Download Print this page

unicraft PG Series Operating Instructions Manual page 32

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 15
overlopen. Geen benzine morsen tijdens het bijvullen. Het is belangrijk de dop na het vullen stevig dicht te draaien. Indien er benzine is
gemorst, zorg dan dat deze geheel is opgedroogd voordat de motor gestart wordt. Vermijdt elk lichamelijk contact met de benzine en adem
de benzinedamp niet in. Het is belangrijk de benzine buiten bereik van kinderen te houden. De damp van benzine is ontvlambaar.
• Controleer de luchtfi lter: verzeker dat deze in goede staat is en vrij van stof en vuil. Om de fi lter te bereiken: zie tekening in de hand-
leiding van de motor.
LET OP: Gebruik de generator niet zonder de luchtfi lter: de levensduur van de motor en de generator zal teruggebracht worden!
• De accu (indien aanwezig) in werking stellen: vul de vakken tot het maximale niveau op met een oplossing van 30-40 % zwavelzuur
en wacht minstens 2 uur alvorens de accu te gebruiken.
LET OP: contact met het zuur vermijden en niet roken of met open vuur benaderen: de dampen die de accu uitlaat zijn uiterst
ontvlambaar. Houdt het zuur buiten het bereik van kinderen.
STARTEN VAN DE GENERATOR (6.1):
Alvorens de machine te starten moet men:
• Ervoor zorgen dat geen enkel apparaat in verbinding staat met de generator.
• Bij de versie met benzinemotor de choke gebruiken bij een koude start.
• Om de generatoren met elektrische start op gang te laten komen dient men de sleutel naar "START" te draaien en los te laten zodra
de motor loopt.
• Om de generatoren met startlus op gang te laten komen langzaam aan de lus trekken totdat deze weerstand biedt, dan plotseling
stevig aantrekken.
LET OP: Laat de startlus zich niet te snel terugspoelen. Langzaam met de hand terug begeleiden om schade aan het automa-
tische oprolmechanisme te voorkomen.
De choke weer in de normale positie brengen wanneer de motor eenmaal loopt.
• Op dit moment is de generator klaar voor gebruik.
OPMERKING: In geval van gebruik van de generator op grote hoogte of bij een hoge temperatuur kan de verhouding van het lucht/ben-
zine mengsel te rijk zijn; dit zorgt voor een groter verbruik en minder prestaties. Controleer het werkelijke vermogen van de generator
middels de volgende correctiefactoren:
TEMPERATUUR: het vermogen neemt gemiddeld 2% af elke 5 graden C. boven de 20 graden C.
HOOGTE: Het vermogen neemt gemiddeld 1% af elke 100 m. boven zeeniveau. Raadpleeg het constructiebedrijf van de motor voor een
advies over de beste brandstofmix bij gebruik van de generator boven een hoogte van 2000 m.
GEBRUIK VAN DE GENERATOR (7.1):
OPMERKING: De generator, gebouwd volgens de op het moment van productie geldende normen, is ontworpen om aan een zeer groot
gamma van toepassingen te voldoen.
Bedenk wel dat elke toepassing onderworpen is aan nauwkeurige normen van elektrische, sanitaire en preventieve aard; Om deze reden
dient de generator beschouwd te worden als deel van een complexe installatie die ontworpen, getest en goedgekeurd moet worden
door kundige technici en/of gemachtigde instellingen.
• Laat de aansluitingen op het distributiepaneel alleen door kundige technici uitvoeren om ongelukken van elektrische aard te voorkomen:
onjuiste verbindingen kunnen schade aan personen en aan de generator zelf veroorzaken.
• Bescherming tegen indirect contact: alle generatoren, in normale uitvoering, gebruiken het principe van elektrische scheiding; toch
kunnen, direct van de constructeur en op specifi eke aanvraag, verschillende beschermingen geleverd worden (differentieelrelais, isometer).
Of de generatoren kunnen op dergelijke wijze beschermd worden door de gebruiker tijdens de installatiefase.
Het is daarom van belang de volgende voorschriften op te volgen:
1) Standaardgenerator: beschermd door elektrische scheiding. Deze uitrusting beschikt over thermisch en/of magnetothermische be-
schermingsmechanismen voor overbelasting, stroomtoename en kortsluiting. In dit geval mag de generator beslist niet geaard worden
met de "PE" klem of met andere delen van de generator.
2) Generator met facultatief paneel (of met andere door de gebruiker geïnstalleerde inrichtingen): beschermd middels automatische
uitschakeling van de voeding. Deze generator heeft thermische en/of magnetothermische beschermingsmechanismen in combinatie
met aardlekschakelaars of isometers. In dit geval dient de generator verbonden te worden aan een aardingsbed middels de "PE" klem.
Men dient een geïsoleerde geel-groene geleider van juiste doorsnede te gebruiken.
BELANGRIJK: In het geval dat de gebruiker zelf een aardlekschakelaar installeert is het belangrijk dat:
A) Bij de eenfase-generatoren ook het neutrale punt geaard wordt, wat overeenkomt met een verbinding van de twee voornaamste
wikkelingen.
B) Bij de driefase-generatoren ook het neutrale punt geaard wordt, wat overeenkomt met het sterpunt in geval van een sterverbinding.
In geval van een driehoeksverbinding is het niet mogelijk een aardlekschakelaar te installeren.
• De generator is voorzien van een schroef zodat deze geaard kan worden. Deze schroef, aangeduid met het symbool PE, zorgt ervoor
dat alle metalen onderdelen van de generator gelijktijdig geaard worden.
• Geen apparaten op de generator aansluiten waarvan men de elektrische kenmerken niet kent of met andere kenmerken dan die van
de generator (bijv. andere spanning en/of frequentie).
• Het elektrische circuit van de generator wordt beschermd door een magnetothermische, magnetothermische aardlek- of thermische
schakelaar; eventuele overbelasting en/of kortsluiting schakelen de toevoer van elektrische energie onmiddellijk uit. Om het circuit te
herstellen dient men alle apparaten af te sluiten, de oorzaak van de overbelasting en/of kortsluiting na te trekken en de schakelaar weer
om te schakelen.
• Indien de generator als acculader (waar mogelijk) gebruikt wordt, de accu op tenminste 1 m. afstand van de eenheid plaatsen en ervoor
zorgen dat de vuldoppen verwijderd zijn van de elementen. Sluit de accu aan volgens de juiste polariteit: eventuele fouten kunnen een
explosie van de accu veroorzaken.
LET OP: Tijdens het opladen verspreidt de accu ontvlambare dampen. Let daarom heel goed op tijdens deze handeling en houdt
kinderen op afstand.
• Met de ster-driehoek schakelaar kunnen de volgende spanningen verkregen worden:
DRIEFASE 400 V (het hele vermogen kan afgenomen worden)
EENFASE 230 V (1/3 van het vermogen kan afgenomen worden)
DRIEFASE 230 V (het hele vermogen kan afgenomen worden)
EENFASE 230 V (2/3 van het vermogen kan afgenomen worden)
In de "0" positie zijn alle stopcontacten afgesloten.
26

Advertisement

loading