5. Roerbak de groenten. Wanneer ze heet maar nog knapperig zijn, zet u de kookzone
naar een lagere instelling, doet u het vlees weer in de pan en voegt u de saus toe.
6. Roer de ingrediënten voorzichtig door om ervoor te zorgen dat ze goed worden
doorgewarmd.
7. Dien meteen op.
Warmte-instellingen
Warmte-instelling
1–2
3–4
5–6
7–8
9
•
delicate opwarming voor kleine hoeveelheden voedsel
•
smelten van chocolade, boter en voedingsmiddelen
die snel verbranden
•
zacht sudderen
•
langzaam opwarmen
•
opnieuw opwarmen
•
snel sudderen
•
rijst koken
•
pannenkoeken
•
bakken
•
pasta koken
•
roerbakken
•
aanbraden
•
soep aan de kook brengen
•
kokend water
Geschiktheid
123