Installatie - Stihl RMI 632 P Instruction Manual

Hide thumbs Also See for RMI 632 P:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 95
Maaibeurten:
aantal van alle maaibeurten tot nu
toe
Maaiuren:
duur van alle maaibeurten tot nu toe
Afstand:
totaal afgelegde afstand
Net
(RMI 632 C, RMI 632 PC):
signaalsterkte van de radiografische
verbinding met net-ID. Een kleine x
of een vraagteken geeft aan dat de
robotmaaier geen verbinding met
internet heeft. (
11.3), (
11.9)
GPS-ontvangst
(RMI 632 C, RMI 632 PC):
GPS-coördinaten van de
robotmaaier. (
11.9)

11.14 Installatie

1. Corridor:
Verplaatste rit naar begin in- en
uitschakelen.
Bij een ingeschakelde corridor rijdt de
robotmaaier naar binnen verplaatst langs
de begrenzingsdraad terug naar het
dockingstation.
Er kunnen drie varianten worden
gekozen:
Uit – standaardinstelling
De robotmaaier rijdt op de
begrenzingsdraad.
Smal – 40 cm
De robotmaaier rijdt afwisselend op de
begrenzingsdraad of 40 cm verplaatst.
Breed – 40 - 80 cm
De afstand tot de begrenzingsdraad wordt
bij elke rit naar het begin binnen deze
corridor willekeurig gekozen.
0478 131 9942 C - NL
In combinatie met een extern
dockingstation, alsmede met
doorgangen en vernauwingen,
moeten voor een verplaatste rit
naar het begin zoeklussen worden
geïnstalleerd. (
12.12)
Houd voor de verplaatste rit naar
het begin een minimale
draadafstand van 2 m aan.
2 ASM (anti-stuck-manoeuvre):
als ASM is ingeschakeld, start de
robotmaaier een uitwijkprocedure
wanneer hij vast komt te zitten.
Aan – ASM kan worden ingeschakeld om
te voorkomen dat de robotmaaier komt
vast te zitten.
Uit – standaardinstelling. ASM moet
uitgeschakeld blijven,
– wanneer er in het maaivlak grote effen
vlakken zitten (bijvoorbeeld
geasfalteerde opritten),
– wanneer de robotmaaier tijdens het
werken vaker onverwachts 90° afbuigt,
– wanneer de robotmaaier tijdens het
werken zonder vast te komen zitten met
de melding 1131 blijft stilstaan.
3. Nieuwe installatie:
De installatiewizard wordt opnieuw
gestart, het bestaande maaischema
wordt gewist. (
9.7)
4. Startpunten:
De robotmaaier begint het maaien
bij het dockingstation
(standaardinstelling) of bij een startpunt.
Startpunten moeten worden gedefinieerd,
– als deelzones gericht moeten worden
behandeld, omdat ze onvoldoende
worden bewerkt,
– als zones alleen via een doorgang
bereikbaar zijn. Leg in deze deelzones
minstens één startpunt vast.
RMI 632 C, RMI 632 PC:
Aan de startpunten kan een radius
worden toegewezen. De robotmaaier
maait wanneer hij bij het betreffende
startpunt begint te maaien altijd eerst
binnen het cirkelvormige gebied rondom
het startpunt. Pas wanneer hij deze
deelzone heeft bewerkt, wordt de
maaibeurt voortgezet in de rest van het
maaivlak.
● Startpunten instellen (
11.15)
5. Rand testen:
Start een rit langs de rand ter
controle van een goede
draadligging.
De stap "Installatie controleren" van de
installatiewizard wordt opgeroepen.
(
9.13)
Plaats ter controle van de correcte
bedrading rond een verboden zone,
de robotmaaier met de voorzijde in
de richting van de verboden zone in
het maaivlak en start een rit langs
de rand.
Tijdens het afrijden van de rand
wordt het beginbereik van de
robotmaaier gedefinieerd. Een
reeds opgeslagen beginbereik
wordt desgewenst uitgebreid.
(
14.5)
6. Randmaaien:
Leg de frequentie van het
randmaaien vast.
Nooit – de rand wordt nooit gemaaid.
Een keer – standaardinstelling; de rand
wordt een keer per week gemaaid.
Twee keer – de rand wordt twee keer per
week gemaaid.
317

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Rmi 632Rmi 632 cRmi 632 pc

Table of Contents