Sharp UA-KIL80E Operation Manual page 167

PROBLEEMOPSPORING
Lees de onderstaande lijst voor probleemopsporing voordat u contact opneemt met een
reparateur. Een probleem duidt niet altijd op een defect.
Geur en rook houden aan.
• Controleer de filters. Als deze extreem vuil zijn,
reinig of vervang deze dan.
De lucht die het product afgeeft
heeft een geur.
• Controleer of de filters extreem vuil zijn.
• Reinig of vervang de filters.
• Gebruik alleen schoon kraanwater. Als u ander
water gebruikt, ontstaat het risico dat schimmels
of bacteriën ontstaan.
Het product werkt niet als er een
sigarettenlucht hangt.
• Controleer of het product geïnstalleerd is op een
locatie waar de sensoren sigarettenrook kunnen
detecteren.
• Controleer of er stof in de openingen van de
stofgevoelige sensor zit of dat deze verstopt zijn.
Als er stof in zit of als deze verstopt zijn, reinig
dan de sensorfilter of het achterpaneel.
Geur van een nieuw product en/of
filter.
• Onmiddellijk na het verwijderen van de plastic
zak kan een lichte geur ontstaan. Deze geur
is niet schadelijk voor de werking van de filter.
Menselijke blootstelling aan deze geur is ook niet
schadelijk.
Het product maakt een klikkend of
tikkend geluid.
• Het product kan klikkende of tikkende geluiden
maken bij het genereren van ionen.
Het zuiverheidsbewakingslampje
is blauw of brandt niet, zelfs
terwijl de lucht niet schoon is.
• De lucht kan al vervuild zijn geweest toen het
product werd ingestoken. Trek de stekker uit
het stopcontact, wacht een minuut en steek de
stekker van het product opnieuw in.
Het zuiverheidsbewakingslampje
is rood, hoewel de lucht schoon is.
• Vuile of verstopte openingen van de stofgevoelige
sensor verhinderen de sensorwerking. Maak
de sensorfilter of het achterpaneel voorzichtig
schoon.
Het zuiverheidsbewakingslampje
wisselt regelmatig van kleur.
• Het zuiverheidsbewakingslampje wisselt
automatisch van kleur als de stofgevoelige
sensor en geursensor onzuiverheden detecteren.
Als deze wisseling u zorgen baart, kunt u de
sensorgevoeligheid aanpassen. (Pagina 12,
13)
Het filteronderhoudslampje is aan.
• Nadat u onderhoud hebt uitgevoerd of de
luchtbevochtigingsfilter hebt vervangen, steekt
u de stekker in een stopcontact en raakt u
vervolgens de filterresetknop aan. (Pagina 14)
Het frontdisplay is uitgeschakeld.
• Als de besturing van de lampjes ingesteld is op
"Auto", dan gaat het lampje automatisch uit als
het donker is in de ruimte of wanneer het product
in de slaapmodus werkt. Als de besturing van de
lampjes is ingesteld op "Uitschakelen", dan is het
lampje altijd uit.
Als u niet wilt dat het lampje uitgeschakeld wordt,
stel de besturing van de lampjes dan in op de
instelling "Dim". (Pagina 12, 13)
De informatie op het frontdisplay
van de hoofdunit komt niet
overeen met het weerbericht of
een hygrometer of thermometer in
de kamer.
• De omgeving buiten, binnen en ook van het huis
(de hoeveelheid verkeer in de buurt, het aantal
etages van een woning, etc.) kan een andere
uitlezing veroorzaken dan deze gegevens.
• Er is een verschil in het luchtvochtigheidsniveau
binnen dezelfde ruimte.
Het indicatielampje van de
bevochtiging op het frontdisplay
gaat niet aan als het reservoir
leeg is.
• Het juiste luchtvochtigheidsniveau voor de ruimte
is bereikt en de luchtbevochtiging is gestopt.
• Controleer de tempexvlotter op vuil. Reinig de
luchtbevochtigingsbak. Zorg ervoor dat het
product op een vlakke ondergrond staat.
NL-21