Installatie
z De dakhelling van het montagevlak mag in rijrichting niet meer
bedragen dan:
– RTX1000: 8°
– RTX2000: 20°
z De meegeleverde montageonderdelen mogen bij de montage niet
eigenmachtig worden gewijzigd.
z De ventilatieopeningen mogen niet worden afgedekt (minimum-
afstand tot andere aanbouwdelen: 100 mm).
z Neem bij de installatie van het systeem en bij de elektrische
aansluiting de richtlijnen van de voertuigfabrikant in acht.
I
INSTRUCTIE
Nadat u het systeem hebt geïnstalleerd, moeten de vastgelegde para-
meters van de software van de installatie worden gecontroleerd (hoofd-
stuk „Installatiesoftware configureren" op pagina 80).
7.2
Opening maken (indien nodig)
I
INSTRUCTIE
Om het maken van de opening te vereenvoudigen is een sjabloon in de
verpakking van de montageset geïntegreerd.
➤ Opening met de maten 505 mm x 500 mm en een hoekradius van
R25 realiseren (afb. 5, pijl = rijrichting).
I
INSTRUCTIE
Voer al het afvalmateriaal gescheiden af. Neem hierbij de plaatselijke
afvoervoorschriften in acht.
7.3
Dakraam demonteren
Ga als volgt te werk (afb. 6):
➤ Verwijder alle schroeven en bevestigingen van het aanwezige
dakraam.
➤ Dakraam verwijderen.
➤ Verwijder het afdichtingsmateriaal rond de opening zodat de onder-
grond schoon en vetvrij is.
I
INSTRUCTIE
Voer al het afvalmateriaal, inclusief lijm, silicone en afdichtingen
gescheiden af. Neem hierbij de plaatselijke afvoervoorschriften in acht.
76
CoolAir RTX1000, RTX2000
NL