F-050436L - Murray 207610x52A Instruction Book

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
MONTAGE
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
Instructies bij het uitpakken (Figuur 1)
De maaier werd in de fabriek geassembleerd.
Toen de maaier verpakt werd in de doos, werd
de hendel in de opslagstand gelegd. Om de
hendel in de gebruiksstand te plaatsen, moet u
de onderstaande stappen uitvoeren:
1. Haal de maaier uit de doos.
2. Zet de onderste hendel (1) in de werkstand.
Zorg ervoor dat de onderste hendel (1) zich
tussen de klemlipjes bevindt.
3. Plaats de bovenste hendel (3) in de ge-
bruiksstand. Draai de knoppen (4) aan.
WAARSCHUWING: Pas op als u de hendel
omhoog of omlaag beweegt. Voorkom dat de
kabels beschadigd worden. Een geknikte ka-
bel zal niet goed werken. Vervang geknikte of
beschadigde kabels voordat u de machine
gaat gebruiken.
4. (Figuur 7) Om de greep van het startkoord
(1) aan de koordgeleider (2) vast te maken,
moet u het koord door de koordgeleider (2)
aan de rechter kant van de hendel leiden.
OPMERKING: Als u de greep van het start-
koord niet kunt bevestigen omdat het koord
te kort is, moet u het motorstophendeltje
tegen de hendel aan trekken. Trek nu lang-
zaam aan de greep van het startkoord.
Instellen van de hendelhoogte
(Figuur 2) De hendelbeugel heeft twee
standen. Een HOGE en een LAGE stand. In de
HOGE stand zit de hendel ongeveer 10,2 cm
hoger.
1. (Figuur 4) Haal de knoppen (4) en bouten
(5) uit de rechter en linker hendelbeugels
(6).
2. (Figuur 5) Om de hendel omhoog te bren-
gen, moet u de onderste hendel (1) in de
HOGE (2) stand bevestigen.
3. (Figuur 6) Om de hendel omlaag te brengen,
moet u de onderste hendel (1) in de LAGE
(3) stand bevestigen.
4. (Figuur 4) Maak de onderste hendel (1)
aan de hendelbeugels (6) vast met de
knoppen (4) en bouten (5).
In elkaar zetten van de graszak
1. (Figuur 8) Schuif het frame (4) in de einden
van de steunstang (3).
2. (Figuur 9) Let er op dat de hendel (2) zich
aan de buitenkant van de graszak bevindt.
Maak de clips (5) aan het frame (4) vast.
3. (Figuur 10) Doe de bovenklep (6) dicht. Als
u de maaier met de graszak gebruikt, moet
de bovenklep (6) dicht zitten.
Monteren van de Graszak (Figuur 10)
1. Til de achterklep (1) omhoog om de graszak
aan de maaier te bevestigen. Hou de hendel
(2) van de graszak vast. Duw de graszak in
de juiste stand en laat de achterklep (1)
weer zakken.
BELANGRIJK: Zorg dat de haakjes (3) vast-
gehaakt worden aan de stang (4) waar de
achterklep om scharniert.
In gereedheid brengen van de motor
OPMERKING: De motor bevat geen OLIE of
BENZINE.

F-050436L

WAARSCHUWING: Zoek in de
handleiding van de motorfabrikant
op welk soort benzine en olie u
moet gebruiken. Gebruik altijd een goedge-
keurde jerrycan. Rook niet tijdens het bij-
vullen van benzine, zet de motor af en laat
deze eerst enige minuten afkoelen. Bijvul-
len van benzine mag nooit in afgesloten
ruimtes gebeuren.
Zoek in de handleiding van de motorfabrikant op
welk soort benzine en olie u moet gebruiken.
Lees eerst de informatie over veiligheid,
bediening, onderhoud en opslag.
Gras zijdelings uitwerpen (Figuur 12)
1. Stop de motor.
2. Maak de vleugelmoer (1) los.
3. Zet de uitworptrechter (2) in de open "SIDE
DISCHARGE" stand.
4. Draai de vleugelmoer (1) weer aan.
5. Verwijder de graszak. Zorg dat de achterklep
volledig dicht zit.
Mulchen (Figuur 13)
1. Stop de motor.
2. Maak de vleugelmoer (1) los.
3. Zet de uitworptrechter (2) in de dichte
"MULCH" stand.
4. Draai de vleugelmoer (1) weer aan.
5. Verwijder de graszak. Zorg dat de achterklep
volledig dicht zit.
Tips voor het mulchen
Door te mulchen wordt het gras zeer fijn
gesneden, zodat het gemakkelijk gerecycled kan
worden. Omdat de voedingsstoffen op die
manier naar de bodem teruggevoerd worden,
heeft het gazon minder (kunst)mest nodig. Volg
de onderstaande aanwijzingen om het gazon op
de juiste wijze te mulchen.
S
Het gras moet droog zijn. Nat gras nat is
moeilijk te snijden en vormt kluiten.
S
Het gras mag niet te lang zijn. De maximum
lengte die nog effectief gemaaid kan worden
is 11 cm. Stel de hoogteregelaars zo in dat
alleen de bovenste 33% van het gras wordt
afgesneden.
S
Gras dat langer dan 11cm is moet in twee
keer gemaaid worden. Zet voor de eerste
maaibeurt de hoogteregelaars in de hoogste
stand. Stel ze daarna lager in voor de
tweede maaibeurt.
S
Zorg dat het mes scherp is. Een bot mes
veroorzaakt bruine uiteinden aan het gras.
S
Maak de onderkant van de maaibehuizing
schoon. Gras en rommel kan de goede
werking van de maaier verhinderen.
Als de kwaliteit van het maaien marginaal is,
kunt u het volgende proberen:
S
Stel de hoogteregelaars op een hogere
maaihoogte in.
S
Maai het gras vaker.
S
Gebruik de maaier bij een lagere rijsnelheid.
S
Laat de maaistroken overlappen, in plaats
van telkens een volle strook te maaien.
S
Maai de marginale gebieden nogmaals.
BEDIENING
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen
beginnen op pagina 2.
30
Machinestophendel (Figuur 14)
Door de machinestophendel (1) los te laten,
zal de motor en het mes automatisch stoppen.
Om de motor gaande te houden, moet u de
machinestophendel (1) in de gebruiksstand
(2) houden.
Voordat u de motor start, moet u de
machinestophendel (1) enige keren
aantrekken om u ervan te vergewissen dat de
kabel gemakkelijk beweegt.
Stoppen van de motor (Figuur 14)
Laat de machinestophendel (1) los om de
motor te stoppen. Trek de bougiekabel los om te
voorkomen dat de motor start.
Als de motor niet wil afslaan, moet u een
schroevedraaier tegen de bougie en de
koelelementen houden. De vonk wordt daardoor
geaard waardoor de motor afslaat. Controleer
de machinestopkabel voordat u de motor start.
Zorg dat deze goed bevestigd is. Vervang een
beschadigde of geknikte stopkabel voordat u de
machine gaat gebruiken.
Voorwielaandrijving (Figuur 18)
De maaier heeft voorwielaandrijving. Deze moet
u als volgt bedienen.
1. Houd de motorstophendel (1) in de "OPE-
RATING" (bedrijfs)stand.
2. Duw de aandrijfhendel (2) geheel naar vo-
ren. Als de aandrijfhendel (2) klikt, moet u
hem los laten. Het aandrijfsysteem is nu in-
geschakeld.
OPMERKING: Om de motor te stoppen,
moet u de motorstophendel (1) los laten.
3. Laat de motorstophendel (1) volledig los
om het aandrijfsysteem te ontkoppelen en de
motor te stoppen.
4. Om alleen het aandrijfsysteem te ontkoppe-
len, moet u de motorstophendel (1) onge-
veer 5 cm laten opkomen. Het
aandrijfsysteem zal ontkoppelen terwijl de
motor blijft lopen.
WAARSCHUWING: Voor veilig ge-
bruik moet het aandrijfsysteem me-
teen uitschakelen, zodra de aan-
drijfhendel wordt losgelaten. Als het aan-
drijfsysteem niet juist uitschakelt, mag u
de maaier niet gebruiken, totdat deze is in-
gesteld of gerepareerd door een erkend
service center.
Starten van de motor
WAARSCHUWING: Het mes draait
als de motor aan staat.
1. Controleer de olie.
2. Vul de benzine tank met normale ongelode
benzine. Zie het hoofdstuk "In gereedheid
brengen van de motor".
3. Zorg dat de bougiekabel met de bougie ver-
bonden is.
4. (Figuur 18) Zorg ervoor dat de aandrijfhen-
del (2) in de DISENGAGE stand staat.
5. (Figuur 16) Sommige modellen hebben een
benzine inspuitknop (1) die zich aan de
voorkant of opzij van de motor bevindt. Druk
op de benzine inspuitknop (1) en wacht
twee seconden. Het aantal malen dat de
benzine inspuitknop (1) ingedrukt moet
worden, kunt u vinden in de handleiding van
de motor.
OPMERKING: Gebruik de benzine inspuit-
knop (1) niet om een warme motor te star-
ten.
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents