STEINEL IS NM 360 User Manual page 15

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 7
Permanente verlichting
l
Als er een netschakelaar in de kabel
gemonteerd wordt, zijn naast het
eenvoudige in- en uitschakelen ook
de volgende functies mogelijk:
Sensormodus
1) Licht inschakelen (indien lamp
UIT):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp blijft gedurende de inge-
stelde tijd aan.
2) Licht uitschakelen (indien lamp
AAN):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp gaat uit resp. schakelt over
op sensormodus.
Functies
,
,
g h i
Na de installatie kan de sensor in
gebruik worden genomen. Op de
afneembare sensorunit zitten stel-
knoppen voor tijds-, programma- en
schemerinstelling. Na de vergrende-
ling f met een schroevendraaier
Uitschakelvertraging
(tijdsinstelling) g
(instelling af fabriek:
5 sec.)
5 sec. – 15 min.
Permanente verlichting
1) Permanente verlichting inscha-
kelen:
Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp
schakelt gedurende 4 uur over op
permanente verlichting (rode LED
achter de lens brandt). Vervolgens
schakelt de lamp automatisch weer
over op sensormodus (rode LED uit).
2) Permanente verlichting uit-
schakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN. De
lamp gaat uit resp. schakelt over op
sensormodus.
Belangrijk:
Het meerdere malen op de schake-
laar drukken moet snel achter elkaar
gebeuren (ca. 0,5 –1 sec.).
te hebben opgeheven, kan de
sensorunit worden uitgenomen voor
het comfortabel instellen. Hierbij
schakelen de IS NM 360 en de aan-
gesloten lamp over op permanente
verlichting.
Traploos instelbare brandduur van 5
sec. tot 15 min.
Instelknopje op – = kortste tijd (5 sec.)
Instelknopje op + = langste tijd
(15 min.)
Bij instelling van het registratiebereik
wordt geadviseerd om de kortste tijd
– te kiezen.
28
Functies
,
,
g h i
Schemerinstelling
(drempelwaarde) h
(instelling af fabriek:
daglichtstand
2000 lux)
2 – 2000 lux
Programma-instel-
ling i
(instelling af fabriek:
programma 1)
2 – 2000 lux
*Opmerking bij comfortprogramma
- middernacht
In de sensor is geen klok geïntegreerd,
het midden van de nacht wordt
alleen bepaald door de lengte van de
donkere fases. Daarom is het voor
een goede werking belangrijk, dat de
aangesloten verbruiker gedurende
deze tijd permanent van stroom wordt
voorzien. Gedurende de eerste nacht
(inmeetfase) is de basislichtsterkte
Traploos instelbare drempelwaarde van
de sensor van 2 – 2000 lux.
Instelknopje op
gezet = daglicht-
stand ca. 2000 lux.
Instelknopje op
gezet = schemer-
stand ca. 2 lux.
Voor de instelling van het registratiebe-
reik bij daglicht moet het instelknopje
op
(daglichtstand) worden gezet.
Standaardprogramma
1
Sensor AAN vanaf de ingestelde
schemerwaarde alleen bij beweging
Comfortprogramma
2
- avond
Sensor AAN vanaf de ingestelde
schemerwaarde voor ca. 2 uur, daarna
normale sensormodus (4)
Comfortprogramma
3
-
avond/ochtend
Sensor AAN vanaf de ingestelde
schemerwaarde voor ca. 2 uur
permanente verlichting, daarna
normale sensormodus en opnieuw
ca. 2 uur permanente verlichting vanaf
de ingestelde schemerwaarde in de
ochtenduren
Comfortprogramma
- middernacht*
4
Sensor AAN vanaf de ingestelde
schemerwaarde tot het midden van de
nacht*, daarna standaardprogramma
4
compleet actief. De waarden worden
zo opgeslagen, dat ze beveiligd zijn
tegen stroomuitval. Wij adviseren
om de stroom in programma niet te
onderbreken.
De waarden worden
4
in meerdere nachten bepaald, daarom
moet, als er storingen mochten optre-
den, gedurende meerdere nachten ge-
controleerd worden of de uitschakeltijd
van de aangesloten verbruiker in de
richting van middernacht verandert.
29

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents