Mitsubishi Electric ECODAN EHPT20Q-VM2EA Operation Manual page 24

Cylinder unit
Hide thumbs Also See for ECODAN EHPT20Q-VM2EA:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
2
Inleiding
Het doel van deze bedieningshandleiding is informatie te geven over hoe het luchtbronwarmtepompsysteem werkt,
hoe het systeem op de meest effi ciënte manier kan worden gebruikt en hoe instellingen op de hoofdbediening kunnen
worden veranderd.
Deze bedieningshandleiding dient voor toekomstig gebruik op een veilige plaats bij de unit
te worden bewaard of op een andere acceptabele plaats.
Overzicht van het systeem
Het Mitsubishi Electric Air to Water (ATW) warmtepompsysteem
bestaat uit de volgende componenten: buitenwarmtepompunit en
binnencilinder die de hoofdbediening bevat.
Hoe de warmtepomp werkt
Ruimteverwarming en SWW
Warmtepompen nemen elektrische energie en lage-temperatuur
warmte-energie van de lucht buitenshuis en verwarmen daarmee
koelmiddel dat weer water verwarmd voor huishoudelijk gebruik en
ruimteverwarming.
De effi ciency van een warmtepomp staat bekend als de Coeffi cient
of Performance (Prestatiecoëffi ciënt) ofwel COP. Dit is de verhouding
tussen de geleverde warmte en het verbruikte vermogen.
Warmtepompen zijn het meest effi ciënt bij het leveren van water bij
lage temperaturen en als het temperatuurverschil tussen de inlaat en
uitlaat van de buitenunit groot is.
De werking van een warmtepomp is gelijk aan een koelkast in
omgekeerde vorm. Dit proces staat bekend als de
dampcompressiecyclus en wat hier volgt is een meer gedetailleerde
uitleg.
De eerste fase begint met koelmiddel dat koud is en onder lage druk staat.
1. Het koelmiddel in het circuit wordt gecomprimeerd wanneer het
de compressor passeert. Het wordt heet gas onder hoge druk. De
temperatuur stijgt gewoonlijk ook tot 90°C.
2. Het hete koelmiddelgas passeert dan langs één zijde van een
warmtewisselaar. Warmte van het koelmiddelgas wordt op
natuurlijke wijze overgedragen aan de koelere zijde (waterzijde) van
de warmtewisselaar. Naarmate de temperatuur van het koelmiddel
afneemt, verandert de toestand van het gas in een vloeistof.
3. Nu staat het als koude vloeistof nog steeds onder hoge druk.
Om de druk te laten afnemen wordt de vloeistof door een
expansieventiel gestuurd. De druk daalt maar het koelmiddel blijft
een koude vloeistof.
4. Het eindstadium van de cyclus is wanneer het koelmiddel door de
verdamper gaat en verdampt. Het is op dit punt dat wat van de
vrije warmte-energie in de buitenlucht wordt geabsorbeerd door
het koelmiddel en het terugkeert naar zijn originele gastoestand.
Alleen het koelmiddel doorloopt deze cyclus; het water wordt
verwarmd wanneer het door de warmtewisselaar stroomt (gaskoeler).
De warmte-energie van het koelmiddel passeert de warmtewisselaar
en wordt afgegeven aan het koelere water dat zo opwarmt. Dit
verwarmde water vormt het primair circuit en wordt rondgepompt,
en wordt gebruikt om het ruimteverwarmingssysteem en de
warmwateropslagtank te ondersteunen.
Het warm water dat in de tank is opgeslagen wordt vervolgens gebruikt
om sanitair warm water te produceren. (Het water in de tank is NIET
het warm water dat voor de douche of de gootsteen wordt gebruikt.)
4
Schematische voorstelling cilindersysteem
Lage temperatuur hernieuwbare
warmte-energie onttrokken aan
de omgeving (bijv. verse lucht).
2 kW
Uitvoer
warmte-
Invoer elektrische
energie
energie
1 kW
3 kW
2. Gaskoeler
(Water-koelmiddel
warmtewisselaar)
3. Expansieventiel
1. Compressor
4. Verdamper
(Luchtwarmtewisselaar buitenunit)
2
Inleiding
Economisch verantwoord verwarmen
Luchtwarmtepompen kunnen het hele jaar zowel warm water als ruimteverwarming produceren. Dit systeem verschilt
dan ook van een conventioneel verwarmings- en warmwatersysteem op fossiele brandstof. De prestatiecoëffi ciënt
(COP) geeft het rendement van een warmtepomp aan, zoals reeds aangestipt in de inleiding. Om uw
verwarmingssysteem zo effi ciënt en zuinig mogelijk te laten werken, moet u op de volgende punten letten.
Aandachtspunten inzake warmtepompsystemen
● Het warm water dat door de warmtepomp wordt geproduceerd, heeft een lagere temperatuur dan dat van een
fossiele boiler.
Implicaties
● Indien de warmtepomp wordt gebruikt voor SWW, moet de tijd voor het verwarmen van de tank met de WEEKKLOK-
functie worden ingesteld (zie bladzijde 12). U kunt het best een tijd 's nachts instellen wanneer er weinig
ruimteverwarming wordt gebruikt en vaak speciale korting voor elektriciteit (nachttarief) is (zie pagina 10).
● In de meeste situaties wordt ruimteverwarming het best uitgevoerd met de kamertemperatuurmodus. De
warmtepomp analyseert de huidige kamertemperatuur en reageert gecontroleerd op veranderingen met gebruik van
de specifi eke Mitsubishi Electric controllers.
● Het gebruik van de WEEKKLOK-functie en VAKANTIE-functie voorkomt het onnodig verwarmen van een ruimte of
SWW wanneer u weet dat er gedurende een bepaalde tijd niemand aanwezig zal zijn.
● Vanwege een lagere stroomtemperatuur, moeten warmtepompverwarmingssystemen worden gebruikt met radiators
met een groot oppervlak of een vloerverwarming. Hiermee wordt de ruimte gestadig verwarmd en de effi ciëntie
verhoogd zodat de kosten voor de werking van het systeem relatief laag zijn omdat de warmtepomp geen water met
hoge temperatuur hoeft te produceren.
Overzicht van de bedieningsfuncties
De cilinder is uitgerust met een Voorlooptemperatuur controller
(FTC). Dit toestel stuurt zowel de buitenwarmtepompunit als
de cilinder aan. Dankzij de geavanceerde technologie levert
een FTC-geregelde warmtepomp niet alleen besparingen
op vergeleken met traditionele, met fossiele brandstoffen
gestookte verwarmingssystemen, maar ook vergeleken met
andere warmtepompen op de markt.
Zoals uitgelegd in het hoofdstuk "Zo werkt de warmtepomp",
zijn warmtepompen het meest effi ciënt wanneer zij
water leveren met een lage voorlooptemperatuur. De
geavanceerde technologie van de FTC maakt het mogelijk de
kamertemperatuur op het gewenste niveau te houden met de
laagst mogelijke voorlooptemperatuur van de warmtepomp.
Werkt zeer effectief.
In de kamertemperatuurmodus (auto-adaptatie) meet de
controller ruimte- en voorlooptemperaturen met behulp
van temperatuursensoren rond het verwarmingssystemen.
Deze gegevens worden door de controller regelmatig
bijgewerkt en vergeleken met eerdere gegevens zodat
veranderingen in de kamertemperatuur kunnen worden
voorspeld en de voorlooptemperatuur hierop kan worden
afgestemd. Door niet alleen de buitentemperatuur maar ook
de kamertemperatuur en de temperatuur van het watercircuit
te monitoren, is de verwarming meer gelijkmatig en worden
plotse verwarmingspieken afgevlakt. Hierdoor kan de
voorlooptemperatuur worden beperkt.
Kamertem-
FTC
peratuursensor
Omgevingstemperatuursensor
Voorlooptemperatuursensor
Retourtemperatuursensor
5

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents