Yamaha PM5D User Manual page 129

Als u een waarde instelt op SW, ENC of FAD, wordt
deze waarde aan de status van de regelaar gekoppeld.
Als u bijvoorbeeld instellingen hebt bepaald zoals
getoond in het volgende scherm, wordt de laatste
waarde gekoppeld aan de faderpositie en wijzigt die in
een bereik van 0–127.
Als u op een vak klikt met een ingevoerde
hexadecimale waarde, wordt het bereik van waarden
die als een geldig MIDI-bericht (inclusief dat vak)
kunnen worden geïnterpreteerd rood. Het onderste
deel van het scherm toont het MIDI-kanaal
(MIDI CH), berichttype (TYPE) en gegevenswaarden
(DATA 1, DATA 2) voor dit MIDI-bericht, waardoor
u kunt nagaan of het juiste MIDI-bericht
werd ingevoerd.
U kunt de volgende knoppen gebruiken om het bericht
in dit venster in te voeren of te bewerken.
Knoppen
Verplaats het gemarkeerde gedeelte naar
links of naar rechts.
Voert een spatie (witruimte) in op de
gemarkeerde positie. Door op de toets
Knop INS
<Insert> van een PS/2-toetsenbord te
drukken, krijgt u hetzelfde resultaat.
Verwijdert het teken op de gemarkeerde
positie. Door op de toets <Delete> van een
Knop DEL
PS/2-toetsenbord te drukken, krijgt u
hetzelfde resultaat.
Wist het hele bericht dat in de MIDI-
Knop CLEAR
berichtinvoervakken werd ingevoerd.
Plakt het bericht dat naar het
Knop PASTE buffergeheugen is gekopieerd met de
knop COPY.
Kopieert het bericht van het invoervak voor
het MIDI-bericht naar het tijdelijke
buffergeheugen. Gebruik dit in combinatie
Knop COPY
met de knop PASTE om een bericht van
één regelaar naar een andere bank of
regelaar te kopiëren.
PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding
Klik op de knop OK als u klaar bent met het invoeren
van gegevens in het venster MIDI REMOTE SETUP.
De hexadecimale waarden worden in het MIDI-
berichtvak van het scherm MIDI REMOTE ingevoerd.
Hexadecimale waarden die werden ingevoerd
B Het type bericht bepalen
Met deze methode geeft u het gewenste MIDI-kanaal,
het berichttype en de gegevenswaarde op. Die worden
naar de juiste hexadecimale waarden geconverteerd.
Ga op dezelfde manier als voor methode
scherm MIDI REMOTE SETUP en klik op het eerste
vak waarin u gegevens wilt invoeren.
Klik vervolgens op de knoppen
van het vak TYPE om het berichttype te selecteren.
Berichttype
Gebruik vervolgens de vakken MIDI CH, DATA 1 en
DATA 2 om het MIDI-kanaal en verscheidene waarden
op te geven. De waarden die in de vakken MIDI CH,
DATA 1 en DATA2 kunnen worden geselecteerd,
verschillen naargelang het berichttype dat u eerst hebt
geselecteerd.
TYPE MIDI CH DATA 1
NOTE OFF
Nootnummer
NOTE ON (0–127)
KEY
PRESSURE
1–16 Besturings-
CONTROL
nummer
CHANGE
(0–127)
PROGRAM Programma-
CHANGE nummer
CHANNEL Drukwaarde
PRESSURE (0–127)
Pitch bend
PITCH BEND
MSB (0–127)
EXCLUSIVE
MESSAGE
Als u de waarde van DATA 1 of DATA 2 instelt op
SWITCH, ENCODER (alleen beschikbaar voor
codeurs) of FADER (alleen beschikbaar voor faders),
wordt deze waarde aan de status van de regelaar
gekoppeld.
Gedeelte Bediening
1 naar het
/ links en rechts
DATA 2
Noot-uit-
aanslagsnelheid
(0–127)
Noot-aan-
aanslagsnelheid
(0–127)
Drukwaarde
(0–127)
Besturingswaar
16
de (0–127)
—
Pitch bend LSB
(0–127)
—
129