newmotion Home Advanced Renault Edition Instruction Manual page 42

5. INSTALLATIEPROCEDURE
Hartelijk dank voor het installeren van deze laadpaal.
Zorg dat er voldoende ruimte is om het werk goed te doen.
Werk altijd volgens de lokale veiligheidsvoorschriften, en
zorg voor optimale veiligheid voor uzelf en anderen.
Kies voor de laadpaal een installatieplaats die goed
toegankelijk is voor onderhoudswerkzaamheden.
5.1 VOORBEREIDING
Stap 1: Maak de bekabeling & aardlekschakelaar en
installatieautomaat klaar (conform de lokale regels &
voorschriften);
Stap 2: Geef aan op welke schakeling(en) de laadpaal is
aangesloten in de meterkast;
Stap 3: Draai het deksel van het stopcontact tegen de
klok in en uit het deksel van de laadpaal;
Stap 4: Trek vervolgens de afdekking van de achterkant
van de laadpaal los om de laadpaal te openen. Gebruik
hiervoor geen voorwerpen of gereedschap
5.2 MUUR BEVESTIGING
Stap 1: Plaats de laadpaalachterplaat op de muur om
de plaatsing ervan te controleren (connector op +/- 1 m
hoogte). Markeer op de muur de positie van de bovenste
twee en onderste twee bevestigingspunten van de
laadpaal en kies de juiste bevestigingen (pluggen,
schroeven en ringen).
Stap 2: Boor alle vier de gaten en plaats de pluggen.
Stap 3: Bevestig de laadpaal aan de muur met
behulp van de bovenste twee en onderste twee
bevestigingspunten. Zorg ervoor dat de rubberen en
roestvrijstalen sluitringen worden gebruikt aan de
achterkant van de laadpaal aan de twee onderste
bevestigingspunten worden geplaatst
5.3 VOEDINGSAANSLUITING
Stap 1: Selecteer de juiste doorvoertulesdie bij
de voedingskabel. Bevochtig indien nodig om het
doorvoeren van de voedingskabel te vergemakkelijken;
Stap 2: Bevestig de voedingskabel met behulp van de
kabelklem;
Stap 3: Sluit de stroom aan op de klemmenblokken,
zoals aangegeven in het hoofdstuk '3.4.1 Overzicht van
Aansluitingen';
INSTALLATIEHANDLEIDING – P42
INSTALLATIEHANDLEIDING – P42 | P42
5.4 SHUNT & ON/OFF PEAK KABEL
Stap 1: Kies de niet meegeleverde voedingskabel met
5 draden;
Stap 2: Kies de juiste doorvoertule voor de dikte van
de kabel en plaats deze in de opening van de inlaat
van de voedingskabel. Bevochtig indien nodig om het
doorvoeren van de voedingskabel te vergemakkelijken;
Stap 3: Sluit L1, L2, L3, Neutrale en geaarde draden
aan op de laadpaal, zoals aangegeven in het hoofdstuk
'3.4.2 Overzicht Installatieaccessoires';
Stap 4: Sluit de L1 en L2 draden op de print aan om de
shunt aan te sluiten;
Stap 5: Sluit L3 en Neutrale draad van de print aan om
het ON/OFF Peak signaal aan te sluiten;
Stap 6: Aardingsdraad blijft aan beide zijden ongebruikt
en niet aangesloten. Zorg ervoor dat beide uiteinden op
de aarde aansluitingen worden aangesloten;
Stap 7: Voor het aansluiten van de shunt op het
verdeelbord volgt u de instructies die bij de shunt zijn
geleverd.
Stap 8: Voor het aansluiten van de ON/OFF Peak kabel,
zorg ervoor dat u elk uiteinde van de kabel aan één kant
van de schakelaar in de slimme meter aansluit
5.5 COMMUNICATIE-AANSLUITING(EN)
Stap 1: voer de UTP-kabel(s) door de rubberen stop(pen)
op de ingang van de datakabel en sluit deze vervolgens
aan op de linker ethernetpoort, zoals aangegeven in het
gedeelte '3.4.1 Overzicht van Aansluitingen';
Stap 2: sluit de UTP-kabel aan op de WiFi bridge aan of
een internet-router met DHCP
5.5B LOAD SHEDDING - MODULE
De stroomtransformatoren (CT): Op de module kunnen
maximaal 3 CT worden aangesloten. De aansluitingen
bevinden zich aan de onderzijde van de module en zijn
op het frontlabel met L1, L2 en L3 gemarkeerd. Elke CT-
ader moet boven elkaar worden gemonteerd.
Hoewel elke CT is voorzien van 2 verschillende
gekleurde draden, is de polariteit van de aansluiting niet
van belang.
De CT's aangesloten op L1, L2 en L3 moeten in de juiste
volgorde worden aangesloten op de eerste, tweede en
derde fase van het huisnet. Op de CT staan pijlen, maar
de richting is niet belangrijk.
VERSION 0129NM02INT01
0720NM19INT03