Apparaat-elementen
1 Filterzak van vlies
2 Luchtinlaatleidingen
3 Zuigslang
4 Typeplaatje
5 Handgreep
6 Netkabel
7 Netsnoerfixering
8 Zuigkop
9 Vergrendeling van de zuigkop
10 Bevestigingspunt voor toebehoren
11 Wiel
12 Zwenkwiel
13 Vuilreservoir
14 Opname voor vloerspuitkop
15 Hoofdschakelaar
16 Omschakelaar harde oppervlakken/
vaste vloerbekleding
17 Vloersproeier
18 Zuigbuis
19 Zuigkrachtregelaar (traploos)
20 Elleboog
21 Hoofdfilterkorf
22 Filter voor bescherming van de motor
23 Rooster van het motorbeschermingsfil-
ter
Kleurmarkering
Bedieningselementen voor het reini-
–
gingsproces zijn geel.
Bedieningselementen voor het onder-
–
houd en de service zijn lichtgrijs.
Inbedrijfstelling
Het apparaat kan op 2 manieren gebruikt
worden:
1 Gebruik met filterzak van vlies of filter-
zak van papier (extra accessoire)
2 Gebruik zonder filterzak
Controleren, of hoofdfilterkorf in het ap-
paraat aangebracht is.
Montage van de filterzak
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Hoofdfilterkorf eraf nemen.
Vliesfilterzak of papieren filterzak (extra
toebehoren) aanbrengen.
Hoofdfilterkorf erin zetten.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Apparaat inschakelen
Steek de netstekker in de contactdoos.
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar in.
Reinigingswerking
Omschakelaar van de vloersproeier op
harde oppervlakken of vaste vloerbe-
kleding zetten.
Zuigkracht met de zuigkrachtregelaar
regelen (traploos).
Reiniging uitvoeren.
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar uit.
Netstekker uittrekken.
Reservoir leegmaken.
Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen door afzuigen en afvegen met
een vochtige doek.
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
– 2
NL
Bediening
Na elk bedrijf
Vervoer
25