Zorg dat het apparaat tijdens installatie, onderhoud en
•
reparatie van het stroomnet is losgekoppeld en niet
wordt aangesloten totdat al het werk is uitgevoerd.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie
•
is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker na
installatie toegankelijk is.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
•
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van
ongewenste gassen van apparaten in de ruimte die op
gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal dat
•
wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas
of andere brandstoffen verbranden.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
•
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt,
een mat of andere soorten vloerbedekking.
1.3 Aansluiting op het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet op juiste wijze geaard worden. De
•
fabrikant is niet verantwoordelijk voor de consequenties
die voortvloeien uit een ongeschikt aardingssysteem.
Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje
•
overeenkomen met elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
•
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
•
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te
•
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte
•
handen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
•
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
NEDERLANDS
5