8. DMX-aansluiting
Bij gebruik van XLR-microfoonkabels kan het tot storingen in de DMX-signaaloverdracht komen. Gebruikt
u in dit geval speciale DMX-hoogfrequentieleidingen.
Gebruik geen beschadigde DMX-leidingen. Gebruik geen Y-splitter. De apparaten moeten in serie
onmiddellijk na elkaar verbonden zijn.
a) Aansluiting van een DMX-controller met kabel
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor aansluitingen op DMX-controllers met DMX-512-protocol.
• Verbind de aansluiting DMX IN met de uitgang van de DMX-controller.
• De controller moet over 4, resp. 7 vrije stuurkanalen beschikken (naargelang de ingestelde DMX-modus op de
effectstraler).
• Verbind de aansluiting DMX OUT met de DMX-ingang van het navolgende apparaat.
• Ga met alle andere apparaten van de DMX-ketting op dezelfde manier tewerk.
• Als het lichteffect het laatste of het enige apparaat in de DMX-ketting is, dan plaatst u in de aansluiting DMX OUT
een XLR-stekker met een 120 Ohm/0,25 W-afsluitweerstand (tussen pen 2 en pen 3).
Pentoewijzing van de DMX-aansluiting: Pen1 = massa / Pen2 = (-) / Pen3 = (+).
Verbind de massaleiding GND nooit met de massa van de behuizing van het lichteffect, omdat het anders
kan komen tot storingen in de signaaloverdracht, veroorzaakt door massalussen.
63