F-050436L - Murray 207610x52A Instruction Book

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6. (Figuur 17) Ga achter de maaier staan. Ge-
bruik één hand om de machinestophendel
(1) in de gebruiksstand te houden, zoals aan-
gegeven. Pak met de andere hand de start-
koordknop (2) vast.
7. Geef een ruk aan de startkoordknop (2) en
laat dit langzaam terugkomen.
8. Als de motor na 5 of 6 keer niet start, zie dan
de aanwijzingen in de "Troubleshooting sche-
ma".
Bedienen van de maaier
WAARSCHUWING: Controleer dat
de graszak niet beschadigd of vers-
leten is. Als dit wel het geval is,
moet u de beschadigde of versleten onder-
delen alleen vervangen met door de fabriek
gekeurde reserve onderdelen. Zie de on-
derdelenlijst in deze handleiding voor de
benodigde reserve onderdelen.
Om de graszak geheel te vullen, moet u de
gashendel van de motor in de FAST stand
zetten.
Legen van de Graszak (Figuur 10)
WAARSCHUWING: Stop de motor
voordat u de graszak verwijdert.
Alvorens gras van de maaierbe-
huizing af te vegen, moet u de bougiekabel
lostrekken.
1. (Figuur 10) Til de klep (1) geheel omhoog.
2. Til het frame (2) uit de twee uitsparingen (3)
in de hendel.
3. (Figuur 11) Maak de kap (5) open. Maak de
zak leeg.
ONDERHOUD
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
Onderhoud van de motor
Gebruik het onderstaande hoofdstuk over
onderhoud om de machine in goede conditie te
houden. Informatie over onderhoud aan de
motor staat in het instruktieboekje voor de
motor. Lees dit boekje voordat u de motor start.
WAARSCHUWING: Voordat u de
motor inspecteert, instelt (behalve
de carburateur), of repareert, moet
u eerst de bougiekabel los trekken.
Kantelen van de motor (Figuur 3)
Als u onderhoud aan de motor verricht, het mes
inspecteert, of de onderkant van de
maaibehuizing schoon maakt, moet u er altijd
voor zorgen dat u de motor zo kantelt dat de
bougie omhoog wijst. Transporteren of kantelen
van de motor met de bougie omlaag, zal tot
gevolg hebben dat:
de motor moeilijk start.
S
S
de motor gaat roken.
S
de bougie vervuilt raakt.
S
het luchtfilter vol met olie of benzine komt te
zitten.
Smering
1. Om de maximale prestatie te waarborgen,
moet u de wielen en alle draaipunten elke 25
uur met motorolie smeren.
2. Zie het instruktieboekje voor de motor over
het smeren van de motor.

F-050436L

OPMERKING: Smeer de motorstopkabel niet.
Smeermiddelen zullen de kabel beschadigen
waardoor de kabel niet meer vrij kan bewe-
gen. Vervang de kabel indien deze geknikt of
beschadigd is.
Reinigen van de maaibehuizing
WAARSCHUWING: Het mes draait
als de motor aan staat. Voordat u
de maaibehuizing schoon maakt,
moet u de motor afzetten en de bougieka-
bel los trekken.
Gras en andere rommel kan voorkomen dat de
maaier goed werkt. Maak na het maaien de
maaier, als volg schoon:
1. Stop de motor.
2. Trek de bougiekabel los.
3. Maak de boven- en onderkant van de maai-
behuizing schoon.
Instellen van de maaihoogte
WAARSCHUWING: Het mes draait
als de motor aan staat. Voordat u
de maaibehuizing schoon maakt,
moet u de motor afzetten en de bougieka-
bel los trekken.
Modellen met handinstelmechanisme
(Figuur 15)
Om de maaihoogte te veranderen, moet u de
hendel (1) bij elk wiel in een andere stand
zetten. Zorg dat de hendel (1) bij elk wiel in de
zelfde stand staat, zodat de maaier egaal maait.
1. Trek de hendel (1) opzij.
2. Zet de hendel (1) in een andere stand.
Verwijderen van de aandrijfriem
Om de aandrijfriem te verwijderen, moet u de
onderstaande stappen uitvoeren.
WAARSCHUWING: Trek de bougie-
kabel los, voordat u de aandrijfriem
verwijdert.
1. (Figuur 19) Verwijder de aandrijfriemkap
(1).
2. (Figuur 20) Maak de riemspanningsbout
(2) los.
3. Verwijder de voorzijde van de aandrijfriem
(3) van de transmissieschijf (4).
4. (Figuur 21) Schuif de aandrijfriem (3) over
het uiteinde van het mes (4) om de achterzij-
de van de aandrijfriem (3) te verwijderen.
OPM: Zorg ervoor dat u de aandrijfriem
alleen vervangt met een reserveriem van
de fabriek.
5. Herhaal de bovenstaande stappen in omge-
keerde volgorde om de aandrijfriem (3) sa-
men te stellen..
6. (Figuur 23) Stel de riemspanning af.
a. Span de regelmoer (5) af totdat de moer
de pasring (6) raakt. Probeer de pasring
(6) te draaien. Wanneer de regelmoer (5)
de pasring (6) raakt, zal de pasring (6)
niet draaien.
b. Draai vervolgens de regelmoer (5)
slechts voldoende los om de pasring (6)
te laten draaien. De spanning op de aan-
drijfriem (3) is nu correct.
19
7. (Figuur
) Installeer de riemkap (1).
31
8. Voordat u met maaien begint, moet u zich er
van vergewissen dat het aandrijfsysteem
goed uitschakelt en dat de maaier daadwer-
kelijk stopt. Als het aandrijfsysteem niet goed
uitschakelt, moet u de maaier naar een er-
kend service center brengen voordat u er-
mee kan werken.
Hoe de aandrijfkabel afstellen
(Figuur 22)
WAARSCHUWING: Voordat u de
aandrijfkabel afstelt, dient u het
motorstophendeltje loslaten en
wachten tot de motor stopt.
Als het aandrijfsysteem niet juist in- en
uitschakelt, dient u te controleren of de hendel
juist is samengesteld. Zorg ervoor dat alle
onderdelen in goede conditie zijn, niet gebroken
of gebogen zijn en dat alle klemmen vast zitten.
Versleten onderdelen en uitgerekte kabels zullen
de werking van het aandrijfsysteem
beïnvloeden. Wanneer u maait in hoog of dik
gras of op hellingen, kan het aandrijfsysteem
slippen. Als het aandrijfsysteem slipt, dient u het
als volgt af te stellen of neem de maaimachine
naar een erkend servicecentrum.
BELANGRIJK: Voordat u de motor start,
dient u het motorstophendeltje verscheidene
keren te proberen. Zorg ervoor dat de motor-
stopkabel vrij beweegt..
OPM: Het motorontwerp omvat geen smoor-
regeling of motorsnelheidsregelaar. De mo-
tor is ingesteld op de beste snelheid om gras
te maaien, gras op te vangen en voor een
verlengde gebruiksduur van de motor.
1. Als het aandrijfsysteem slipt, dient u de ka-
belregelaar (1) een slag in de richting ge-
toond op de illustratie te draaien. Test het
aandrijfsysteem en controleer of het systeem
slipt.
2. Als het aandrijfsysteem nog steeds slipt,
dient u de kabelregelaar (1) nog een slag te
draaien om de kabel te verkorten. Test op-
nieuw het aandrijfsysteem.
3. Herhaal de afstelling en test totdat het aan-
drijfsysteem niet meer slipt.
4. Voordat u begint met maaien dient u ervoor
te zorgen dat het aandrijfsysteem correct uit-
schakelt en dat de maaimachine stopt. Als
het aandrijfsysteem niet uitschakelt, dient u
de maaimachine naar een erkend service-
centrum te brengen voor u de maaimachine
gebruikt.
Vervangen van het mulchmes
Een maaier die kan mulchen is uitgerust met
een speciaal mulchmes. Als dit versleten of
beschadigd is, moet u het vervangen met een
origineel reserve exemplaar. Een standaard mes
zal niet goed maaien en kan ongelukken
veroorzaken.
Onderhoud aan het mes
WAARSCHUWING: Voordat u het
mes of het mesverbindingsstuk in-
specteert, moet u de bougiekabel
lostrekken. Stop de motor als het mes een
obstakel raakt. Trek de bougiekabel los en
controleer of er schade is opgetreden.
Controleer het mes regelmatig op slijtage of
beschadigingen zoals barstjes. Controleer
eveneens regelmatig of de bout die het mes op
zijn plaats houdt, goed vast zit. Stop de motor
als het blad een obstakel raakt. Trek de
bougiekabel los. Controleer het
mesverbindingsstuk op schade. Kijk of het mes
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents