Jøtul I 160 Installation And Operating Instructions Manual page 52

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 16
nederLands
4.3 Luchtcirculatie - Zie afb. 2.
De lucht tussen de inzethaard en het metselwerk moet kunnen
circuleren.
De vereiste grootte van luchtroosters voor Jøtul I 160 (voor
luchtcirculatie) is:
Onderkant:
minimaal 350 cm
Bovenkant:
minimaal 500 cm
Dit is een voorzorgsmaatregel om te voorkomen dat de warmte
zich ophoopt binnen de ombouw en om voor voldoende
warmteafgifte in de kamer te zorgen.
Als de ventilatie in het huis slecht is, moet de ruimte worden
voorzien van extra frisse lucht, bijvoorbeeld door middel van een
apart kanaal onder de haard. Het kanaal voor frisse lucht moet
zo recht mogelijk zijn, net als het kanaal zelf. Het kanaal moet
kunnen worden afgesloten met een keerklep om de koude lucht
buiten te houden als de haard niet wordt gebruikt. Jøtuls keerklep
voor frisse lucht zou een goede keus zijn. Bestelnr.: 340654.
4.4 Plafond
Afstand van bovenkant de luchtroosters aan plafond van
brandbaar materiaal: Min. 300 mm.
4.5 Schoorstenen en kachelpijpen
• De haard kan worden aangesloten op een schoorsteen en
kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte
haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in
«2.0 Technische gegevens».
• De doorsnede van de schoorsteen moet ten minste even groot
zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie «2.0 Technische
gegevens» voor informatie voor het berekenen van de
doorsnede van de schoorsteen.
• Er kunnen meerdere brandstofgestookte haarden worden
aangesloten op dezelfde schoorsteen als de doorsnede van
de schoorsteen groot genoeg is.
• D e s c h o o r s t e e n m o e t w o r d e n a a n g e s l o t e n i n
overeenstemming met de installatievoorschriften van de
schoorsteenleverancier.
• Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet de
haard als proef worden geplaatst om te zorgen voor de juiste
positie ten opzichte van de schoorsteen. Zie afb. 1 voor de
minimale afmetingen.
• Zorg dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting van de
schoorsteen.
• Gebruik een kachelpijpbocht met een veegluik, zodat de pijp
kan worden geveegd.
Houd er rekening mee dat de aansluitingen enigszins flexibel
moeten zijn om te voorkomen dat kleine verplaatsingen tijdens
de installatie schade veroorzaken.
Opmerking! Een juiste en luchtdichte aansluiting is van groot
belang voor het goed functioneren van de haard.
Opmerking! Er mag geen gewicht worden overgedragen van de
haard naar de schoorsteen. De haard mag niet verhinderen dat de
schoorsteen kan bewegen. De haard mag niet op de schoorsteen
worden vastgezet.
Aanbevolen luchtstroom van schoorsteen, «2.0 Technische
gegevens».
Als de luchtstroom te sterk is, kunt u een luchtklep installeren
en gebruiken om de luchtstroom te regelen.
52
vrije ventilatie.
2
vrije ventilatie.
2
Bij brand in de schoorsteen
• Sluit alle luiken en ventilatieopeningen.
• Houd de deur van de vlamkast gesloten.
• Controleer of er rook is op zolder en in de kelder.
• Bel de brandweer.
• Voordat u de haard opnieuw in gebruik neemt na een brand,
moet een deskundige de haard controleren om na te gaan of
deze goed werkt.
4.6 Voorbereiding/installatie
Controleer of de inzethaard geen transportschade heeft
opgelopen voordat u de haard installeert.
NB! Dit onderdeel is zwaar. Daarom hebt u bij het monteren en
bij het plaatsen van de haard hulp nodig.
De poten bevestigen (afb.3 - 4)
1. Haal na het uitpakken van de inzethaard de doos met inhoud
en de keerplaat met het hitteschild eruit. Het rooster, de
achterste bodemplaat en de aslade kunnen ook verwijderd
worden.
2. Sluit de deuren. Plaats de kartonnen verpakking op de grond
en leg de haard voorzichtig op zijn achterkant.
3. Bij gebruik van de voetschroeven: als de haard rechtstreeks
op een plaat op de vloer wordt gemonteerd, moet u de
voetschroeven gebruiken. Deze voetschroeven zijn reeds aan
de bodemplaat bevestigd, zie afb. 4. Het is belangrijk dat de
onderplaat onder de schroeven geplaatst wordt, zie afb. 4.
4. Bij gebruik van de lange poten: bevestig de 3 poten (3A) aan
de verstelbare verbindingsstukken (3B) met behulp van de 3
schroeven M6 x 25 mm en ringen in het plastic zakje. Bevestig
de verbindingsstukken aan het product met behulp van 3
platkopschroeven (A) van het type M6x25mm en 3 ringen.
5. Monteer het hitteschild (3D) onder de onderkant van de haard
met de schroeven.
Opmerking: als de deuren open zijn bevindt het zwaartepunt
van de haard zich aan de voorkant. Zet de haard vast zodat
deze niet naar voren kantelt.
6. Plaats de keerplaat in de groeven aan bovenkant van de
branderplaten.
7. De poten mogen pas definitief worden bijgesteld als
inzethaard een proefmontage heeft ondergaan. De
onderplaat moet altijd onder de schroefkoppen worden
geplaatst om het oppervlak te beschermen en te voorkomen
dat de inzethaard van zijn plaats schiet.
8. Het definitieve bijstellen van de lange poten geschiedt met
behulp van schroeven van het type M10 x 35 mm die aan de
verbindingsstukken zijn bevestigd (3C).
Het hittescherm voor de kachelpijp (afb. 5)
Het hittescherm voor de kachelpijp is aan de achterzijde van het
achterste hittescherm bevestigd door middel van twee schroeven
die u in het zakje met schroeven kunt vinden.
Als er een bocht nodig is in de kachelpijp die rechtstreeks van
de kachel naar de schoorsteen achter de kachel loopt, zit dit
hittescherm mogelijk in de weg. Aangezien er zich normaal
gesproken geen brandbaar materiaal bij de muur achter de kachel
bevindt, kan het hittescherm in dat geval worden verwijderd.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents