Gardeo GCBE18VCR-LI10L Original Instructions Manual page 17

Cordless
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Het gereedschap starten
1. Controleer of er geen kinderen of andere
mensen aanwezig zijn binnen een werkbereik van
15 meter (50 feet) en let ook of er geen dieren in de
werkomgeving zijn. Als dat het geval is, stopt u
met het gebruik van het gereedschap (zie afb. 1).
2. Controleer voor gebruik altijd of het
gereedschap veilig is om te gebruiken. Controleer
de veiligheid van het snijgarnituur en de
beschermkap, en controleer of de aan/uit-
schakelaar goed werkt en gemakkelijk kan worden
bediend. Controleer of de handgrepen schoon en
droog zijn en test de werking van de
aan/uitschakelaar.
3. Controleer op beschadigde onderdelen voordat
u het gereedschap verder gebruikt. Een
beschermkap of ander onderdeel day beschadigd
is, moet nauwkeurig worden onderzocht om te
bepalen of het nog goed te gebruiken is en zijn
oorspronkelijke taak kan uitvoeren. Controleer of
bewegende delen goed uitgelijnd zijn en niet
vastgelopen zijn, of onderdelen niet kapot zijn en
stevig gemonteerd zijn, en enige andere situatie
die van invloed kan zijn op de werking van het
gereedschap. Een beschermkap of ander
onderdeel dat beschadigd is, dient vakkundig te
worden gerepareerd of vervangen door een
erkend servicecentrum, behalve indien anders
aangegeven in deze gebruiksaanwijzing.
4. Schakel de motor alleen in wanneer de handen
en voeten uit de buurt van het snijgarnituur zijn.
5. Controleer vóór het starten of het snijgarnituur
geen contact maakt met harde voorwerpen, zoals
takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het
snijgarnituur zal ronddraaien.
Gebruiksmethode
1. Gebruik het gereedschap nooit met
beschadigde beschermkappen of zonder
aangebrachte beschermkappen.
2. Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en
zicht. Wees in de winter bedacht op gladde of
natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor
uitglijden). Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
3. Wees voorzichtig uw handen en voeten niet te
verwonden aan het snijgarnituur.
4. Houd altijd handen en voeten uit de buurt van
het snijgarnituur, met name bij het inschakelen van
de motor.
5. Maai nooit boven heuphoogte.
6. Sta nooit op een ladder met draaiend
gereedschap.
7. Werk nooit op onstabiele oppervlakken.
8. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans.
9. Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u
binnen uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen
kunnen het snijgarnituur beschadigen en
opgeworpen worden waardoor ernstig persoonlijk
letsel kan worden veroorzaakt.
10. Als het snijgarnituur stenen of andere objecten
raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen
en het snijgarnituur controleren.
11. Voordat u begint te maaien, moet het
snijgarnituur op maximaal toerental draaien.
12. Houd tijdens gebruik het gereedschap altijd met
twee handen vast. Houd het gereedschap tijdens
het gebruik nooit met slechts één hand vast. Zorg
er altijd voor dat u stevig staat.
13. De gehele veiligheidsuitrusting, zoals
beschermkappen en de schouderriem, die bij het
gereedschap zijn geleverd, moeten tijdens het
werk worden gebruikt.
14. Behalve in noodgevallen mag u het
gereedschap nooit op de grond laten vallen of
weggooien omdat hierdoor het gereedschap zwaar
beschadigd kan raken.
15. Sleep het gereedschap nooit over de grond
wanneer u het wilt verplaatsen omdat hierdoor het
gereedschap kan worden beschadigd.
16. Verwijder altijd de accu uit het gereedschap:
- iedere keer als u het gereedschap
onbeheerd achterlaat;
- voordat u een blokkering verwijdert;
- voordat u het gereedschap controleert,
reinigt of er werkzaamheden aan gaat
verrichten;
- voordat u enige afstelling maakt, een
accessoire vervangt of het gereedschap
opbergt;
- als het gereedschap op ongebruikelijke
manier begint te trillen.
17. Om dik materiaal, zoals onkruid, hoog gras,
struiken, heesters, ondergroei, kreupelhout, enz.
(diameter max. 2 cm), te maaien, kunt u het
gereedschap gelijkmatig in halve cirkels van
rechts naar links zwaaien (op de manier waarop
een zeis wordt gebruikt).
18. Forceer het gereedschap niet. Het gereedschap
werkt beter en met een kleinere kans op letsel op
de manier waarvoor het is ontworpen.
Onderhoudsinstructies
1. De toestand van het snijgarnituur, de
veiligheidsuitrusting en de schouderriem moet
worden gecontroleerd voor aanvang van de
werkzaamheden.
2. Schakel de motor uit en verwijder de accu
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, het
snijgarnituur vervangt, of het gereedschap
schoonmaakt.
3. Verwijder na gebruik de accu van het
gereedschap en controleer op beschadigingen.
4. Controleer op loszittende bevestigingen en
beschadigde onderdelen, zoals bijna
doorgescheurd halverwege in het snijgarnituur.
5. Wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt,
bergt u het op op een droge plaats die op slot kan
of buiten bereik van kinderen ligt.
6. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant
aanbevolen vervangingsonderdelen en
accessoires.
7. Gebruik nooit vervangingsonderdelen of
accessoires die niet worden aanbevolen door de
fabrikant.
8. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen altijd vrij
zijn van vuil.
9. Inspecteer en onderhoud het gereedschap
regelmatig, met name vóór en na gebruik. Laat het
gereedschap alleen repareren door een erkend
servicecentrum.
17

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents