Ingebruikname - oventrop Unibox TQ Installation And Operating Instructions Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Muur
Wandinbouwkast
Voorinstelbaar ventiel met
Thermostaat „Uni LH"
Gips
Hulp-schacht
rand isolatie
Mantelbuis
Afdekvloer
Afb. 6.3 doorsnede „Unibox TQ" in de muur
6.3 Installatie
LET OP
Bij installatie van de leiding de correcte volgorde
aanhouden om een probleemloze werking van de
„Unibox TQ" te waarborgen. (zie afb. 6.2)!
– Aansluiting aan de voorloopleiding van de
verdelers monteren.
– Installeren van het oppervlakte verwarmingscircuit
s l a k k e n h u i s v o r m i g o m e e n g e l i j k m a t i g e
temperatuurverdeling te bereiken.
– Aansluiting van de leiding aan de „Unibox TQ"
gemarkeerde doorstromingsrichting in acht nemen.
Afsluiter steeds achter het oppervlakte verwarmings-
circuit. Daartoe de bouwafdekking van de
„Unibox TQ" alsmede de frontafdekking van de
wandinbouwkast verwijderen.
LET OP
„Unibox TQ" wordt in de retour van de
vloerverwarming geïnstalleerd (zie afb. 6.2)!
– Aanbrengen van de verbindingsleiding voor de
retour van de tweepijps-verwarmingsinstallatie.
De installatie van de oppervlakte verwarming kan
worden uitgevoerd met alle gebruikelijke leiding-
materialen. Het Oventrop leveringsprogramma omvat
geschikte klemkoppelingen. De betreffende montage-
handleiding dient in acht genomen te worden!
LET OP
Koperen leiding max. 5 mm langer dan de
koppeling insteken.
Voor het aandraaien van de koppelingen wordt een
open ringsleutel SW 30 aanbevolen, (zie paragraaf 9
Toebehoren).
Waarschuwing onder paragraaf 2 (Veiligheids-
voorschriften) in acht nemen!
22
!
VOORZICHTIG
– Bij de montage mogen geen vetten of olieën
gebruikt worden, dit omdat deze lekkage
kunnen veroorzaken. Installatievuil zoals vetten
en olieën dienen uit de installatie gespoeld te
worden.
– Bij de selectie van het operationele medium
dient de stand van de gehele installatie
gecontroleerd te worden(b.v. VDI 2035).
– Geschermen tegen extreme invloeden (zoals
schok, stof trilling).
Na de montage de verwarmingsinstallatie vullen en,
bijv. aan de afsluiter, ontluchter, controle op lekkage
uitvoeren.

7 Ingebruikname

7.1 Opbouw vloerverwarming
De opbouw van de vloerverwarming moet voldoen aan
de lokaal toegepaste wet- en regelgeving voor zowel
warmte- als geluidsisolatie.
7.2 Dichtheid testen
Na de installatie, moet het systeem worden gevuld en
ontlucht. De operationele druk moet worden
toegepast bij de controle op lekkage.
Afdichtingstest volgens DIN EN 1264 uitvoeren. De
dichtheidstest en de daarbij gebruikte werkdruk moet
in een controleverslag worden opgenomen.
Tijdens overige werkzaamheden dient de bouwafdek-
king (golfkarton) weer gemonteerd te worden.
7.3 Verwarmen
Na aanbrengen van de dekvloer, de gestandaardise-
erde opwarming van de dekvloer in acht nemen.
LET OP
– Het functioneel opwarmen van cement- en
anhydrietdek-vloer moet de DIN EN 1264-4
worden opgevolgd.
– Dekvloer materialen opwarmen volgens de
specificaties van de fabrikant.
Begin van het opwarmen en uitwasemen op zijn vroegst:
– 21 dagen na het aanbrengen van cementdekvloer
– 7 dagen na het aanbrengen van anhydrietdekvloer
Het functioneel opwarmen begint met een
aanvoertemperatuur tussen de 20 °C en 25 °C voor
minstens 3 dagen. Aansluitend met ca. 55 °C voor
minstens 4 dagen. Aanvoertemperatuur uitsluitend via
de ketelbesturing regelen.
Ventiel-insert met de grijze bescherm-afdekkap ca.
1 omdraaiing openen.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents