
hoofdschakelaars)
overeenstemming met de in deze handleiding vermelde
elektriciteitsgegevens. Controleer of al deze componenten voldoen
aan de nationale en lokale normen.
?
O P M E R K I N G
•
Gebruik afgeschermde kabels (> 0,75 mm
drading, om elektromagnetische ruis te voorkomen. (De totale lengte
van de afgeschermde kabel mag niet langer dan 1000 m zijn en de
diameter moet in overeenstemming met de lokale normen zijn.)
•
Controleer de aansluiting van de voedingsklemmen en van de
toevoerspanning volgens de specificaties van elk model.
Gebruik het systeem pas nadat alle controlepunten zijn afgewerkt:
•
Controleer of de buitenunit en binnenunits hetzelfde
circuitnummer hebben op het DSW-koelmiddelcircuit.
•
Controleer de annulering van eindweerstand DWS van de
correct
gekozen
zijn
in
) voor de communicatiebe-
2
Advertisement
