Advertisement
NAMEN VAN ONDERDELEN
7.4 SPECIFIEKE VOORWAARDEN NAARGELANG TYPE INSTALLATIE
7.4.1 De unit op een betonnen fundering
installeren
1 De fundering moet vlak zijn en bij voorkeur 100-300 mm
boven het vloeroppervlak.
2 Breng rondom de fundering een afvoerkanaal aan, zodat het
afvoeren probleemloos zal verlopen.
3 Wanneer u de buitenunit installeert, zet u deze vast met
M10-ankerbouten. Snij het deel A van de ankerbouten weg
om vlot de onderhoudsklep te verwijderen. De fundering
moet volledig worden bedekt met trillingsbestendige matten.
Ankerbout M10
(Ø12,5 opening)
Trillingsvrij rubber
?
O P M E R K I N G
Wanneer de met een * gemarkeerde dimensie vastzit, is het aanleggen
van de leidingen via de onderzijde eenvoudig uit te voeren zonder dat de
fundering hoeft te worden doorbroken.
4 Voor RAS-(4-6)FS(V)NME is een extra metalen plaat (niet
meegeleverd) nodig om de installatie steviger te maken als
de basis breder is dan het frame.
-
Materiaal: Warmgewalste vloeistalen
-
Plaat (SPHC) plaatdikte: 4,5 T
Framebreedte
<
Breedte grondplaat
>
van buitenunit
180
PMML0511 rev.3 - 12/2020
Eenheid: mm
A
Buitenunit
Mortelgat
(Ø100 x diepte 150)
Afvoer
Afvoer
(breedte 100 x diepte 150)
*
* Ruimte voor
neerwaartse
leidingen
* Ruimte voor
*
neerwaartse
leidingen
Breedte van metalen plaat
7.4.2 De unit aan de muur bevestigen
Om de buitenunit aan de muur te
bevestigen, zoals afgebeeld, dient
u ervoor te zorgen dan de fundering
sterk genoeg is om vervorming en
geluid te voorkomen. Gebruik een
rubberen mat om te voorkomen dat
trillingen worden overgebracht op het
gebouw. (Steun niet meegeleverd)
(mm)
A
RAS-(4-6)FS(V)NME
1109
RAS-(8-12)FSXNME
1173
7.4.3 De unit ophangen
Controleer of de muur het
gewicht van de buitenunit dat is
aangegeven op het kenplaatje,
kan dragen. Het is raadzaam
elke steun zo te selecteren dat
deze het volledige gewicht van
de unit kan dragen (in verband
met spanningsvermoeidheid die
optreedt wanneer de unit ook
werkt). Hang de unit op zoals in de
tekening wordt aangegeven.
!
L E T O P
•
Zorg er bij installatie voor dat de buitenunit niet voorover kan hellen,
trillen, geluid kan maken of kan vallen bij harde windstoten of tijdens
een aardbeving. Bereken de aardbevingbestendigheid om er zeker
van te zijn dat de installatie sterk genoeg is en niet kan vallen. Zet
de unit vast met ijzerdraad (niet-meegeleverd) bij installatie op een
onbeschermde locatie zonder muren die kan worden blootgesteld
aan windvlagen.
•
Om een trillingsbestendige mat te gebruiken, bevestigt u ze op vier
plaatsen aan zowel de voor- en achterkant.
7.4.4 Wanneer de unit is blootgesteld aan
harde wind
Voor installatie op het dak of een locatie zonder omringende
gebouwen waar het product is blootgesteld aan sterke wind.
•
Kies een locatie waar de in- of
uitlaat van het product niet wordt
blootgesteld aan harde wind.
•
Wanneer de uitlaat is blootgesteld
aan harde wind:
Directe, harde wind kan de
luchtstroom verhinderen en de
normale werking nadelig beïnvloeden.
!
L E T O P
Harde wind op de uitlaat van de buitenunit kan de ventilator de andere
kant doen draaien en daarbij de rotor en motor beschadigen.
Rubber
materiaal (niet-
meegeleverd)
C
Rechterkant
Linkerkant
Rechterkant
B
C
A
B
116
30
1109
116
110
34,5
1173
110
Wandbeugel
(niet-meegeleverd)
Ankerbouten
meegeleverd)
C
75
75
(niet-
Advertisement
