Gebruik Van De Machine - Stiga SD 98-108 Owner's Manual

Ride-on mower
Hide thumbs Also See for SD 98-108:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 59
5.3.5 Controle van de veiligheid en de doeltref-
fendheid van de machine
1. Controleer of de beveiligingen werken zoals
aangegeven (
5.2).
2. Controleer of de rem correct werkt.
3. Begin niet te maaien indien de messen trillen of
men twijfels heeft omtrent de scherpe staat van
de messen; denk er altijd aan dat:
– Een bot mes rukt het gras uit een veroorzaakt
de vergeling van het gazon.
– Een mes dat niet goed vastzit gaat op abnor-
male wijze trillen en is een potentiële gevaren-
bron.
LET OP!
niet indien men niet zeker is van de doeltref­
fendheid en veiligheid en contacteer de
Verkoper voor de nodige controles of repa­
raties.

5.4 GEBRUIK VAN DE MACHINE

5.4.1 Het starten
GEVAAR!
in de open lucht of in een goed geventileer­
de ruimte te gebeuren! DENK ER ALTIJD
AAN DAT UITLAATGASSEN GIFTIG ZIJN!
Alvorens de motor te starten:
– draai de benzinekraan (1) open;
– zet de koppeling
in de vrije stand
(«N») (
4.22
ofwel 4.32);
– ontkoppel de
messen (
4.5);
– schakel de hand-
rem in als u zich
op een hellend
terrein bevindt;
– bij koud opstarten,
dient men de star-
ter (
4.2 ofwel
4.2a) aan te schakelen;
– als de motor reeds warmgedraaid is, is het
voldoende de hendel tussen «LANGZAAM» en
«SNEL» te zetten;
– steek de sleutel in het contactslot en draai deze
in de «DRAAIEN» stand om het elektrische cir-
cuit in werking te stellen, draai de sleutel daarna
in de «START» stand om de motor te starten;
– laat de sleutel los zodra de motor gestart is..
Als de motor eenmaal draait breng de gashendel
terug in de «LANGZAAM» stand;
NL
16
Gebruik de machine
Het starten dient altijd
1
BELANGRIJK
schakeld te worden zodra de motor regelmatig
draait; het gebruik van de choke bij een warmge-
draaide motor kan de bougie bevuilen en een
onregelmatige werking van de motor veroorza-
ken.
OPMERKING
bij het starten, blijf dan niet te lang aanhouden
om de accu niet uit te putten en de motor niet te
verzuipen. Draai de sleutel weer in de «STOP»
stand, wacht enkele seconden en probeer
opnieuw te starten. Indien het probleem voort-
duurt, raadpleeg dan hoofdstuk «8» van deze
handleiding en de handleiding van de motor.
BELANGRIJK
beveiligingssystemen het starten van de motor
beletten wanneer de veiligheidsvoorschriften niet
in acht worden genomen (
Nadat in de boven-
staande gevallen het belet tot starten is hersteld,
dient de sleutel in de «STOP» stand gedraaid te
worden voordat de motor opnieuw gestart kan
worden.
5.4.2 Het rijden en verplaatsen van de machine
LET OP!
goedgekeurd om op de openbare weg te rij­
den. Ze mag (volgens het Wegverkeersre ge­
lement) alléén gebruikt worden op privé­ter­
rein dat voor verkeer gesloten is.
Tijdens het vervoer:
– de messen ontkoppelen;
– het maaidek in de hoogste stand (stand 7) zet-
ten;
– zet de gashendel in een tussenstand tussen
«LANGZAAM» en «SNEL».
Mechanische aandrijving
Trap het pedaal zo ver mogelijk in (
zet de versnellingshendel in de
stand voor de 1ste versnelling (
Houd het pedaal ingetrapt om zo de handrem
uit te schakelen; laat het pedaal langzaam
opkomen zodat het pedaal van de «remfunctie»
naar de «koppelingsfunctie» overgaat, waarbij
de achterwielen in werking gesteld worden
(
4.21).
LET OP!
geleidelijk op te laten komen om te
beletten dat de machine, door een te
bruuske start, begint te steigeren en u
de macht over het stuur kwijtraakt.
De choke dient uitge-
Als er moeilijkheden zijn
Denk er altijd aan dat de
5.2).
De machine is niet
4.21) en
4.22).
U dient het pedaal

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents