Gebruik Van De Machine - Stiga MPST 84 Li 48 V1 Quick Manual For Use

De Bluetooth-verbinding wordt automatisch
geactiveerd wanneer de machine wordt gestart
en de succesvolle verbinding met het apparaat
wordt bevestigd door het oplichten van de icoon
Afb. 13.M.

5. GEBRUIK VAN DE MACHINE

5.1. VOORAFGAANDE HANDELINGEN
• Controle van de accu's
Laad de accu volledig op voordat u de machine voor de eerste keer
na aankoop gebruikt (par.6.1).
• Verstelling van de stoel
Zie afbeelding 14.
• Druk van de banden
1. Sluit een persluchtpistool voorzien van manometer aan op het
ventiel van het wiel (Afb. 15).
2. Regel de druk op de waarden aangegeven in de tabel "Tech-
nische Gegevens".
• Voorbereiding van de machine voor het werk
OPMERKING Met deze machine kan men het gras op verschil-
lende wijzen maaien; vooraleer het werk aan te vangen, raadt men
aan de machine af te stellen al naargelang de wijze waarop men het
gras wil maaien.
1. Voorbereiding voor het maaien en de zijdelingse aflaat van het
gras op de grond (enkel voor modellen met zijdelingse opvang)
2. Voorbereiding voor het maaien en opvangen van het gras in
de opvangzak (enkel voor modellen met opvang achteraan
type "III") (afb. 16).
3. Voorbereiding voor het maaien en de aflaat achteraan van het
gras op de grond (enkel voor modellen met opvang achteraan)
(afb. 17).
4. Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen van het gras (alleen
met specifieke kit "mulching").
• Herpositionering van de antiscalp wielen
1. Voor modellen met zijdelingse aflaat (afb. 24).
2. Voor modellen met opvang achteraan (afb. 25).
5.2. VEILIGHEIDSCONTROLES
• Algemene veiligheidscontroles
Object
Accu's.
Bedieningselementen
knoppenbord.
Achterste aflaatbescherming,
opvangzak.
Elektrische kabels.
Activeer de machine in
vooruit/achteruit, en laat het
gaspedaal los.
Veiligheidsinrichtingen
Resultaat
Geen schade aan het
omhulsel en de bedekking
ervan.
Ongeschonden. Geen schade.
Ongeschonden. Geen schade.
Correct gemonteerd.
Isolatie volledig intact.
Geen mechanische schade.
De machine vertraagt en
stopt.
Ze werken zoals is aangeduid
in de volgende paragraaf.
• Controles van de veiligheidsinrichtingen
Status De gebruiker zit op de machine.
Tractiepedaal in vrijstand (pedaal gelost).
Noodstopknop gedeactiveerd.
Actie Steek de veiligheidssleutel goed in zijn zitting.
Resultaat De machine is klaar voor de inschakeling.
Status Machine ingeschakeld of in beweging.
Actie Verlaat de bestuurdersstoel.
Resultaat Alle services worden gedeactiveerd. De icoon
Afb. 13.E knippert en de icoon Afb. 13.P licht op.
Status De gebruiker zit op de machine.
Tractiepedaal in positie van vooruit- of
achteruitbeweging.
Actie Probeer de machine in te schakelen.
Resultaat De iconen Afb. 13.E en Afb. 13.O blijven aan, de
leds van de accu 1, 2, 4 en 5 knipperen.
Knoppenbord type "I" en "II"
Knoppenbord type "III"
Status Noodstopknop geactiveerd.
Actie Probeer de machine in te schakelen.
Resultaat De machine wordt ingeschakeld. De icoon Afb. 13.E
knippert en de icoon Afb. 13.Q licht op.
De tractie en de maai-inrichtingen werken niet.
Status Maai-inrichtingen gekoppeld
Actie Activeer de achteruitversnelling zonder de knop
voor de vrijgave voor het achteruit maaien ingedrukt
te houden.
Resultaat De maai-inrichtingen wordt ontkoppeld.
Status Maai-inrichtingen gekoppeld
Actie Til de opvangzak op of verwijder de achterste
aflaatbescherming (enkel voor modellen met
opvang achteraan).
Resultaat De maai-inrichtingen wordt ontkoppeld.
Status Machine ingeschakeld en in beweging.
Actie Laat het gaspedaal los.
Resultaat De machine vertraagt en stopt.
Status Machine ingeschakeld en in beweging.
Actie Voer een rijtest uit.
NL - 6