Black & Decker GK1930T Manual page 44

NEDERLANDS
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden
vervangen door de fabrikant of een Black & Decker-
servicecentrum om gevaren te voorkomen.
Bescherming tegen elektrische schok.
Vermijd aanraking met geaarde oppervlakken (bijv.
metalen relingen, lantaarnpalen, enz.). Verhoog de
elektrische veiligheid eventueel verder met behulp van
een hooggevoelige (30 mA/30 mS)
reststroomschakelaar (RCD).
Waarschuwing! Ondanks een dergelijke schakelaar of
andere stroomonderbreker moeten de veiligheidsinstructies
en -procedures uit deze gebruikersaanwijzing overigens nog
steeds worden opgevolgd.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Ontgrendelingsknop
3. Oliedop
4. Beschermkap/kettingrem
5. Ketting
6. Zwaard
7. Beschermkap
8. Knop van kettingbeschermer
9. Kettingbeschermer
10. Stelwieltje voor kettingspanning
11. Oliepeilaanwijzer
Montage
Ketting oliën (fig. A)
Als u een nieuwe ketting (5) voor de eerste keer gebruikt,
moet u deze oliën. Haal de nieuwe ketting (5) uit de plastic
zak en week deze minimaal één uur in kettingolie voordat u
deze gebruikt. Gebruik Black & Decker kettingolie.
Het is raadzaam om tijdens de levensduur van uw
kettingzaag slechts één merk olie te gebruiken, omdat
mengsels van verschillende oliën de kwaliteit van de olie
kunnen verslechteren waardoor de zaagketting veel korter
meegaat.
Gebruik nooit afvalolie, dikke olie of zeer dunne
naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag
beschadigen.
Zwaard en ketting bevestigen (fig. A - F)
Draag altijd beschermende handschoenen
!
wanneer u aan de kettingzaag werkt.
Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond.
Draai de knop (8) van de kettingbeschermer los en
verwijder deze (fig. A).
Plaats de beschermkap in stand
Verwijder de kettingbeschermer (9).
44
Kettingspanning controleren en afstellen (fig. F & G)
Opmerking: Stel de ketting (5) niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van de
geleider (6) en de ketting (5).
Opmerking: Wanneer de ketting (5) nieuw is, moet u de
spanning tijdens de eerste 2 gebruiksuren regelmatig (na
ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien
een nieuwe ketting (5) enigszins uitzet.
Verhoog de spanning als volgt:
Oliereservoir vullen (fig. F)
(fig. C).
Plaats de ketting (5) over het zwaard (6) en zorg ervoor
dat de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard
(6) naar voren wijzen (fig. B).
Leid de ketting (5) om het zwaard (6) en trek deze aan
zodat aan de achterkant van het zwaard (6) een lus naar
één zijde ontstaat.
Plaats de ketting (5) en het zwaard (6) op de
kettingzaag. Leid de ketting (5) om het
aandrijfkettingwiel (12). Plaats het zwaard (6) op de
noppen (13). Zorg ervoor dat de schuifpen (14) van de
knop goed in het spanningsgat (15) zit (fig. E).
Zorg ervoor dat de kettingrem (4) zich in de instelstand
bevindt voordat u deze opnieuw aanbrengt (fig. C).
Plaats de kettingbeschermer (9) op de kettingzaag.
Breng de knop van de kettingbeschermer (8) aan en
draai deze handvast aan.
Draai het stelwieltje (10) (fig. F) linksom tot de ketting (5)
strak staat. Controleer of de ketting (5) netjes rondom
het zwaard (6) zit. Stel deze niet te strak af.
Draai de knop van de kettingbeschermer (8) aan.
Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u
de kettingspanning te controleren.
Trek licht aan de ketting (5) (zie de inzet van fig. G). De
spanning is juist als de ketting (5) terugspringt nadat u
deze 3 mm van het zwaard (6) af hebt getrokken. De
ketting (5) mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van
het zwaard (6).
Draai het stelwieltje (10) linksom.
Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren
met de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug.
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer
vervolgens de oliepeilindicator (11). Neem de stekker
van de kettingzaag uit het stopcontact en vul het
reservoir met de juiste olie bij zodra de indicator op
minder dan een kwart staat.