Algemene Instructies - Ransomes EC Hydro Midsize 930325 Safety And Operation Manual

ALGEMENE INSTRUCTIES

Alvorens de machine voor de eerste keer te gaan
gebruiken dient het vloeistofpeil van de motor en het
hydraulisch systeem te worden gecontroleerd en
behoren alle smeerpunten te worden gesmeerd.
TRAINING
a) Lees de bedieningshandleiding aandachtig door.
Iedere cirkelmaaier is potentieel gevaarlijk en mag
door niemand worden bediend die het
voorgeschreven gebruik ervan niet kent of niet
vertrouwd is met de besturings- en regelapparatuur.
b) Kinderen mogen de machine nooit bedienen,
evenmin als volwassenen die niet op de hoogte zijn
van de gebruiksvoorschriften. Plaatselijke
verordeningen kunnen de bedieningsleeftijd
beperken.
c) Niemand mag tot het werkgebied worden toegelaten,
met name kleine kinderen en huisdieren moeten op
veilige afstand blijven.
d) Vergeet nooit dat de bediener of gebruiker
verantwoordelijk is voor ongevallen, schade of risico's
waaraan derden of hun eigendom onderhevig zijn als
gevolg van het gebruik van de machine.
VOORBEREIDING
a) Bedien de machine nooit blootsvoets of wanneer u
sandalen draagt. Zorg in alle gevallen voor stevig
schoeisel en een lange broek.
b) Inspecteer het werkgebied grondig alvorens te gaan
maaien en verwijder alle voorwerpen die door de
machine kunnen worden weggeslingerd.
c) Benzine is uiterst brandbaar.
• Bewaar benzine uitsluitend in een speciaal hiervoor
ontworpen houder op een koele, droge plaats, op
veilige afstand van vonken en open vlammen.
• Doe (en houd u aan) het volgende tijdens bijvullen of
controle van het brandstofniveau:
• Zet de motor stil en laat hem afkoelen.
• Bijvullen mag uitsluitend buiten worden gedaan.
• Niet roken.
• Gebruik een trechter. Nooit overvullen. Neem het
eventueel gemorste op en duw de machine van
een morsplek weg alvorens te starten.
• Plaats de brandstofvuldop en de sluiting van de
houder stevig terug.
d) Een defecte geluiddemper moet worden vervangen.
e) Vóór gebruik moet altijd eerst een visuele inspectie
worden uitgevoerd om te zien of de messen,
mesbouten en maaiconstructie zijn niet beschadigd of
versleten. Messen en bouten waarbij dit wordt
geconstateerd moeten onmiddellijk worden
vervangen.
f) Bij machines met meerdere messen moet er
rekening mee worden gehouden dat rotatie van één
mes ook de andere messen in beweging kan
brengen.
g) Schakel bij units die hiermee zijn uitgerust het
zelfaandrijvend mechanisme of de aandrijfkoppeling
NL-6
EC met
hydrostatisch
systeem,
middelgroot
uit alvorens de motor te starten.
h) Voer nooit bijstelling uit zolang de motor loopt.
i) Gebruik de machine nooit om nat gras te maaien.
Zorg dat u altijd stevig staat. Houd de stuurboom
goed vast en houd een wandeltempo aan. Haast u
nooit.
BEDIENING
a) Laat de motor niet lopen in een besloten ruimte waar
een gevaarlijke concentratie van koolmonoxide kan
ontstaan.
b) Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
c) Zorg er op een helling altijd voor dat u stevig staat.
d) Houd een wandeltempo aan, haast u nooit.
e) Bij machines met meelopende bediener, moeten
hellingen altijd overdwars worden gemaaid, nooit op
en neer.
f) Neem bij verandering van richting op een helling
uiterste voorzichtigheid in acht.
g) Maai niet op bijzonder steile hellingen.
h) Wees zeer voorzichtig tijdens achteruitrijden of
wanneer u de machine naar u toe trekt. Overtuig u
ervan dat het gebied achter u vrij is.
i) Stop de messen als de machine ten behoeve van
transport moet worden gekanteld, wanneer een
ander oppervlak dan gras wordt overgestoken en
tijdens transport van de machine van en naar het
maaigebied.
j) Bedien de machine nooit zonder dat de
voorgeschreven beschermkappen, stootplaten,
grasvanger of andere gepaste veiligheidsinrichtingen
op hun plaats zitten.
k) Verander de regulateurinstelling van de motor niet
en werk nooit met een te hoog motortoerental.
l) Schakel alle mes- en aandrijfkoppelingen uit
alvorens de motor te starten.
m) Start de motor geheel volgens de voorschriften, met
de voeten op veilige afstand van de messen.
n) Start de motor niet terwijl u voor de afvoergoot staat.
o) Houd handen en voeten altijd op veilige afstand van
bewegende delen. Zorg dat u nooit voor de
afvoeropening staat.
p) De machine mag nooit worden opgetild of gedragen
terwijl de motor loopt.
q) Zet de motor stil, wacht tot de messen volledig tot
stilstand zijn gekomen en haal de bougiekabel(s)
los:
• alvorens een verstopping op te heffen of de
afvoergoot vrij te maken;
• alvorens controle van of reinigings-/onderhoudswerk
aan de machine te gaan uitvoeren;
• na het raken van een vreemd voorwerp: inspecteer
de machine in zo'n geval op beschadiging en voer
waar nodig reparatie uit alvorens weer tot starten en
gebruik over te gaan;