Table of Contents
Advertisement
Aansluiting
De gitaarversterker is uitgerust met een combibus (XLR / jackplug) en een jackplug-
bus voor de aansluiting van de elektrische gitaar en de microfoon.
Bovendien beschikt hij over een cinchbus voor de aansluiting van een audioapparaat
(cd-speler, cassette e.d.).
Op de microfooningang kunnen alleen dynamische microfoons of condensatormi-
crofoons met een eigen spanningsverzorging worden aangesloten, omdat het appa-
raat geen fantoomspanning kan leveren.
Gebruik voor de aansluiting alleen hiervoor geschikte, afgescherm-
de audiokabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storin-
gen voordoen.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen, die kunnen leiden tot
beschadiging van het apparaat, te voorkomen, mogen op de instru-
ment-/microfooningangen alleen instrumenten resp. microfoons en
op de cinchingang alleen audioapparaten met cinchuitgang worden
aangesloten.
Let erop dat de kabels niet door scherpe randen kunnen worden
beschadigd.
Raadpleeg ook de aansluitwaarden in de „Technische gegevens".
• Verbind de uitgang van uw gitaar met de aansluiting INPUT1 (1) resp. INPUT2 (3)
op de gitaarversterker.
• Verbind de uitgang van uw microfoon met de aansluiting INPUT1 (1) resp. INPUT2
(3) op de gitaarversterker.
• Verbind de uitgang van uw audioapparaat (cd-speler, cassette e.d.) met de aan-
sluiting CD INPUT (6) op de gitaarversterker.
• Verbind indien nodig de aansluitstekker van uw koptelefoon met de aansluiting
HEADPHONES (7) op de gitaarversterker.
Als er een koptelefoon is aangesloten, wordt de ingebouwde luid-
spreker automatisch uitgeschakeld.
50
Anschluss
Der Gitarren-Verstärker ist mit einer Kombibuchse (XLR/Klinke) und einer Klinken-
buchse zum Anschluss der E-Gitarre und des Mikrofons ausgestattet.
Außerdem besitzt er noch eine Cinchbuchse zum Anschluss eines Audiogerätes
(CD-Player, Tape o.ä.).
An den Mikrofoneingang können nur dynamische Mikrofone oder Kondensatormi-
krofone mit eigener Spannungsversorgung angeschlossen werden, da das Gerät kei-
ne Phantomspeisung zur Verfügung stellt.
Benutzen Sie zum Anschluss nur hierfür geeignete abgeschirmte
Audioleitungen. Bei Verwendung anderer Kabel können Störungen
auftreten.
Um Verzerrungen oder Fehlanpassungen zu vermeiden, die zur
Beschädigung des Gerätes führen können, dürfen an die Instrumen-
ten/Mikrofon-Eingänge nur Musikinstrumente bzw. Mikrofone und
an den Cinch-Eingang nur Audiogeräte mit Cinch-Ausgang ange-
schlossen werden.
Achten Sie darauf, dass keine der Leitungen durch scharfe Kanten
beschädigt werden kann.
Beachten Sie auch die Anschlusswerte in den „Technischen Daten".
• Verbinden Sie den Ausgang Ihrer Gitarre mit dem Anschluss INPUT1 (1) bzw.
INPUT2 (3) am Gitarrenverstärker.
• Verbinden Sie den Ausgang Ihres Mikrofons mit dem Anschluss INPUT1 (1) bzw.
INPUT2 (3) am Gitarrenverstärker.
• Verbinden Sie den Ausgang Ihres Audiogerätes (CD-Player, Tape o.ä.) mit dem
Anschluss CD INPUT (6) am Gitarrenverstärker.
• Verbinden Sie bei Bedarf den Anschluss-Stecker Ihres Kopfhörers mit dem
Anschluss HEADPHONES (7) am Gitarrenverstärker.
Bei angeschlossenem Kopfhörer wird der eingebaute Lautsprecher
automatisch abgeschaltet.
11
Advertisement
Table of Contents
