Stiga PARK UNLIMITED Instructions For Use Manual page 73

Hide thumbs Also See for PARK UNLIMITED:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 53
2.4.2 Koppeling - parkeerrem (3:B)
Druk nooit op het pedaal tijdens het ri-
jden. De krachtoverbrenging kan dan
oververhit raken.
Het pedaal (3:B) heeft de vol-
gende drie standen:
• Omhoog. De koppeling is niet geactiveerd. De
parkeerrem is niet geactiveerd.
• Voor de helft ingetrapt. Voorwaarts rijden uit-
geschakeld. De parkeerrem is niet geactiveerd.
• Ingetrapt. Voorwaarts rijden uitgeschakeld. De
parkeerrem is geactiveerd maar niet vergren-
deld.
2.4.3 Vergrendeling, parkeerrem (3:A)
De vergrendeling vergrendelt het kop-
pelings-/rempedaal in de ingetrapte stand.
Deze functie wordt gebruikt om de ma-
chine te vergrendelen op hellingen, tijdens
transport enz., als de motor niet draait.
De parkeerrem moet tijdens het werk
altijd uitgeschakeld zijn.
Vergrendelen:
1. Trap het pedaal (3:B) volledig in.
2. Verplaats de vergrendeling (3:A) naar rechts.
3. Laat het pedaal (3:B) los.
4. Laat de vergrendeling (3:A) los.
Ontgrendelen:
Trap het pedaal (3:B) volledig in en laat het weer
los.
2.4.4 Rijden - bedrijfsrem (3:F)
Het pedaal (3:F) regelt de versnelling tussen de
motor en de wielen (= de snelheid). Wanneer het
pedaal omhoog staat, wordt de bedrijfsrem geac-
tiveerd.
1. Pedaal voorwaarts
– de machine gaat vooruit.
2. Pedaal onbelast
– de machine staat stil.
3. Pedaal achterwaarts
– de machine rijdt achteruit.
4. Minder druk op het pedaal
– de machine remt.
De bedrijfsrem werkt niet als de traploze trans-
missie is uitgeschakeld. Zie 2.4.13.
2.4.5 Stuur (3:D)
De hoogte van het stuur is volledig instelbaar.
Draai de instelknop (3:E) op de stuurkolom los en
stel het stuur op de gewenste stand in. Draai de
knop weer vast.
NEDERLANDS
Verstel het stuur nooit tijdens het ri-
jden.
Draai nooit aan het stuur als de ma-
chine stilstaat en het gereedschap ín de
werkstand staat. De kans bestaat dat
het stuurbekrachtigingmechanisme
wordt overbelast.
2.4.6 Gas- en chokehendel (4:G)
(Unlimited, President)
Hendel om de snelheid te regelen en om te choken
bij een koude start.
1. Choke - voor het starten van een koude
motor. De choke staat in de bovenste stand
in de groef.
Gebruik deze functie niet als de motor
warm is.
2. Vol gas - bij gebruik van de machine al-
tijd vol gas geven.
Om de gashendel op vol gas te zetten, zet
u de hendel ongeveer 2 cm achter de
chokestand.
3. Stationairloop.
2.4.7 Gashendel (5:G)
(Power, Excellent)
Voor het instellen van de toerentallen.
1. Vol gas - bij gebruik van de machine al-
tijd vol gas geven.
2. Stationairloop.
2.4.8 Chokehendel (5, 6:H)
(Power, Excellent)
Trekhendel om te choken bij koude start.
1. Hendel volledig uitgetrokken - chokek-
lep in de carburateur gesloten. Voor koude
start.
2. Hendel ingedrukt. Chokeklep open.
Voor starten met warme motor en tijdens
het rijden.
Rijd nooit met uitgetrokken choke als de motor
warm is.
NL
73

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Park excellentPark powerPark president

Table of Contents