Eldom Invest 30 Series Manual For Installation, Operation And Maintenance page 32

Household, designed for wall installation
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 7
NL
WAARSCHUWING!
universale montage horizontaal wordt geïnstalleerd, MOET u
de koudwater- en warmwaterpijpen en zijn elektrisch paneel
monteren op de linkerzijde, zie afb. 2. Het niet naleven van
deze vereiste zal het gebruik van het toestel gevaarlijk maken
en de fabrikant en/of verkoper zijn niet aansprakelijk voor het
optreden van slechte gevolgen en schade!
Boilers met warmtewisselaar. De boilers van deze modellen
verminderen het elektriciteitsverbruik dankzij de ingebouwde
warmtewisselaar. De plaats van de uitlaten van de
warmtewisselaar/s en hun basismontageafstanden zijn
weergegeven op afb. 4, 5, 6, 7 en de tabellen 2 en 2a. Door middel
van de ingebouwde warmtewisselaar kan een groter deel van het
water in het waterreservoir worden verwarmd via een
aanvullende, alternatieve bron van elektriciteit- lokale of centrale
verwarming, zonnecollectoren en dergelijke. Om de efficiëntie van
de warmtewisselaar te verhogen, wordt aangeraden de
warmtedrager aan te drijven met een circulatiepomp. Als
koelvloeistof kan water worden gebruikt met een afwijkend
samenstelling en prestatiewaarden, maar binnen de toegestane
grenzen die zijn bepaald in de lokale regelgeving met betrekking
tot water. De temperatuur van de warmtedrager mag niet hoger
zijn dan 85 °C. En in zijn circuit moet een besturingseenheid
worden gemonteerd met een dergelijke temperatuurinstelling dat
die de activering van de thermoschakelaar van het elektrische
verwarmingstoestel niet toelaat tijdens de normale werking. De
druk van de warmtedrager in de warmtewisselaars mag niet hoger
oplopen dan 1 MPa.
MONTAGE VAN DE BOILER AAN DE
KAMERWAND
De boiler mag alleen in een kamer met standaardbrandtest en een
temperatuur die altijd boven de 0 °C ligt worden geïnstalleerd. Het
is noodzakelijk een sifon aan te brengen die aangesloten is op de
riolering, omdat bij normaal gebruik van de boiler wel druipwater
van de veiligheidsklep kan weg druppelen. De sifon zal
onderhoudswerkzaamheden de boiler vergemakkelijken, met
name wanneer het nodig is dat het waterreservoir leeg wordt
gemaakt.
Voor het bevestigen van de boiler moet men rekening houden met
de aard en het materiaal van de wand, de afmetingen van het
toestel, de wijze van bevestiging, de positie van de elementen
voor ophanging en zijn piijpen, de bescherming tegen
binnenlekken van water. Deze informatie staat vermeld op het
plaatje met het fabrieksnummer. Het toestel moet worden
geïnstalleerd op een plaats waar het beschermd zal zijn van
contact met water (niet gespoten of besproeid zal worden). Om de
warmteverliezen te verminderen, is het aanbevolen dat de afstand
tussen de boiler en de plekken, waar warm water zal worden
gebruikt, zo lag mogelijk zijn.
In geval dat de gekochte boiler over een voedingskabel met
stekker beschikt, is het niet toegestaan de boiler in een vochtige
ruimte te installeren! De plaatsing van het toestel moet aan de
vereisten van de elektrische installatie en de aansluiting. Zie het
hoofdstuk betreffende de elektrische aansluiting.
Het is absoluut verplicht dat men wel genoeg afstanden tussen het
toestel en de omringende wanden en het plafond van de ruimte laat:
Voor verticale boilers – ten minste 70 mm tussen het toestel
џ
en het plafond; ten minste 50 mm tussen het toestel en de
zijwand; ten minste 350 mm onder het toestel om onderhoud
en eventuele reparaties te vergemakkelijken.
32
Wanneer de boiler geschikt voor
Voor boilers, die horizontaal worden opgehangen aan de
џ
kamerwand – ten minste 70 mm tussen het toestel en het
plafond; ten minste 70 mm tussen het zijdelinkse deksel
(zonder uitlaten) en de wand; ten minste 350 mm tussen de
deksel van kunststof met het elektrische gedeelte en de wand
ter vergemakkelijking van de onderhoudswerkzaamheden
en de eventuele reparatie. Onder het toestel, wanneer zijn
pijpen zich aan de onderzijde bevinden, moet voldoende
afstand voor montage van de wateraansluitingen en afvoer
van water uit het waterreservoir.
Voor boilers met warmtewisselaars moet men een dergelijke
џ
afstand laten tussen de uitlaten van zijn aansluitingen en hun
flenzen voor de aanvullende thermostaten voor zover nodig
i s v o o r h e t i n s t a l l e r e n v a n e x t r a c o n t r o l e e n
veiligheidsvoorzieningen.
De boiler dient goed, zonder enige mogelijkheid van beweging,
aan de kamer wand te worden bevestigd. Hiervoor worden stalen
bouten gebruikt met een diameter van 10-12 mm, die goed in de
wand zijn verankerd. De bevestigingselementen moeten
beschermd zijn tegen uittrekken van de wand - dus ze moeten
ankerbouten zijn of door de wand heen gaan (afhankelijk van het
materiaal van de wand). De elementen, waarop de boiler zal
worden opgehangen, moeten ontworpen zijn voor een lading 3
maal groter dan het totale gewicht van het toestel inclusief het
water. De montage van de boiler aan decoratieve wanden
(bestaande uit enkele bakstenen of lichtgewicht materialen) is
verboden. Op afb. 1, 2, 3, 7 en in de tabellen zijn de afstanden
weergegeven van de bouten voor ophanging van de toestellen.
WAARSCHUWING! De dragende platen van de horizontale
boilers moeten goed vastgeklemd zijn aan de kamerwand.
Onder de koppen van de bouten (de moeren) moet men
oplegringen gebruiken!
WAARSCHUWING! Het niet naleven van de vereisten voor
bevestiging van de boiler aan de kamerwand kan schade aan
het warmwatertoestel, andere toestellen of de kamer
veroorzaken en kan leiden tot corrosie van de behuizing of nog
ernstigere schaden. In deze gevallen zijn de hieruit
voortvloeiende schaden niet gedekt door de garantie van de
verkoper of de fabrikant en de kosten zijn voor rekening van de
gebruiker, die de vereisten van deze aanwijzing niet heeft
nageleefd.
De installatie van de boiler aan de kamerwand dient slechts door
specialisten te worden uitgevoerd.
AANSLUITEN VAN DE BOILER OP HET
WATERVOORZIENINGSSYSTEEM
Het watervoorzieningssysteem, waarop de boiler als ook de
overige elementen zal worden aangesloten, moet langdurig een
temperatuur van het water boven 80 °С aan kunnen en kortstondig
ook boven 100 °С en geschikt zijn voor een druk die ten minste
tweemaal hoger is dan de werkdruk van het toestel.
Bij de aansluiting van de boiler op de waterleiding moet men
rekening houden met de pijlen en indicatie-ringen rond de pijpen
voor koud en warm water (inlaat en uitlaatpijpen). Met een pijl naar
de pijp in blauwe kleur wordt de koudwaterpijp aangeduid, en met
een pijl naar de pijp in rode kleur – de warmwaterpijp. De pijpen
van sommige modellen zijn voorzien van extra etiketten. De
uitlaten van de pijpen zijn uitgevoerd in half duims schroefraad
1/2". Het schema van de aansluiting van de boiler is weergegeven
op afb. 8. Daarbij werkt de boiler onder de druk van de waterleiding
en de veiligheidsklep. Indien de druk van de leiding groter is dan

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents