Weergave Van De Opgeslagen Waarden - inventum BM 20 Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Het meten van de bloeddruk
• Leg de manchet aan zoals eerder beschreven en neem de houding aan waarin u de meting wilt uitvoeren.
• Schakel het apparaat in met de Start/stop-knop.
• Na de zelftest, waarbij alle elementen van het display kort worden weergegeven, begint de meting. Terwijl
de druk in de manchet wordt opgebouwd, verschijnt het symbool ▲. De druk wordt verhoogd tot 180
mmHg. Mocht deze druk niet voldoende zijn dan pompt het apparaat er automatisch 30 mmHg bij (fuzzy
logic).
• Als de druk in de manchet langzaam wordt verminderd en de pols wordt waargenomen, verschijnt het
symbool
.
• Als de meting beëindigd is, neemt de druk zeer snel af en verschijnt het symbool ▼. Aangegeven worden
de pols en de systolische en diastolische bloeddruk.
• Kies nu het gewenste gebruikersgeheugen door indrukken van de geheugentoets M1 of M2. Als u geen
keuze maakt, wordt het meetresultaat aan het laatst gebruikte geheugennummer toegewezen om te worden
opgeslagen. Het desbetreffende symbool "M1" of "M2" verschijnt in het display.
• Schakel de bloeddrukmeter uit met de Start/stop-knop. Daarmee wordt het meetresultaat opgeslagen in
het geselecteerde gebruikersgeheugen. Als u het apparaat vergeet uit te schakelen, schakelt het apparaat
zich na ca. 3 minuten automatisch zelf uit. Ook in dat geval wordt de waarde in het geselecteerde
gebruikersgeheugen opgeslagen.
Wacht tenminste 5 minuten tot de volgende meting!

Weergave van de opgeslagen waarden

U kunt de opgeslagen waarden van twee gebruikersgeheugens opvragen en de gemiddelde waarden laten
aangeven.
U kunt de inhoud van het geheugen als volgt weergeven:
• Druk op de geheugentoets "M1" of "M2". Eerst wordt het gemiddelde aangegeven van alle waarden die in
dit gebruikersgeheugen zijn opgeslagen. Dit wordt aangegeven met de aanduiding "A". Het getal geeft het
aantal gemeten resultaten aan.
• Door de geheugentoets in te drukken, verschijnen de overige individuele meetresultaten, met als eerste de
laatst gemeten waarde. Deze enkele waarden worden aangeduid met de geheugennummers 1 tot en met
30. Na ca. 4 seconden wordt de datum aangegeven, na nog eens ca. 4 seconden de tijdsaanduiding van
het betreffende meetresultaat.
• Wanneer zich al 30 individuele waarden in het geheugen bevinden, wordt de oudste gewist om plaats vrij
te maken voor de nieuwe meetwaarde.
• Schakel het apparaat uit met de Start/stop-knop, doet u dit niet dan schakelt het apparaat zichzelf na ca.
30 seconden automatisch uit.
Opmerking: u kunt de twee gebruikersgeheugens ook gebruiken om meetresultaten gescheiden op te slaan
(bijvoorbeeld van 's morgens en 's avonds).
Het wissen van het geheugen
U kunt afzonderlijke opgeslagen waarden wissen, of alle waarden ineens.
• Om afzonderlijke waarden te wissen, kiest u eerst de opgeslagen waarde en houdt u de geheugentoets
"M1" of "M2" ingedrukt. De aangegeven waarde begint te knipperen. Houd de toets ingedrukt tot de
aangegeven waarde geheel verdwijnt.
• Om een compleet gebruikersgeheugen, dus "M1" geheel of "M2", selecteert u het desbetreffende
gebruikersgeheugen. De gemiddelde waarde wordt aangegeven met symbool "A". Houd de geheugentoets
"M1" of "M2" ingedrukt tot de aangegeven waarde knippert en houdt u de toets langer ingedrukt totdat de
aangegeven waarde geheel verdwijnt.
7

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents