DeWalt DW075 Instructions Manual page 75

Rotary laser
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 29
• Om het arbeidsbereik en de precisie te
vergroten stelt u de laser in op het midden van
uw werkgebied.
• Als u de laser op een statief of aan de wand
bevestigt, zorg dan dat de laser stevig vastzit.
• Als u buiten werkt, geeft een langzame
rotatiekopsnelheid een zichtbaar helderder
lijn, en geeft een snelle rotatiekopsnelheid een
zichtbaar dikke lijn.
• Om de zichtbaarheid van de straal te vergroten
dient u een laserversterkende bril te dragen en/
of een laserdoelkaart te gebruiken om de straal
te vinden.
• Extreme temperatuurschommelingen
kunnen beweging of het verschuiven van
bouwconstructies, metalen statieven, materiaal,
enz. veroorzaken hetgeen van invloed op de
precisie kan zijn. Controleer de precisie vaak
terwijl u aan het werk bent.
• Als u werkt met de D
WALT digitale
E
laserdetector stelt u de laserrotatiesnelheid in op
de snelste instelling.
• Als de laser wordt laten vallen of is blootgesteld
aan een zware klap dient u het kalibratiesysteem
door een geautoriseerd servicecentrum te laten
controleren voordat u de laser gebruikt.
Laserbesturingspaneel (afb. 1)
De laser wordt bestuurd door de knop aan/uit (e), de
knop snelheid/rotatie (h), de knop scanmodus (i), en
twee pijlen (j, k). De pijlen beheren de beweging van
de laserkop naar links en rechts als de laser wordt
gebruikt in de schietloodmodus.
DE LASER AANZETTEN (FIG. 1)
1. Zorg ervoor dat de batterijen correct zijn
geplaatst en dat het batterijvak veilig is
afgesloten.
VOORZICHTIG: De laser is in werking
zelfs als de accudeur niet volledig is
afgesloten. Om de accu te beveiligen
zorgt u er altijd voor dat de accudeur
dicht en afgesloten is.
2. Druk zacht op de knop aan/uit (e) om de
laser aan te zetten. Het LED lampje voor de
stroom (f) gaat aan en het apparaat stelt zichzelf
waterpas.
OPMERKING: De LED indicator wordt gebruikt om
stroom-aan aan te geven (brandt voortdurend) en als
de batterij bijna leeg is (knippert).
OPMERKING: De kop begint of gaat verder met
draaien als de laser eenmaal waterpas is.
DE LASER UITZETTEN
Druk zacht op de knop aan/uit om de laser uit te
zetten. De stroom LED indicator gaat vervolgens uit.
Knoppen op het
laserbesturingspaneel (afb. 1)
KNOP AAN/UIT
Druk op de aan/uit knop (e) om het apparaat aan en
uit te schakelen.
RICHTINGSPIJLEN
De richtingspijlen (j, k) worden gebruikt voor
verschillende functies afhankelijk van de
bedieningsmodus van de lasereenheid.
In de horizontale modus:
De richtingspijlen passen de richting van
de laserstraal aan in de scanmodus of
aanwijsmodus (0 toeren/min).
In de verticale modus:
De richtingspijlen bewegen de laserstraal
naar links en rechts.
KNOP SNELHEID/ROTATIE
De knop snelheid/rotatie (h) wordt gebruikt om de
rotatiesnelheid van de laserstraal aan te passen naar
één van de 3 vooraf ingestelde snelheden.
De snelheidskop draait alle 3 de snelheden af en
herhaalt de sequentie vervolgens terwijl de knop
snelheid/rotatie wordt ingedrukt.
ONTHOUD:
Langzame snelheid = heldere straal
Snelle snelheid = dikke straal
OPMERKING: De knop snelheid/rotatie voert
dezelfde functie uit als de knop snelheid/rotatie op
de afstandsbediening.
KNOP SCANMODUS
De knop scanmodus (i) wordt gebruikt om de
laserkop naar voren en achteren te bewegen om
een korte, heldere laserlijn te maken. Deze korte lijn
is veel helderder en beter zichtbaar als de eenheid
zich in de volledige rotatiemodus bevindt.
De scanmodus gebruiken:
Om in de scanmodus te komen, drukt u de
knop scanmodus in en laat u deze los. Om
de scanmodus te verlaten drukt u de knop
scanmodus nogmaals in en laat u deze los.
De grootte en richting van de scanzone
kunnen worden beheerd met de
richtingspijlen op het besturingspaneel van
de lasereenheid of op de afstandsbediening.
NEDERLANDS
73

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents