Tunturi F 400 Owner's Manual page 17

MONITORFUNCTIES
HARTSLAG (PULSE)
Geeft de hartslag weer (40-240 hartslagen per min.).
ENERGIEVERBRUIK (CALORIES)
Geschat energieverbruik, tijdens de training, weergegeven
in kilocalorieën (1-999). In theorie kan het energieverbruik
afgeleid worden op basis van weerstand, trapsnelheid en
afstand. Maar omdat de mogelijkheid om energie te
produceren individueel bepaald is, is het weergegeven
energieverbruik slechts een schatting van het werkelijke
verbruik. Deze monitor berekent het aantal verbruikte
kilocalorieën op basis van gemiddelde waarden.
TIJD (TIME)
Telt de tijd in minuten en seconden (0:00 - 99:59).
SNELHEID (SPEED)
Geeft de fietssnelheid in km per uur (0,00 - 99,9).
AFSTAND (DISTANCE)
Geeft de afgelegde afstand in kilometers (0,00 - 99,9).
HARTSLAGMETING
Trainen op verschillende hartslagritmes heeft verschillende
effekten op het menselijk lichaam; bij een duurtraining op
50-60 % van de maximale hartslag, wordt vet verbrand en
verliest u gewicht; bij een korte training op 60-80 % van de
maximale hartslag ontwikkelt u vooral het hart- en vaatstelsel,
vergroot u het zuurstof-opnamevermogen van het lichaam
en daarmee de conditie.
Voor het bepalen van het maximale hartslag geldt de volgende
vuistregel:
Vrouwen: leeftijd-226
Het is raadzaam om de juiste trainingshartslag in overleg
met uw arts vast te stellen.
De hartslag wordt gemeten met behulp van de oorlelsensor.
Op de F 400 / F 403 kan met behulp van de als optie
leverbare borstband van Polar de hartslag ook telemetrisch
worden doorgegeven aan de monitor. De F 400 / F 403 is al
voorzien van een ontvanger.
GEBRUIK OORSENSOR
1. Druk de plug van de oorsensor in het contact onderaan
de monitor.
2. Klem de oorsensor op het doorschijnende deel van
de oorlel.
3. Bevestig de kabel met behulp van de meegeleverde
clip aan de kraag van uw kleding en zorg voor
voldoende kabellengte tussen sensor en clip zodat u
het hoofd vrij kunt bewegen.
4. Het hartje op de monitor klopt gelijk met het hartritme
van de gebruiker.
Omdat de oorlel als gevolg van slechte bloedcirculatie,
geringe omvang, of gaatjes voor oorringen soms minder
geschikt is voor hartslagmeting is de Tunturi oorsensor zo
ontworpen dat de sensor ook op de oorschelp of vingertop
geplaatst kan worden.
Mannen: leeftijd-220
Hartslagmetingen door de oorsensor kunnen door
verschillende factoren worden beïnvloed. Daar is altijd
eenvoudig wat aan te doen. Soms is bijvoorbeeld de oorlel
te koud, u kunt deze dan masseren zodat de bloedcirculatie
in de oorlel verbetert. Ook lage spanning van de monitor-
batterijen beïnvloeden de correcte meting. In dat geval
vervangt u de batterijen. Als de oorsensor op de oorlel door
lichamelijke omstandigheden onregelmatige metingen levert,
kan de sensor ook op de oorschelp of eventueel op een
vingertop worden geplaatst.
Verder kunnen de metingen beïnvloed worden door sterke
bewegingen tijdens de training, en door een sterke lichtbron.
De sensor meet namelijk veranderingen in de lichtdoor-
laatbaarheid van de oorlel. Meestal is het dan voldoende om
iets anders te gaan zitten, waardoor de oorsensor in de
schaduw van het hoofd komt. Daarnaast kan de vergrote
bloedcirculatie die voorkomt bij een hartritme boven de 150
de meting beïnvloeden.
Maak na gebruik de oorsensor altijd schoon, maar gebruik
daarbij nooit oplosmiddelen of bijtende schoonmaak-
middelen.
TELEMETRISCHE HARTSLAGMETING
De hartslag kan nog nauwkeuriger worden gemeten met
behulp van een telemetrische borstband, die als optie
leverbaar is bij de F 400 / F 403. De elektrodes van de
borstband meten de hartslag, die dan via een elektro-
magnetisch veld wordt doorgegeven aan de monitor.
Bevestig de elastiekband iets onder de borst en zorg dat de
band strak genoeg zit om de elektrodes ook tijdens de
training contact met de huid te laten houden, maar zonder
dat de ademhaling wordt belemmerd.
Vooraf bevocht u de geribbelde elektrodes met wat water.
Als u de borstband over een shirt draagt, moet u het shirt op
de plaats van de elektrodes bevochtigen.
De zender geeft de metingen automatisch door naar de
monitor, die zich niet verder weg dan 1 meter mag bevinden.
In verband met het elektromagnetisch veld moet de afstand
tussen twee borstbanden altijd minstens anderhalve meter
zijn. Om te voorkomen dat de batterijen van de monitor
opraken en storende signalen van de oorsensor voorkomen,
dient u bij gebruik van de borstband de stekker van de
oorsensor uit de monitor te nemen.
Onderaan rechts op de monitor wordt de hartslag in cijfers
weergegeven. Het lampje naast het woord "Pulse" licht nu
in het ritme van uw hartslag op. Als het lampje onregelmatig
17