Husqvarna LB 448iV Operator's Manual page 260

Accu gebruiken
Accu laden
Accustatus
Het display geeft de resterende accucapaciteit aan en
geeft aan of er problemen zijn met de accu. Druk op
de accu-indicatieknop voor informatie over de laadstatus
van de accu. Het waarschuwingssymbool op de accu
gaat branden als er een fout is opgetreden. Raadpleeg
Accu op pagina 263 .
(Fig. 31)
Ledlampjes
Alle leds branden
Led 1, led 2, led 3 bran-
den
Led 1, led 2 branden
Led 1 brandt
LED 1 knippert
De accu opladen
Laad de accu voor het eerste gebruik op. De accu
is slechts 30% opgeladen wanneer deze aan de klant
wordt geleverd.
Let op:
De acculader moet worden aangesloten op
de spanning en frequentie die overeenkomen met de
specificaties op het productplaatje.
De accu wordt niet opgeladen als de accutemperatuur
hoger is dan 50°C. De acculader verlaagt de
temperatuur van de accu voordat deze begint te laden.
1. Sluit een uiteinde van de voedingskabel voor de
acculader aan op de aansluiting van de acculader.
2. Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel van
de acculader aan op een geaarde wandcontactdoos.
De LED op de acculader licht eenmaal groen op.
(Fig. 32)
3. Plaats de accu in de acculader. Het groene lampje
op de lader gaat branden wanneer de accu correct is
aangesloten op de acculader. (Fig. 33)
4. Wanneer alle LED's op de accu branden, is de accu
volledig opgeladen. Laad de accu max. 24 uur op.
5. Om de acculader uit de wandcontactdoos los te
koppelen, dient u aan de stekker, niet aan de kabel
te trekken.
260
Omgevingstemperatuur
5 °C – 40 °C
5 °C – 40 °C
Accustatus
Volledig opgeladen (76‐
100%)
De accu is 51%‐75% op-
geladen
De accu is 26%‐50% op-
geladen
De accu is 6%-25% gela-
den.
De accu is 0%-5% gela-
den.
6. Haal de accu uit de acculader.
Product starten
1. Open het accudeksel.
2. Plaats een opgeladen accu in accusleuf 1 onder het
accudeksel. Plaats een tweede opgeladen accu in
accusleuf 2 voor een langere bedrijfstijd.
3. Koppel de veiligheidssleutel los van de houder van
de veiligheidssleutel.
4. Duw de veiligheidssleutel in de
veiligheidsvergrendeling. (Fig. 34)
5. Blijf achter het product.
6. Druk op de AAN/UIT-knop op het bedieningspaneel.
Het display gaat aan.
7. Maak de startvergrendeling los. (Fig. 19)
8. Druk de hendel van de motorrem in de richting van
de handgreep. (Fig. 35)
De aandrijving op de wielen gebruiken
1. Start het product, zie
2. Trek de besturingshendel aandrijving omhoog om de
aandrijving te starten. (Fig. 36)
3. Druk op knoppen + en –op het bedieningspaneel om
de rijsnelheid in te stellen. (Fig. 37)
4. Duw de besturingshendel aandrijving omlaag om de
aandrijving uit te schakelen, bijvoorbeeld wanneer u
bij een obstakel komt. (Fig. 38)
Het product verplaatsen wanneer de
snijuitrusting is uitgeschakeld
• Activeer de startvergendeling.
• Trek de besturingshendel aandrijving omhoog.
• Houd de besturingshendel aandrijving vast en
verplaats het product.
• Laat de besturingshendel aandrijving los en
deactiveer de startvergendeling om het gebruik voort
te zetten.
De functie SavE gebruiken
Het product heeft een accubesparingsfunctie (SavE) die
voor een langere bedrijfstijd zorgt.
1. Druk op de knop SavE (A) om de functie te starten.
Het symbool SavE (B) op het display gaat branden.
2. Druk nogmaals op de knop SavE om de functie uit
te schakelen. Het symbool SavE (B) op het display
gaat uit. (Fig. 39)
Let op:
De functie SavE stopt automatisch als
de bodemgesteldheid een hoger vermogen vereist.
De functie SavE start automatisch opnieuw als de
bodemgesteldheid dit toelaat.
Product starten op pagina 260 .
2168 - 002 - 28.11.2023