5.CAMERA OPERATIE
5.25.Lijn de camera als volgt uit:
Bevestig de camera aan een boom of vergelijkbaar object op een hoogte van 0,8-1,5
meter en richt de camera in de gewenste richting Beweeg vervolgens langzaam van
de ene kant van het doelgebied naar de andere kant. Houd daarbij de bewegingsweer-
gave in de gaten.
Onder TEST gemaakt, indicator knipperend in rood betekent dat infrarood wordt
gedetecteerd door bewegingssensor.
In de AAN-modus knippert de indicator blauw wanneer de camera 15 seconden aftelt
voordat het LCD-scherm wordt uitgeschakeld +
Om ervoor te zorgen dat de camera geen ongewenste opnames maakt van irrelevante
bewegingen, mag deze niet op een zonnige plek worden opgesteld of in de buurt van
takken die in de wind kunnen bewegen.
6.CAMERA IS KLAAR VOOR GEBRUIK
CAMERA IS KLAAR VOOR GEBRUIK-—Schakel naar AAN
NA HET WIJZIGEN NAAR DE GEWENSTE INSTELLING en HET EENVOUDIG SCHUIV-
EN VAN DE SCHAKELAARS NAAR DE AAN-POSITIE, is de camera actief in de
stand-bymodus en neemt hij media op volgens de instellingen van de schakelaar. Ten
eerste zal de bewegingsindicator-LED ongeveer 15 seconden blauw knipperen.
12