Veiligheidsinstructies
2.4
Veiligheid tijdens gebruik van het toestel met
230 Vw
LET OP!
A
Sluit het toestel enkel met de bijbehorende aansluitkabel op het
wisselstroomnet aan.
Trek de stekker nooit aan de aansluitkabel uit het stopcontact.
Als de aansluitkabel is beschadigd, moet deze, om gevaren te
vermijden, door de fabrikant of de klantenservice of een
gelijkwaardig gekwalificeerd persoon worden vervangen.
Let er voor de ingebruikneming op dat toevoerleiding en stekker
droog zijn.
Vergelijk de spanning op het typeplaatje met de aanwezige
energievoorziening.
2.5
Veiligheid tijdens gebruik van het toestel met gas
LET OP!
A
Het toestel nooit met open vuur op lekkage controleren.
Gebruik uitsluitend propaan- of butaangas (geen aardgas).
Het toestel mag uitsluitend met de op het typeplaatje aangege-
ven druk worden gebruikt. Gebruik een vast ingestelde
DIN-DVGW-erkende drukregelaar conform DIN EN 12864.
Bewaar de flessen met vloeibaar gas nooit op niet-geventi-
leerde plaatsen of onder grondniveau (trechtervormige kuilen in
de grond).
Bescherm flessen met vloeibaar gas tegen directe zonne-
stralen. De temperatuur mag niet hoger zijn dan 50 °C.
Gebruik van het toestel met gas is op veerboten en bij
tankstations niet toegestaan.
Bij gasgeur:
– Afsluitkraan van de gasverzorging en flesventiel sluiten.
– Vensters openen en de ruimte verlaten.
– Geen elektrische schakelaars bedienen.
– Open vuur doven.
– Laat de gasinstallatie door een vakman controleren.
88
RM5310, RM5330, RM5380
NL