Na de meting:
Schuif na het meten de buitenste meetbekken 11 /
binnenste meetbekken 2 weer bij elkaar door het
draaiwiel voor meetbekken 7 met de klok mee naar
binnen te draaien .
Schakel het LCD-scherm 5 uit door op de AAN / UIT-toets
(ON / OFF) 10 te drukken .
Tip: Het LCD-scherm 5 wordt na circa 5 minuten
automatisch uitgeschakeld .
Draai de veiligheidsschroef 4 weer vast door deze met de
klok mee te draaien totdat u een weerstand voelt .
Toepassingsvoorbeelden
Tip: Om te meten, volg altijd de aanwijzingen op die in het
hoofdstuk „De schuifmaat gebruiken" zijn vermeld .
Vergelijking tussen stekker en stopcontact
(zie afb. C):
Neem eerst de maten van de stekker (zie afb . C .1) .
Indien nodig, noteer deze waarde .
Neem vervolgens de maten van het gat (zie afb . C .2) .
Afwijking van een referentieafmeting (zie afb. D):
Neem de maten van een referentievoorwerp (hier A)
(zie afb . D .1) .
Laat de meetbekken 2 / 11 in deze positie en druk op de
toets voor nulstelling (ZERO) 9 .
Neem vervolgens de maten van het tweede voorwerp
(zie afb . D .2) . Het LCD-scherm 5 toont nu de afwijking
van de afmeting van het tweede voorwerp tegenover de
afmeting van het referentievoorwerp (A) .
De dikte van een bodem van een voorwerp meten
(zie afb. E):
Meet eerst de diepte van het voorwerp (zie afb . E .1) .
Laat de dieptevoeler 6 in deze positie en druk op de toets
voor nulstelling (ZERO) 9 .
Neem nu de maten van het gehele voorwerp (zie afb . E .2) .
Het LCD-scherm 5 geeft nu de dikte van de bodem van
het voorwerp aan .
De afstand tussen twee identieke gaten meten
(zie afb. F):
Neem eerst de maten van één van de beide even grote
gaten (zie afb . F .1) .
Laat de meetbekken 2 / 11 in deze positie en druk op de
toets voor nulstelling (ZERO) 9 .
Neem vervolgens de gehele maten (zie afb . F .2) . Het
LCD-scherm 5 geeft nu de afmeting van de gemiddelde
afstand aan .
46
NL/BE