3 .0 Systeemcompatibiliteit
De intrekkende reddingslijnen van Miller zijn ontworpen om gebruikt te worden met componenten goedgekeurd door
Miller by Sperian. De vervanging door combinaties en/of subsystemen die niet geautoriseerd zijn kan een negatieve
invloed hebben op of de veilige werking in het gedrang brengen, met gevaar voor gebrek aan compatibiliteit binnen
het systeem. Dit gebrek aan compatibiliteit kan een invloed hebben op de betrouwbaarheid en veiligheid van het hele
systeem.
3 .1 Productgroepen Valbeveiligingen van Miller
Een omvattend valbeveiligingssprogramma moet beschouwd worden als een "totaal systeem" dat begint met de iden-
tificatie van het probleem en eindigt met een beheer van continu controle. Miller by Sperian beschouwt de eigen
producten als een "systeem binnen een systeem. " Drie sleutelcomponenten van het "Miller-systeem" moeten ingevoerd
en correct gebruikt worden om te voorzien in een maximale bescherming van
de gebruiker.
A . VERANKERINGSPUNT
Indien mogelijk, wordt gebruik gemaakt van ankers (conform EN 795), i.e.
items die op duurzame wijze bevestigd worden aan een structuur (muur, stijl...)
Zorg er in elk geval voor dat het ankerpunt:
• Een weerstand heeft groter dan 10 KN,
• Zich boven de arbeider bevindt
• Zich in een verticale as bevindt ten opzichte van het werkoppervlak: (max.
hoek ± 30°),
• Volledig geschikt is voor het verankeringssysteem
• Geen scherpe hoeken heeft.
B . KLEDING
De tweede systeemcomponent is de persoonlijke kleding gedragen door de
arbeiders tijdens de taken die ze uitvoeren. Miller by Sperian produceert inte-
grale harnassen, positioneergordels en lichaamsgordels voor gebruik in speci-
fieke werkomgevingen. De integrale harnassen zijn bestemd om te helpen bij
het onderbreken van een vrije val en moeten gedragen worden in elke situatie
waarin de arbeiders blootgesteld zijn aan een potentiële vrije val. Het integraal
harnas moet gebruikt worden samen met een schokabsorberende uitrusting,
om alle belastingen tot een minimum te beperken. Het is heet belangrijk dat
het harnas correct gedragen wordt.
C . VERBINDINGSINRICHTING
De derde component van het systeem is de verbindingsinrichting. De belangrijkste eigenschap van deze inrichting is
de ingebouwde schokabsorbeerder. Of het nu gaat om een schokabsorberende verbindingslijn of een zelfintrekkende
reddingslijn, ze zijn ontworpen om de belastingen die gepaard gaan met een val zo veel mogelijk te beperken. De
verbindingslijn in de vorm van een net, touw of kabel gebruikt om een val te onderbreken MOET gebruikt worden in
combinatie met een schokabsorbeerder.
Afzonderlijk zal geen enkel van deze componenten bescherming bieden tegen een val. Indien ze samen op correcte
wijze gebruikt worden, vormen ze het "Miller-systeem" en worden ze een wezenlijk deel van het "totaal valbeveiligings-
systeem. "
3 .2 TYPES CONNECTORS (EN 362:2004)
Klasse A: ankerconnectors; ontworpen om rechtstreeks verbonden te worden met een specifiek type van verankering
Klasse B: basisconnectors: 'bedoeld om gebruikt te worden als component
Klasse M : veelzijdige connectors: component dat belast kan worden op de grote en de kleine as.
Klasse T: eindconnectors die deel uitmaken van een subsysteem waarin de belasting inspeelt op een welbepaalde
richting.
Klasse Q: schroefconnectors: bedoeld om alleen gebruikt te worden voor duurzame of blijvende verbindingen. De
klasse staat vermeld op de inrichting.
A
B
C
55
Need help?
Do you have a question about the MILLER TWIN TURBO and is the answer not in the manual?