Herstellingsgids - Hayward AccessLine HP3051DT3HM Installation Instructions Manual

6. BIJLAGEN (vervolg)

6.3 Herstellingsgids

Probleem
Defect sonde wateraanvoer
Defect sonde waterafvoer
Defect sonde buitentemperatuur
Defect ontdooiingssonde
Hogedrukbeveiliging
Lagedrukbeveiliging
Defect debietdetector
Te groot temperatuurverschil
tussen het aangevoerde en het
afgevoerde water (Modus koelen)
Antivriesbescherming
koude modus
Communicatieprobleem
Antivriesbescherming van
niveau 1
Antivriesbescherming van
niveau 2
Bedrijfslimiet bereikt
Bezig met ontdooiing
28
Foutcodes Beschrijving
De sensor is open of heeft een

kortsluiting.
De sensor is open of heeft een

kortsluiting.
De sensor is open of heeft een

kortsluiting.
De sensor is open of heeft een

kortsluiting.
Druk van het koelcircuit te
hoog of waterdebiet te laag of

verdamper verstopt of te laag
luchtdebiet.
Druk van het koelcircuit te
laag of luchtdebiet te laag of

verdamper verstopt.
Waterdebiet onvoldoende of

detector in kortsluiting of defect.
Waterdebiet in volume
onvoldoende, verschil in

waterdruk te laag / te hoog.
Temperatuur waterafvoer < 4°C.

Slechte werking van de
LED-controller of de PCB-

aansluiting.
2°C < Watertemperatuur < 4°C

en luchttemperatuur < 0°C.
Watertemperatuur < 2°C

en luchttemperatuur < 0°C.
Omgevingstemperatuur < 10°C. Stop de warmtepomp en leeg de

Geen afwijking.
/
Bepaalde verrichtingen moeten door
een erkend technicus uitgevoerd
worden.
Oplossing
Controleer of vervang de sensor.
Controleer of vervang de sensor.
Controleer of vervang de sensor.
Controleer of vervang de sensor.
Controleer de drukregelaar van
de hoge druk en de druk van het
koelcircuit.
Controleer het water- of
luchtdebiet. Controleer of de
debietregelaar goed werkt.
Controleer de opening van de
wateraanvoer/afvoerkleppen.
Controleer de afstelling van de
bypass.
Controleer de drukregelaar van
de lage druk en de druk van het
koelcircuit om te zien of er een
lek is.
Reinig het oppervlak van de
verdamper.
Controleer de rotatiesnelheid
van de ventilator.
Controleer de vrije luchtcirculatie
door de verdamper.
Controleer het waterdebiet,
controleer de filtreerpomp en de
debietdetector om te zien of er
eventuele werkingsproblemen
zijn.
Controleer het waterdebiet of de
verstopping van het systeem.
Stop de warmtepomp en leeg de
condensor. Vorstgevaar.
Controleer de kabelaansluiting.
Stop de warmtepomp en leeg de
condensor. Vorstgevaar.
Stop de warmtepomp en leeg de
condensor. Vorstgevaar.
condensor. Vorstgevaar.
Wacht tot het einde van het
ontdooien.