Maaihoogte - Ransomes EC Hydro Midsize 930325 Safety And Operation Manual

EC met
hydrostatisch
systeem,
middelgroot
Iedere bijstelling moet worden uitgevoerd met
stilgezette motor, losgehaalde bougiekabel(s) en
uitgeschakelde maaieraandrijving.
MAAIHOOGTE VAST MAAIDEK
De maaihoogte wordt bepaald door de positie van de
messen ten opzichte van de wielen. Variatie hierin kan
op DRIE punten worden uitgevoerd. (Zie de
‚maaihoogtetabel' op pagina 13, of het ‚maaihoogte'
decalplaatje onder de riemafdekking, om de gewenste
maaihoogte in te stellen).
1. DE CASTERWIELEN
1. Verwijder de snelsluitpen P uit de bovenkant van
de casterwieldraaispindel.
2. Breng het gewenste aantal afstandsstukken boven
of onder de wielsteunbeugel aan en plaats de
snelsluitpen P terug.
2. MAAIDEKMESSPINDELS
N.B. Zie het hoofdstuk ONDERHOUD van de
Installatie, Onderdelen & Onderhoud handleiding voor
mesverwijdering en vervangingsprocedures.
1. Verwijder de riemafdekking.
2. Draai moer N uit de bovenkant van de
maaidekspindelbout.
3. Haal de maaidekspindelbout eruit (aan de
onderkant), compleet met sluitring, mes en
afstandsstukken.
4. Plaats het gewenste aantal afstandsstukken (niet
meer dan twee) op de maaidekspindelbout onder
het maaidek, tussen mes en spindelas.
5. Bevestig overtollige afstandsstukken op de
maaidekspindelbout boven het maaidek, tussen
de conische sluitring en de moer. Draai de moer
weer vast tot 95 Nm.

MAAIHOOGTE

MOER
OVERTOLLIG(E) AFSTANDSSTUK(KEN)
CONISCHE SLUITRING
POELIE
NL-13