Opmerking Over Het Toevoegen Van Koelmiddel - Carrier 38QUS014DS2 Series Installation Manual

Multi system air conditioner
Hide thumbs Also See for 38QUS014DS2 Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
8. LUCHTAFLAAT

8.4 Opmerking over het toevoegen van koelmiddel

VOORZICHTIG
• Koelmiddel moet worden toegevoegd nadat u de bedrading hebt aangelegd, het systeem vacuüm hebt
gemaakt en op lekken hebt getest.
• De maximale hoeveelheid koelmiddel die is toegestaan mag NIET worden overschreden en het systeem
mag niet worden overladen.
Als u dit wel doet, kan de unit beschadigd raken of niet meer goed werken.
• Het gebruik van niet-geschikte substanties kan leiden tot explosies of ongevallen. Zorg ervoor dat u het juiste
koelmiddel gebruikt.
• Koelmiddelhouders moeten langzaam worden geopend. Gebruik altijd beschermende middelen als u het
systeem bijvult.
• Meng GEEN verschillende typen koelmiddel.
N=2(één-tweemodellen), N=3(één-driemodellen), N=4(één-viermodellen), N=5(één-vijfmodellen).
Afhankelijk van de lengte van de aansluitleidingen of de druk van het ontluchte systeem moet u mogelijk
koelmiddel toevoegen. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de toe te voegen hoeveelheden koelmiddel:
Lengte
verbindingsleiding
Leidinglengte voor laden (ft/m)
(standaardleidinglengte x N)
Meer dan
(standaardleidinglengte x N) ft/m
Opmerking: 1) Gebruik gereedschap voor R410A/R32-systeem, respectievelijk.
2) De standaard lengte van de leiding is 7,5 m (24,6 in). Wanneer de
lengte van de leiding groter is dan 7,5 m moet aanvullend koelmiddel
worden toegevoegd volgens de lengte van de leiding.
8.5 Veiligheids- en lekkagecontrole
Elektrische veiligheidscontrole
Voer de elektrische veiligheidscontrole uit nadat
u alles hebt geïnstalleerd. Loop de volgende
punten na:
1. Isolatieweerstand
De isolatieweerstand moet meer dan 2 MΩ zijn.
2. Aarding
Nadat u de aarding hebt aangelegd,
meet u de aardingsweerstand door middel
van een visuele inspectie en met behulp
van de aardingsweerstandtester. Zorg ervoor
dat de aardingsweerstand minder is dan 4 Ω.
3. Elektrische lekkagecontrole
(uitvoeren tijdens test bij ingeschakelde unit)
Voer na voltooiing van de installatie met behulp
van de Elektroprobe en multimeter een elektrische
lekkagecontrole uit tijdens een testinschakeling.
Schakel de unit onmiddellijk uit als er sprake
is van lekkage. Probeer andere oplossingen
uit totdat de unit goed werkt.
Gaslekcontrole
1. Zeepwatermethode:
Breng met een zachte borstel een oplossing van water
en zeep of een vloeibaar neutraal afwasmiddel aan
op de verbinding van de binnenunit of de verbindingen
NL-21
EXTRA KOELMIDDEL PER LEIDINGLENGTE
Luchtzuive-
ringsmethode
Vacuümpomp
Vloeistofzijde: Ø 6,35 (Ø 1/4 inch)
Vacuümpomp
(Totale leidinglengte - standaardleidinglengte x N) x 15 g/m
(Totale leidinglengte - standaardleidinglengte x N) x 12 g/m
Extra koelmiddel (R410A/R32:)
n.v.t.
Vloeistofzijde: Ø 9,52 (Ø 3/8 inch)
(Totale leidinglengte - standaardleidinglengte x N) x 30 g/m
(Totale leidinglengte - standaardleidinglengte x N) x 24 g/m
van de buitenunit om te controleren of er sprake is
van lekkage op de aansluitpunten van de leidingen. Als
er bubbels zichtbaar zijn, is er sprake van een lekkage.
2. Lekdetector
Gebruik de lekdetector om te controleren of er sprake
is van lekkage.
OPMERKING: Deze afbeelding is alleen bedoeld ter
illustratie. De daadwerkelijke volgorde van A, B, C, D
en E op het apparaat kan enigszins afwijken van de unit
die u hebt aangeschaft, maar de algemene vorm blijft
hetzelfde.
Controlepunt
binnenunit
Controlepunt
buitenunit
A, B, C en D zijn punten van het één-viermodel.
A, B, C, D en E zijn punten van het één-vijfmodel.
Afb. 8.4
E
D
C
B
A

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents