Honda GC135 Owner's Manual page 37

Hide thumbs Also See for GC135:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
2col_GC135_160_297x210_ORIZ_27lug09:297x210 (303x216) 25/09/09 13:04 Pagina 37
LUCHTFILTER
Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in
het ONDERHOUDSSCHEMA (zie pagina
35
).
De motor laten draaien zonder een luchtfilter, of met een beschadigde
luchtfilter, zal ervoor zorgen dat vuil de motor binnenkomt, wat snelle
slijtage van de motor veroorzaakt. Dit soort schade valt niet onder de
garantie.
Inspectie
Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen.
Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde
luchtfilterelementen altijd.
Reinigen
Uitvoering met enkel filterelement
1.
Druk op de vergrendelingslippen op het luchtfilterdeksel aan de kant van
de brandstoftank en verwijder het luchtfilterdeksel.
VERGRENDELLIPJES
LUCHTFILTERDEKSEL
LIPJE
BEHUIZING LUCHTFILTER
LUCHTKANAAL
2.
Verwijder het element. Controleer het element zorgvuldig op gaten of
scheuren en vervang als er beschadigingen zijn.
3.
Het element meerdere malen tegen een hard oppervlak kloppen om
overtollig vuil te verwijderen, of perslucht van binnen naar buiten door
de filter blazen. Nooit proberen de filter af te borstelen, omdat anders
het vuil in de vezels gedrukt wordt. Als het element te sterk vervuild is,
dit vervangen.
ELEMENT
4.
Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het
luchtfilterhuis en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil
vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
5.
Breng het element en het luchtfilterdeksel aan.
Uitvoering met dubbel filterelement
1.
Verwijder de moer en het luchtfilterdeksel.
2.
Verwijder de elementen.
3.
Verwijder het schuimrubberen element uit het papieren element.
LUCHTKANAAL
ELEMENT
4.
Controleer beide elementen en vervang deze als ze beschadigd zijn.
Vervang het papieren element altijd volgens het interval uit het
onderhoudsschema.
5.
Reinig de elementen als u ze opnieuw gebruikt.
Papieren element:
Tik het element verscheidene keren op een hard oppervlak om vuil te
verwijderen of blaas van binnen uit perslucht door het filter. Probeer vuil
nooit weg te borstelen, want dan worden de vuildeeltjes in de
vezelstructuur gedrukt. Vervang het element als dit erg vervuild is.
Schuimrubberen element:
Reinig in een warm zeepsopje, spoel met schoon water en laat dan
grondig drogen. Of reinig in een niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat
vervolgens drogen. Drenk het element in schone motorolie en wring
vervolgens alle overtollige olie eruit. De motor zal bij de eerstvolgende
start veel rook afgeven als er te veel olie in het schuimrubber achterblijft.
6.
Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het
luchtfiltergrondvlak en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat
vuil vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
7.
Plaats het schuimrubberen element over het papieren element en breng
het zo samengebouwde luchtfilter aan. Controleer of de pakking onder
het luchtfilter aanwezig is.
8.
Installeer het luchtfilterdeksel en draai de moer stevig vast.
BOUGIE
Aanbevolen bougie:
BPR6ES (NGK)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan de ontstekingsbougie uitvoert.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand
MOER
hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1.
Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder eventueel vuil
LUCHTFILTERDEKSEL
direct rondom de bougie.
2.
Verwijder de bougie met de
bougiesleutel.
3.
Kontroleer het uiterlijk van de bou-
PAPIERELEMENTO
gie. De bougie weggooien, wanneer
deze zichtbaar afgesleten of de
isolator gescheurd of afgesplinterd
is. Wanneer de bougies opnieuw ge-
bruikt dienen te worden, reinig deze
SPONSELEMENT
dan met een staalborstel.
4.
Meet de elektrodenafstand van de
PAKKING
bougie met een voelermaat.
Corrigeer zo nodig door de
zijelektrode te verbuigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7 0,8 mm
LUCHTFILTERVOET
5.
Overtuig U ervan, dat de
dichtingsring in goede staat is, dan
de bougie met de hand indraaien,
om te vermijden dat de draad
verkeerd ingeschroefd wordt.
6.
Trek de bougie nadat deze aanligt
nog iets na met een bougiesleutel
om de ring samen te drukken.
Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te
zetten.
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
cilinderkop worden beschadigd.
7.
Bevestig de bougiedop op de bougie.
NEDERLANDS
VONKENVANGER (betreffende uitvoeringen)
In sommige landen is het gebruik van een motor zonder vonkenvanger
wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften en
wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende
Honda onderhoudsdealer.
De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking
te behouden.
Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze
dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht.
Verwijderen van vonkenvanger
1.
Verwijder de uitlaatdemperbeschermer door de drie 6-mm bouten los te
halen.
2.
Verwijder de vonkenvanger uit de uitlaatdemper door de twee
schroeven los te halen. (Zorg dat het metaalgaas niet beschadigd raakt.)
BOUGIESLEUTEL
MASSA-ELEKTRODE
0,7 0,8 mm
UITLAATDEMPERBESCHERMER
6 mm BOUT (3)
Inspectie & reiniging van vonkenvanger
Zoek naar koolaanslag rondom de uitlaatpoort en de vonkenvanger en
reinig zo nodig.
BOUGIE
1.
Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de
vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet.
Vervang de vonkenvanger als deze breuken of gaten vertoont.
ZEEF VAN DE
VONKENVANGER
2.
De vonkenvanger en uitlaatdemper in omgekeerde volgorde terug aan-
brengen.
UITLAATDEMPER
SCHROEF (2)
VONKENZANGER
37

Hide quick links:

Advertisement

Chapters

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gc160

Table of Contents