Algemeen - Veiligheidsmaatregelen - Smeg KSEG5 Instruction Manual

Hide thumbs Also See for KSEG5:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 8

ALGEMEEN - VEILIGHEIDSMAATREGELEN

1 - ALGEMEEN
Deze inbouwwasemkap is geschikt voor montage intern keukenmeubels of schouwkappen
boven kookplaten.
Deze inbouwgroep kan zowel in de afzuiguitvoering (afvoer naar buiten toe) als in de recir-
culatie uitvoering geïnstalleerd worden.
Het is bovendien van uiterlijk belang dat de installatie van de inbouwgroep door een
vakman uitgevoerd wordt.
De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid voor schade, die te wijten is aan een
onjuiste of niet volgens de regels uitgevoerde installatie, af.
2 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
2.1 - Sluit de inbouwgroep niet aan voor verbrandings bestemde afvoerkanalen aan (CVC,
schouwen, enz.).
2.2 - Verzeker er U van dat de netspanning met de in de inbouwgroep aangegeven spanning
overeenstemt.
2.3 - De inbouwgroep met een tweepolige schakelaar voorzien van min. 3 mm contactopenin-
gen, aan het elektriciteitsnet verbinden.
2.4 - Vergewis er U van dat het elektriciteitsnet in huis een juiste aarding heeft.
2.5 - De minimum veiligheidsafstand tussen kookplaat en inbouwgroep is 65 cm.
2.6 - Flambeer niet onder de inbouwgroep.
2.7 - Gedurende hun gebruik frituurpannen in het oog houden: oververhitte olie is ontvlam-
baar.
2.8 - Haal de stekker uit het stopkontakt of schakel de hoofdschakelaar uit alvorens eender
welke reinigings- of onderhoudswerkzaamheid uit te voeren.
2.9 - Indien in hetzelfde vertrek hetzij een inbouwwasemkap alsook een niet elektrisch aan-
gedreven apparaat (zoals b.v. gasapparaten) geïnstalleerd zijn, is het noodzakelijk een
aangepaste verluchting van het vertrek te voorzien.
Om geen gevaar te lopen, mag de ruimtelijke depressie 0,04 mbaar niet overschrijden.
Op deze wijze voorkomt U een terugkeer van uitlaatgassen.
2.10- Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met beperkte
psychische, sensorische en geestelijke vermogens, of door personen zonder ervaring en
kennis, tenzij ze onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het gebruik van het
apparaat door personen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
2.11- Kinderen moeten worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
NL
2 20

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Kseg7

Table of Contents