Hitachi UC 36YRSL Handling Instructions Manual page 20

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 5
Nederlands
ALGEMENTE VOORZORGSMAATREGELEN
1. De plaats waar gewerkt wordt schoonhouden. Niet
opgeruimde werkplaatsen en werkbanken verhogen
het gevaar van ongelukken.
2. Voorkom gevaarlijke situaties. Stel het apparaat niet
bloot aan regen of overmatige vochtigheid. Gebruik
het apparaat niet op plaatsen die overmatig dampig
zijn.
Zorg
voor
goede
werkzaamheden.
Gebruik de boor en de acculader niet in de buurt van
brandbare of explosieve materialen.
Voorkom gebruik van de boor en acculader in de buurt
van brandbare vloeistoffen of gassen.
3. Dit gereedschap is niet geschikt voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met verminderde
fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, met
gebrek aan ervaring of kennis, tenzij ze onder toezicht
staan of geïnstrueerd zijn betreffende het gebruik van
het toestel, door iemand die verantwoordelijk is voor
de veiligheid.
Kinderen dienen onder toezicht gehouden te worden
om te voorkomen dat ze met het gereedschap gaan
spelen.
4. Onbenodigd gereedschap en de acculader opruimen.
Wanneer het gereedschap en de acculader niet
gebruikt worden, dienen deze op een hoggelegen of
af te sluiten plaats te worden opgeborgen. Het toestel
en de acculader dienen op een plaats te worden
opgeborgen waar de temperatuur onder de 40°C is.
5. Wees voorzichtig met het snoer van de acculader. Het
toestel nooit aan het snoer dragen, en aan het
snoertrekkend uit het stopcontact verwijderen.
Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
voorwerpen.
6. Wanneer de acculader niet gebruikt wordt of
gerepareerd wordt, dient de stekker uit het
stopcontact verwijderd te worden.
7. Gebruik uitsluitend de bijbehorende acculader.
Gebruik geen andere acculaders om gevaar te
voorkomen.
8. Alleen gebruik maken van originele HITACHI
onderdelen.
9. Gebruik de boor en de acculader uitsluitend voor
doeleinden die in deze gebruiksaanwijzing
beschreven zijn.
10. Het gebruik van accessoires en toebehoren anders
dan in deze gebruiksaanwijzing of in de HITACHI
katalogus beschreven zijn, vehoogd het risico op
lichamelijk letsel.
11. Indien het netsnoer beschadigd is, moet dit, om risico
te voorkomen, worden vervangen door de fabrikant,
het onderhoudscentrum van de fabrikant of ander
bevoegd personeel.
Reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een
geautoriseerde service dienst. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade en/of letsel veroorzaakt
door reparatie uitgevoerd door ongeautoriseerde
service diensten en/of verkeerd gebruik van het
gereedschap.
12. Verwijder geen schroeven of andere onderdelen van
de boor en de acculader om de integriteit van het
ontwerp te verzekeren.
20
verlichting
tijdens
13. Gebruik de acculader met het voltage dat op het
naamplaatje is aangegeven.
14. Laad de batterij altijd op voordat het toestel gebruikt
wordt.
15. Gebruik uitsluitend de voorgeschreven batterij.
Gebruik geen normale droge-cel batterij, een
oplaadbare of auto-accu voor de boor.
16. Maak geen gebruik van een transformator met een
spanningsverhoger.
17. Laad de batterij niet op met de wisselstroom-dynamo
de
van de auto of met gelijkstroom.
18. De batterij alleen binnenshuis opladen. De acculader
en batterij worden warm tijdens het opladen, dus
vermijd direkt zonlicht; zorg voor goede ventilatie.
19. De onderdelentekening in deze handleiding is
uitsluitend bestemd voor de geautoriseerde service
dienst.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE
OPLADER
1. Laad de batterij bij een temperatuur van 0–40°C. Een
temperatuur van onder 0°C kan overlading
veroorzaken, hetgeen gevaarlijk kan zijn. De batterij
kan niet bij een temperatuur van boven de 40°C
geladen worden.
De meest geschikte temperatuur is tussen de 20–25°C.
2. Gebruik de oplader niet kontinu. Wacht ongeveer 15
minuten voordat met het laden van een andere batterij
begonnen wordt.
3. Voorkom dat stof of vuil in de aansluitopening van
de batterij terecht komt.
4. Demonteer de oplaadbare batterij of oplader niet.
5. Voorkom kortsluiting van de oplaadbare batterij.
Kortsluiting kan resulteren in oververhitting.
Dit kan schade of brandgevaar opleveren.
6. Gooi de batterij niet in het vuur. Een brandende
batterij kan ontploffen.
7. Het gebruik van een uitgeputte batterij zal de oplader
beschadigen.
8. Breng de batterij naar de dealer waar deze gekocht
werd, nadat deze na oplading onvoldoende kracht
heeft voor praktisch gebruik.
Gooi een uitgewerkte batterij niet weg.
9. Steek nooit een voorwerp in de ventilatie-openingen
van de oplader.
Als een voorwerp of ontvlambaar materiaal in de
ventilatie-openingen van de oplader wordt gestoken,
kan dit resulteren in een elektrische schock of
beschadiging aan de oplader.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents