Interlogix ATS1235 Installation Sheet page 50

Advanced wireless dgp on 868 mhz am
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Menu 4, View Zone Status (Status ingang weergeven)
U kunt de status van een ingang/zender controleren.
Afhankelijk van het zendertype zijn er zes verschillende zender
waarschuwingsberichten.
Tabel 4: Zender waarschuwingsberichten
Waarschuwing
Beschrijving
Normal
Ingang in rust
Alarm
Ingang verstoord
Tamper
Sabotage
Supervision
Lange-, of brand supervisiemelding
Batt
Batterij is bijna leeg
Dirty
Vervuiling van brandmelders
Menu 5, View Signal Level (Signaalsterkte weergeven)
U kunt hier de sterkte van het ontvangen signaal van elke
zender controleren.
Om ervoor te zorgen dat de zenders wordt geïnstalleerd met
een efficiënt bereik van de ATS1235 of de lijnversterker, kan
de installateur de signaalsterkte van de laatste
gebeurtenistransmissie van een draadloze sensor op het GI-
scherm weergeven.
De RSSI indicator toont het signal niveau voor de
geselecteerde zender met een balk indicator. 5 balkjes (IIIII) is
een uitstekend signaal, 0 balkjes is een onvoldoende signaal.
De kwaliteits niveaus van de verbinding worden bij benadering
weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel 5: RSSI-waarden
Waarde
Schermbalk-
(dBm)
indicator
<−99
[...........]
−98 tot −85
[.I.........]
−84 tot −69
[.I.I.......]
−68 tot −53
[.I.I.I.....]
−52 tot −37
[.I.I.I.I...]
>−37
[.I.I.I.I.I.]
Raadpleeg de programmeerhandleiding van het
controlepaneel voor meer informatie.
Opmerking:
Voor een betrouwbare communicatie wordt
aanbevolen minimaal 2 balkjes te hanteren, welke gelijk is aan
een waarde van −84 tot −69 dB.
Voer het ingang nummer in en Enter, om het signal niveau te
bekijken. Als de ingang niet geprogrammeer of zojuist is
ingeschakeld, zal het Gi display zal 0 balkjes aangeven totdat
er een alarm of supervisie melding is verstuurd.
Een zender stuurt elke 18 minuten een supervisiebericht, een
brandmelder elke 63 minuten.
50 / 78
Ontvangen signaal
Signaal is onvoldoende. De sensor
werkt niet.
Verplaats de ontvanger of gebruik een
repeater.
Zwak signaal. De sensor werkt mogelijk
wel, maar het gebruik wordt niet
aanbevolen, omdat het draadloze
apparaat RF-supervisie fouten
veroorzaakt.
Gemiddeld signaal. De sensor werkt,
maar de supervisie voor dit RF-
apparaat moet mogelijk worden
uitgeschakeld.
Goed signaal.
Sterk signaal.
Uitstekend signaal.
Als een voldoende signaal is ontvangen door de Di, zal de
signaalsterkte worden getoont en zullen 2 piepjes hoorbaar
zijn.
Een gevoeligheid reductie van −6 dB zal actief
Opmerking:
zijn indien de Di zich in de programmeermodus bevindt. De
gevoeligheid kan worden aangepast in "Menu 12, Receiver
Sensivity (Gevoeligheid Ontvanger)" op pagina 51.
Menu 6, Program Fobs (Afstandsbediening
programmeren)
Afstandsbedieningen worden in een apart gedeelte van de DI-
database geprogrammeerd. U kunt de druktoetsen van de
afstandsbediening programmeren in diverse combinaties voor
relais (uitgangen) en gebruikers.
Tabel 6: Combinaties voor relais (uitgangen) en gebruikers
Druktoetsen Set 1
Ongebruikt
Relais
Ongebruikt
Relais
Gebruiker
Relais
Gebruiker
Een Gebruiker (met geldige alarmgroep) is een persoon (met
toegang voor het inschakelen en uitschakelen van toegewezen
gebieden) en wordt geïdentificeerd als een gebruikersnummer
van 1 tot en met 65535.
Als druktoetsen set 1 en 2 beide gebruikt worden voor
verschillende gebruikers met verschillende alarmgroepen,
kunnen verschillende gebieden worden in- en uitgeschakeld.
Een Relais activeren en deactiveren b.v. garagedeuren en
lampen en kunnen een nummer van 1 tot en met 255 zijn.
Nadat u menu 6 hebt geopend, kiest u één van de zestien
afstandsbedieningen om de programmeer- of registreermodus
uit te voeren.
De afstandsbedieningen hebben een special procedure om in
te leren. Zie hiervoor de handleiding van de afstandsbediening.
Na een bevestiging met twee pieptonen wordt u gevraagd of
u een gebruiker of een relais/uitgang wilt programmeren. De
druktoetsen kunnen worden gekoppeld aan een gebruiker of
aan een relais/uitgang. Voer het relevante gebruikersnummer
of relaisnummer in. Wanneer u klaar bent, sluit u dit menu af
met 0 Enter.
Verwijderen of wijzigen van een FOB
Het FOB nummer welke wordt ingegeven, zal moeten liggen
binnen het geldige bereik van de DI.
Wanneer het adres al in gebruik is, zal er een mogelijkheid zijn
om deze te verwijderen of te wijzigen
Wanneer er "Wijzig" is gekozen, daarna bevestigen met enter,
is het mogelijk om de gebruiker en relais opties aan te passen.
Wanneer er "Delete" is gekozen, daarna bevestigen met enter,
zal het display de tekst "Verwijder apparaat?" getoond worden.
Bevestig met de Menu toets om het apparaat volledig te
verwijderen.
P/N 1070346 (ML) • REV G • ISS 10APR18
Druktoetsen Set 2
Ongebruikt
Ongebruikt
Relais
Relais
Relais
Gebruiker
Gebruiker

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents