Jøtul FS 165 Installation And Operating Instruction page 102

NEDERLANDS
3.0 Voorafgaand aan de
installatie
3.1 Fundering
Controleer of de fundering geschikt is voor een kachel. Zie «2.0
Technische gegevens» voor het gespecificeerde gewicht.
Let op: Als er een stalen schoorsteen wordt gebruikt die op de
verbrandingskamer rust, moet rekening worden gehouden met
het gewicht van de stalen schoorsteen.
NB: Het is zeer belangrijk dat het product stabiel staat. Het
oppervlak waarop het product is geplaatst, moet volledig
onbuigzaam zijn.
Wij bevelen aan dat u vloeren die niet aan de fundering zijn
bevestigd, de zogeheten «zwevende vloeren», onder het product
weghaalt.
3.2 Vloerbedekking
Jøtul FS 165 - I 200 FL / I 500 FL / I 530 FL heeft een luchtdichte
bodemplaat. Het gebruik van extra vloerbedekking onder het
product is dus overbodig.
Haal vloerbedekkingen van brandbaar materiaal, zoals linoleum,
tapijt etc. onder het product weg.
3.3 Vloerplaat
Een plaat van staal of van een ander geschikt onbrandbaar metaal
(optionele extra) wordt voor de haard geplaatst.
De vloerplaat moet aan nationale wet- en regelgeving voldoen.
Neem contact op met de plaatselijke bouwtoezichtinstanties voor
informatie over beperkingen en installatievereisten.
3.4 Luchttoevoer
Er moet een luchtstroom tussen de verbrandingskamer en de
ombouw aanwezig zijn. Zo wordt een te grote warmteopbouw
in de ombouw voorkomen.
NB: Het is zeer belangrijk dat de luchtopeningen niet afgedekt
worden. Zie fig. 1a en 1b voor de afstanden..
3.5 Stalen schoorsteen
Als een aan de bovenkant gemonteerde stalen schoorsteen
wordt gebruikt, wordt er een niet-geïsoleerde pijp geplaatst
van de verbrandingskamer tot ongeveer 10 mm door de
bovenstenen. Zorg ervoor dat de pakking juist gepositioneerd
is tussen de kachelpijp en de rookuitlaat. Bevestig daarna de
stalen schoorsteen volgens de installatie-instructies van de
schoorsteenleverancier.
3.6 Plafond
De hoogte van de ruimte (van vloer tot plafond) waarin de
Jøtul FS 165 - I 200 FL, Jøtul FS 165 - I 500 FL of Jøtul FS 165 - I 530 FL
moet worden geïnstalleerd, moet minimaal 2300 mm bedragen.
3.7 Schoorsteen en kachelpijp
• De kachel moet worden aangesloten op een schoorsteen
en kachelpijp die zijn goedgekeurd voor haarden op vaste
brandstof met rookgastemperaturen zoals gespecificeerd
102
in «2.0 Technische gegevens» in de handleiding van het
inzetstuk.
• De doorsnede van de schoorsteen moet minimaal gelijk zijn
aan die van de kachelpijp. Zie, om de juiste doorsnede van de
schoorsteen te berekenen, «2.0 Technische gegevens» in de
handleiding van het inzetstuk.
• Als de doorsnede van de schoorsteen groot genoeg is, kunnen
er meerdere producten op vaste brandstof op dezelfde
schoorsteen worden aangesloten. Neem contact op met de
plaatselijke bouwtoezichtinstanties voor informatie over
beperkingen en installatievereisten.
• De aansluiting op de schoorsteen moet voldoen aan de
installatie-instructies van de schoorsteenleverancier.
• Zorg ervoor dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting
van de schoorsteen.
• Let op: het is zeer belangrijk dat de aansluitingen enigszins
flexibel zijn.
Voor de aanbevolen schoorsteentrek, zie «2.0 Technische
gegevens» in de handleiding van het inzetstuk.
3.8 Voorbereidingen
NB! Let op: er zijn verschillen tussen de Jøtul I 200 FL, Jøtul I 500
FL en Jøtul I 530 FL.
Het basisproduct wordt in twee delen geleverd:
1. De verbrandingskamer,
2. en spekstenen met montagedelen.
NB: Controleer bij het uitpakken of het product niet zichtbaar
is beschadigd en of de bedieningshendels vrij kunnen worden
bewogen.
De verbrandingskamer is zwaar. Zorg dat het product bij de
installatie niet kantelt!
Zorg voor hulp bij het plaatsen en installeren.
Bij het product horen 3 handleidingen:
1. Algemene gebruikers- en onderhoudshandleiding
2. Jøtul FS 165 - I 200 FL / I 500 FL / I 530 FL (ombouw)
3. Jøtul I 200 FL, Jøtul I 500 FL of Jøtul I 530 FL
(verbrandingskamer)
Bepaal voorafgaand aan de installatie het volgende:
1. Waar de rookuitlaat moet komen.
2. of u het asopvangsysteem gebruikt.
Raadpleeg de handleidingen van het inzetstuk voor het
installeren van de onderdelen.