Download Print this page

Dremel F0138260JA Original Instructions Manual page 57

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
U zet het gereedschap "AAN" met behulp van de
schuifregelaar aan de bovenkant van de behuizing van
de motor.
OM HET GEREEDSCHAP "AAN" TE ZETTEN, schuift
u de regelaar naar voren.
OM HET GEREEDSCHAP "UIT" TE ZETTEN, schuift u
de regelaar naar achteren.
ELEKTRONISCHE CONTROLE
Uw gereedschap is uitgerust met een intern
elektronisch controlesysteem dat een "soft start"
levert waardoor de belasting als gevolg van een
te snel verhoogd toerental wordt teruggebracht.
Daarnaast helpt het systeem de prestaties van de
motor en accu te optimaliseren door de spanning
naar het gereedschap te verminderen in het geval
van blokkering (zie het onderdeel "Bescherming bij
blokkering"). In dergelijke situaties worden de motor en
accu beschermd door de spanning naar de motor te
verminderen.
OVER TOERENTALLEN
Nadat het gereedschap is uitgeschakeld:
Als het binnen 5 minuten weer wordt ingeschakeld,
draait het gereedschap op het laatst ingestelde
toerental.
Als het na 5 minuten wordt ingeschakeld, draait het
gereedschap op het standaard ingestelde toerental
van 15.000 RPM.
VARIABEL INSTELBARE TOERENTALREGELAAR
Uw gereedschap is voorzien van een variabele
snelheidsregeling. De snelheid kan tijdens gebruik
worden aangepast door de schakelaar op of tussen
bepaalde posities af te stellen.
Om de juiste snelheid voor een bepaalde klus te
selecteren, gebruikt u een stuk oefenmateriaal.
WERKTOERENTALLEN
A a
Raadpleeg de tabel op pagina 17-18 om het juiste
toerental voor het te bewerken materiaal en het
gebruikte accessoire te bepalen.
Zorg er bij het gebruik van een draadborstel voor dat
de grens van 15.000 OPM niet wordt overschreden.
De meeste klussen kunnen worden uitgevoerd
wanneer het gereedschap in de hoogste stand wordt
gebruikt. Bepaalde materialen (sommige kunststoffen
en metalen) kunnen echter worden beschadigd door de
hitte die vrijkomt bij een hoog toerental, en dienen met
relatief lage toerentallen te worden bewerkt. Gebruik
met een laag toerental (15.000 OPM of minder) is
gewoonlijk het beste voor polijstwerkzaamheden met
de polijstaccessoires van vilt. Alle toepassingen met
de draadborstel vereisen lagere toerentallen om te
voorkomen dat draadstukken uit de houder vliegen.
Laat de prestatie van het gereedschap het werk voor
u doen bij het gebruik van lagere toerentallen. Hogere
toerentallen zijn beter voor hardhout, metalen en glas
en voor boren, uitsnijdingen maken, snijden, frezen van
profielen en zagen van plinten of sponningen in hout.
Enkele richtlijnen met betrekking tot het toerental van
het gereedschap:
Kunststof en ander materiaal dat bij lage
temperaturen smelt, moet met een laag toerental
worden bewerkt.
Polijsten, poetsen en reinigen met een draadborstel
moet met een toerental niet hoger dan 15.000
OPM worden uitgevoerd om schade aan de borstel
en uw materiaal te voorkomen.
Hout moet met een hoog toerental worden
gezaagd.
IJzer of staal moet met een hoog toerental worden
gezaagd.
Als een snelfrees voor staal begint te trillen, wijst
dit er gewoonlijk op dat deze te langzaam draait.
Aluminium, koperlegeringen, zinklegeringen en
tin kunnen met verschillende toerentallen worden
bewerkt, afhankelijk van het type bewerking dat
u wilt uitvoeren. Gebruik een paraffine (geen
water) of een ander geschikt smeermiddel om
te voorkomen dat er materiaalresten tussen de
zaagtanden van de frees gaan zitten.
LET OP: Verhoging van de druk op het gereedschap
is niet de juiste reactie wanneer het niet correct
presteert. Probeer een andere accessoire of een
andere toerentalinstelling om het gewenste resultaat
te verkrijgen.
TOERENTALINSTELLINGEN REGELEN IN DE APP
In de Dremel-app kunt u vooraf een toerental instellen
tussen 5.000 en 30.000 RPM
Nadat u het gewenste toerental hebt gekozen,
wordt het corresponderende toerental gedurende
10 seconden knipperend weergegeven op de
toerentalindicator J op het gereedschap 7.
Schakel het gereedschap nu binnen 10 seconden
in, anders gaat het gereedschap op het standaard
ingestelde toerental van 15.000 RPM draaien.
OVER BETEKENIS VAN LEDS
Als u het gereedschap uitschakelt terwijl de accu nog
is aangesloten, werken de LEDs op het gereedschap
als volgt:
De Bluetooth-LED blijft 5 minuten branden zolang
uw gereedschap verbonden is met het slimme
apparaat.
De snelheids-LED blijft 5 minuten branden om het
laatst ingestelde toerental weer te geven.
De LEDs voor alarm, accumeter en het Dremel-
logo blijven 30 seconden branden.
Als u alle LEDs wilt uitschakelen, schakelt u het
gereedschap uit en verwijdert u het accupack.
RODE ALARM-LED
Het rode alarm-LED H blijft branden om een van de
volgende redenen:
Gereedschap is oververhit: schakel het apparaat uit
en verwijder de accessoire (let op: de accessoire
kan heet zijn). Schakel het gereedschap weer in en
laat het onbelast draaien zodat de ventilator van de
motor het gereedschap kan koelen.
Accu is oververhit: schakel het gereedschap uit,
verwijder het accupack en laat de accu enige tijd
afkoelen tot de normale werktemperatuur is bereikt
voordat u het gereedschap weer gaat gebruiken.
Alarm bij blokkering/overbelasting: er wordt
teveel druk uitgeoefend op het gereedschap. Pas
minder druk toe bij het vasthouden en bewegen
van het gereedschap. Laat het toerental van het
gereedschap het werk doen.
Als de rode alarm-LED gaat branden, raadpleeg dan
de Dremel-app. Hier vindt u gedetailleerde informatie
en tips over hoe u dit kunt voorkomen.
BLUETOOTH-LED
De Bluetooth-LED I geeft aan dat het gereedschap is
verbonden met het slimme apparaat 7.
De Bluetooth-LED op het gereedschap knippert
herhaaldelijk terwijl er wordt geprobeerd om
verbinding te maken met het slimme apparaat.
Bevestig dat het gereedschap is verbonden
met het slimme apparaat door de variabele-
snelheidsregelaar G te draaien 7, Dit kan in beide
richtingen.
Als dit proces is voltooid, ziet u het verbonden
57

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

8260